‘Banaqua’ laat bananen goed terecht komen: “Zeker goede stoffen voor planten”

Vijf studenten van Inholland Alkmaar hebben een bijzondere vorm van plantenvoeding ontwikkeld. Zonder chemicaliën, op basis van bananenschillen. En dat is nodig ook, want bananenschillen blijken nog niet zo eenvoudig te composteren. De vijf studenten hebben een manier gevonden om dat wél te doen: “Ik had de hele week zwarte vlekken op mijn handen.”

Aan het woord is Lars, eigenlijk de financiële man van het gezelschap. Maar dus zeker niet te beroerd om zijn handen vuil te maken. “Je ziet het nog steeds. Maar het is volledig natuurlijk.” Want dat zwart, dat komt van de bruine bananenschillen die hij samen met medestudenten Gaviera, Sil, Robin en CEO Femke heeft verwerkt tot een poeder dat eenvoudig in een bloempot kan worden geschud. Geef de planten water en het poeder geeft al z’n goede, rijke mineralen door aan de bodem. Dat is in het kort wat Banaqua doet.

“Het is iets dat je cadeau kunt geven”, vertelt de CEO van Banaqua, Femke, enthousiast. Net als de anderen doet Femke de ‘Minor Innoveren en Ondernemen’ bij Inholland Alkmaar. Als geen ander weet ze de aantrekking van het product in de verf te zetten. Want wat een ander misschien zou omschrijven als gemalen bananenpoeder, dat ziet er in het geval Banaqua gewoon feestelijk uit: “Het heeft ook totaal geen onaangename geur. Banaqua ziet er leuk uit. Het ís leuk.” Voor het uiterlijk kon het team vertrouwen op de gave van marketeer Sil, die ‘in een paar minuten’ een logo uit de hoge hoed toverde. “Femke en ik zijn samen naar Bali geweest”, zegt Sil. “Daar heb ik me laten inspireren.” (tekst gaat door onder de foto)

Sil, Gaviera, Robin, Lars en Femke, met in hun handen de zakjes Banaqua. (foto: Streekstad Centraal)

Streekstad Centraal spreekt de studenten evenwel niet op Bali maar in de Alkmaarse plantenwinkel Bloosom. Die locatie heeft het Banaqua-team niet toevallig gekozen, eigenlijk is hun product hier ontstaan. Bananen in water zetten en dat over de planten gieten: dat is eigenlijk het prototype van wat de studenten ontwikkelden tot een product dat houdbaar is en er nog leuk uitziet ook. “We hebben al het werk vóór je gedaan, dat is wat we onze klanten vertellen”, legt sales-man Robin uit.

Aan Robin de schone taak om het magische poeder te verkopen aan bloemisten, kwekers en particulieren. “Via google maps ben ik gaan zoeken. Maar gewoon opbellen, dat werkte niet zo goed. Het is voor bedrijven ook een drukke periode, net voor kerst. Ik ben samen met Femke bij ze langs gegaan en zo hebben we goed verkocht.” Op dit moment is het zelfs zo dat er meer bestellingen zijn dan zakjes met bananenpoeder. Iets waar de afdeling sales van Banaqua natuurlijk blij mee is.

Productiespecialist Gaviera kan die druk ook prima aan. Eerder al zag Streekstad Centraal hoe ze bij Inholland Alkmaar met de bananenschillen aan het werk was. “Het doel is: veel produceren”, zegt Gaviera. De bananenschillen worden opgehaald bij kinderopvanglocaties. Vervolgens worden ze stapsgewijs gedroogd en tot poeder verwerkt. “In het indrogen gaan de meeste kosten zitten”, haalt financieel expert Lars nog aan. Gelukkig zijn de kosten verder beperkt en kan er een betaalbaar product in de markt worden gezet. (tekst gaat door onder de foto)

Sil legt de zakjes Banaqua vast in plantenwinkel Bloosom. (foto: Streekstad Centraal)

Sil zorgde ook voor een mooie verpakking. Het moest als een cadeautje aanvoelen, zoals bloemen geschonken worden, zo kan Banaqua ook worden gegeven. “Vrolijk, fleurig”, haalt ze aan. Dat is het gevoel dat Banaqua moet overbrengen. Dat, en duurzaamheid. Want Banaqua geeft bananen een tweede leven, terwijl ze anders maar worden weggegooid, én het biedt tegelijk een schoon, natuurlijk alternatief voor chemische plantenvoeding.

“We gaan het product testen met Amigo Plant in Heerhugowaard”, kondigt Gaviera aan. Amigo Plant ervoer ze als een inspirerende plek, want Gaviera is gaandeweg steeds meer te weten gekomen over bloemen en planten, vertelt ze enthousiast. “Banaqua werkt zeker, maar we moeten alle stoffen testen. Om zeker te weten wat het doet. We hebben wat dat betreft de tijd niet mee, in de winter bloeien planten niet.” Dat is het nadeel van een schoolproject, dat gebonden is aan het schooljaar. Maar het Banaqua-team wil best door ná het einde van het schooljaar. “We wachten de onderzoeken natuurlijk af”, zegt Sil. “Maar we willen er wel mee verder.”

“Het is een nieuw product, het bestaat nog niet”, benadrukt Femke. “Er is vraag naar.” Er is dus genoeg potentie. Daarom is er bij het Banaqua-team een niet aflatende vraag naar bananenschillen. “Alles mag nog steeds binnenkomen”, lacht Gaviera. “Mensen kunnen contact met ons opnemen als ze schillen willen doneren.” Want uiteraard heeft dit professionele studentenbedrijf ook een eigen website. Dat, en een vruchtbare bodem om op verder te groeien.

Hoe een snel opgeworpen zandwal Egmond aan Zee redde: “Dit risico wilden we niet lopen”

Burgemeester Lars Voskuil zag het water letterlijk tot aan de randen van zijn gemeente komen. Maar er niet overheen. Het hoogwater van donderdagnacht en de stuwing die storm Pia veroorzaakte zorgden vooral in Egmond aan Zee voor spannende momenten. “Die zandwal, die was nodig”, blikt de burgemeester terug.

Voskuil is trots op wat er in de stormnacht is bereikt. Hij roemt grondverzetbedrijf Gul: “Zij hebben zo veel ervaring. In een mum van tijd hebben ze die zandwal opgebouwd. We moeten dit met z’n allen doen.” En dat deden ze. Ook de medewerkers van de gemeente stonden paraat om te voorkomen dat het hoge, wilde zeewater het dorp in zou stromen. Iets waar echt voor werd gevreesd.

“Donderdagmiddag kwam het bericht van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier”, brengt Voskuil in herinnering. “Zij zijn verantwoordelijk voor de kustverdediging, voor de duinen. Zij zagen dat de storm echt vanuit het westen kwam en al het water naar de kust stuwde. Het kon zeven meter hoog komen.” (tekst gaat door onder de foto)

De inderhaast opgeworpen zandwal redde Egmond aan Zee. (foto: Inter Visual Studio)

En daarmee zou het zoute water via de strandopgang zo het kustdorp in kunnen stromen. “Kelders, de Voorstraat…” Voskuil wist wat dit kon betekenen en besloot samen met zijn team om meteen in te grijpen: een extra laagje duinen moest er komen, de zandwal die het dorp redde.

Maar het werk zit er nog niet op, moet de burgemeester vaststellen. “Het volgende hoogwater komt er alweer aan. Ik heb opdracht gegeven een nieuwe zandwal op te werpen. Het wordt op het moment zelf beoordeeld of dat ook echt nodig is en dan kan Gul dat heel snel, die zijn daar heel bedreven in.”

Het vertrouwen is groot. Ondanks een onrustige en vooral korte nacht is de burgemeester opmerkelijk positief, enthousiast: “Dit is goed gegaan, dit is geslaagd”, zegt hij. (tekst gaat door onder de foto)

Stormschade bij Egmond aan Zee. (foto: gemeente Bergen)

De schade aan het strand is niettemin ontzettend, overal in de gemeente. Eigenlijk is er van een strand niet echt sprake meer. Het zeewater knaagt aan de duinrand, waar hoge kliffen zijn ontstaan. “Ik snap de verleiding om daar naar te komen kijken, ik wil het zelf ook wel zien. Maar ik ga dat dus níét doen.”

Want de kliffen zijn erg gevaarlijk, benadrukt burgemeester Voskuil meerdere keren in het gesprek met Streekstad Centraal. “Zeker als het indroogt kan het gaan schuiven”, legt hij uit. “Dan kunnen mensen bedolven raken. Dat wil je niet meemaken. Blijf weg!”

Er is vrijdagmorgen niet veel strand meer over. (foto: Femke Klaver)

Er is al werk genoeg. Het strand moet snel worden hersteld, de schade aan de paviljoens en de opgangen moet worden geïnventariseerd. “Daar zijn we nu mee bezig. Het lijkt mee te vallen. Maar dat zeg ik nu”, drukt de burgemeester zich voorzichtig uit. Op de stranden wordt rondgereden met veel ‘zwaar materieel’ om snel iets aan de ontstane situatie te kunnen doen.

Verder worden er borden geplaatst om mensen van het gevaarlijke strand weg te houden. “Kom gerust wandelen met kerst, maar dan in de duinen en in het bos. We hebben misschien wel het mooiste strand van Nederland, maar het kan nu echt even niet.” (tekst gaat door onder de foto)

De ontstane kliffen zijn verraderlijk, waarschuwt de burgemeester. (foto: Femke Klaver)

Burgemeester Voskuil blikt in het gesprek ook vooruit. “We moeten er rekening mee houden dat dit vaker gaat gebeuren”, vreest hij. De opgang bij Egmond aan Zee zal dan een gevoelig punt blijven. Die opgang is laag, ook om de reddingboten er snel overheen te kunnen laten gaan. Dat zal dus waarschijnlijk zo blijven.

“Gelukkig hebben we in het dorp, in onze gemeente, veel capabele mensen die dit aankunnen. We hebben dit echt met z’n allen gedaan”, herhaalt burgemeester Voskuil nog maar eens. Nuchter: “Ik was er graag toe bereid geweest hoor, om het in mijn eentje te doen. Maar zo’n shovel van Gul is efficiënter dan ik met mijn schepje.” (foto bovenaan: Inter Visual Studio)

Tegenslag voor Vredeskerkje: onbereikbaar door wateroverlast, pallets als noodoplossing

Het Vredeskerkje in Bergen aan Zee is een eilandje geworden, door regenwater omringd. Wateroverlast komt vaker voor in het kustdorp, maar de situatie is nu wel echt nijpend. Het kerkje is zo goed als onbereikbaar. “Die wateroverlast had niemand voorzien, dit hebben we nog nooit meegemaakt”, vertelt penningmeester Dick Sluis aan mediapartner NH.

Door zout en wind van zee brokkelen de gevels en de voegen van het Vredeskerkje steeds verder af. Om het provinciale monument, te redden, is een ingrijpende restauratie noodzakelijk. Om het monument te herstellen, is er zo’n 275.000 euro nodig. De kosten daarvan kan stichting MAD onmogelijk alleen ophoesten. Daarom werd een inzamelingsactie gestart. En met succes: het grootste deel van de restauratiekosten is inmiddels binnen, vertelt Dick Sluis. “We krijgen dagelijks grote en kleine donaties binnen, dus er is gelukkig veel draagvlak om het kerkje te redden.”

Het ingezamelde geld bestaat uit bijdragen van de provincie Noord-Holland, de Vriendenstichting en het Cultuurfonds. Maar ook veel inwoners en bedrijven uit de omgeving hebben een bedrag gedoneerd, zegt Sluis. “Er zijn veel mensen die zich verbonden voelen met de kerk, we worden aan alle kanten geholpen.” Om alle voorziene (en onvoorziene) kosten te dekken, hoopt de stichting nog 9.000 euro te ontvangen. Naar verwachting zal de restauratie dan in maart van start gaan.

Door hevige regenval komt er nu een ander probleem aan het licht: de slechte bestrating van het terrein. “Het terrein loopt onder doordat het zo verschrikkelijk veel regent. Het stond blank tot je enkels, dus we hebben ook restauraties moeten afzeggen.” De kerk heeft een belangrijke functie in het dorp. Er worden huwelijken gesloten en uitvaartdiensten gehouden, maar ook concerten gegeven. “Als noodoplossing hebben we pallets neergelegd, want onze uitvaartdiensten moeten gewoon kunnen doorgaan”, vervolgt Sluis. “Maar we zullen op den duur ook de bestrating moeten aanpassen. Wateroverlast is een probleem in Bergen, meer mensen hebben er last van.”

En zo stapelen de zorgen om het voortbestaan van het kerkje zich toch weer op. “Het is een never ending story met dat onderhoud, dus alle hulp is van harte welkom. Je houdt altijd rekening met tegenvallers, maar deze wateroverlast had niemand voorzien. De aannemer wil in maart beginnen, dus ik hoop dat het terrein dan weer een beetje begaanbaar is.”

Voor kitesurfers een feestje, maar ook voorzichtigheid: storm Pia aan land

Vooral op zee laat ze zich gelden: Pia, de najaarsstorm die op donderdag over de regio raast. Op verschillende plekken in de regio zijn maatregelen genomen. Stranden kunnen te lijden hebben van zandafslag. Ook wordt er hoogwater verwacht. Maar voor kitesurfers is de storm toch ook gewoon heel leuk. Mediapartner NH zocht het strand op.

In de loop van de ochtend en in de middag gaat het hard waaien vanwege storm Pia, aan de kust kunnen de windstoten oplopen tot negentig kilometer per uur. Volgens strandjutter Marco, die veel ervaring heeft met zwaar weer op het strand, is het grootste gevaar voor mensen die nu het strand op gaan de rondvliegende spullen. “En doe de deur van de auto op de juiste manier open!”, benadrukt hij. “Met de kop tegen de wind in.”

Een hoge berg zand moet strandpaviljoen Bad Egmond beschermen tegen het opkomende water. Ondertussen worden bij paviljoen Nautilus alle losse spullen vastgezet, van windschermen tot vlaggen.

NH-verslaggever Maaike Polder is samen op het strand met Marco en vertelt dat er, ondanks de zorgen om het hoge water, ook genoten wordt op het strand. Zo maakt een kitesurfer een paar gigantische sprongen. “Voor kiters is dit natuurlijk geweldig, maar je moet wel veel ervaring hebben”, aldus Marco.

De gemeente Bergen raadt mensen juist af om nog naar het strand te komen. Strandopgangen kunnen ‘instabiel’ worden, waarschuwt de gemeente. Ook zandafslag kan tot gevaarlijke situaties leiden. Daarom geldt het dringende advies om de stranden te mijden tijdens en kort na de storm. Vrijdagochtend worden de stranden weer gecontroleerd op veiligheid.

Het duurt en duurt met de vuurtoren van Derp: “Maar hij wordt aangepakt”

Wat voor Antwerpen de kathedraal is en voor Alkmaar de Grote Kerk, dat is voor Egmond aan Zee natuurlijk de vuurtoren. De ‘Noordertoren’, voor wie de geschiedenis kent. En net als de beroemde hoge kerken uit de middeleeuwen is deze toren gefundeerd op leer, op oude koeienhuiden. “Maar hij staat stevig. Daar ga ik tenminste van uit.”

Toch zal menig Egmonder met enige bezorgdheid naar de vertrouwde vuurtoren kijken, want er is lang gedoe om de toren. De buitenkant is opgeknapt, toch blijft het duister. De renovatie is nog altijd niet klaar. “Het duurt en het duurt en het duurt”, zegt Henk Biesboer van de KNRM gelaten. De KNRM is beheerder van het opvallende monument, maar daar waar de redders normaal álles in eigen hand houden, daar zijn ze voor de vuurtoren ook afhankelijk van overheden en raderen die langzaam draaien.

“Deze draait niet, nee”, reageert Biesboer als Streekstad Centraal hem vraagt naar de technische aspecten van de vuurtoren van Egmond aan Zee. “Het is ISO 10. Het licht gaat tien seconden aan en dan weer tien seconden uit.” En dat alleen als het donker is, voor alle duidelijkheid. In de toren zit een sensor en als het begint te schemeren is dat het signaal om het licht te ontsteken. “Als ik mijn jas er overheen gooi werkt ‘ie ook.” Maar nu dus even niet, want de top van de vuurtoren is een bouwplaats. Daar werkt Rijkswaterstaat verder aan de langlopende renovatie van de vuurtoren. “Om tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden de lamp te beschermen is die afgedekt met een kap.” (tekst gaat door onder de foto)

De vuurtoren is deel van het dorpsgezicht. (foto: Streekstad Centraal)

‘Derp’ zonder vuurtoren, het is onvoorstelbaar. De plannen voor het beroemde licht zijn twee eeuwen oud: “In 1823 kwamen ze daarmee”, vertelt Biesboer. “Vervolgens duurde het nog tien jaar voor ze begonnen met bouwen. Pas later is het een monument geworden.” Een monument voor zeeheld Jan van Speijk, inclusief sierlijke leeuw – daar had Nederland in de vroege 19e eeuw behoefte aan, aan zo’n monument. “Die leeuw weegt 3.000 kilo. Ze vonden Egmond er de mooiste plek voor.”

En geef die 19e-eeuwers ongelijk. Op het smalle duin, met de glooiende straatjes van het oude kustdorp er direct achter, steelt deze karakteristieke vuurtoren de show. Iedere toerist maakt er een foto van en eigenlijk heeft ook iedere Egmonder deze vuurtoren wel ergens in z’n telefoon staan. Voor het dorp heeft de toren een grote symbolische waarde. Maar ook voor de zeevaart is de toren nog altijd belangrijk. Daarom draait Rijkswaterstaat ook op voor de kosten. (tekst gaat door onder de foto)

Voorlopig is de vuurtoren nog dicht. (foto: Streekstad Centraal)

“Als de Kustwacht zegt: we hebben ‘m niet meer nodig, dan trekt Rijkswaterstaat zich meteen terug”, stelt KNRM-man Biesboer nuchter vast. Maar zo is het dus niet. Moderne zeeschepen kunnen op zich wel zonder vuurtorens navigeren, de pleziervaart is nog niet zo ver. “Ze komen wel eens aanvaren, dan denken ze dat dit IJmuiden is. Maar dan hebben ze het lichtsignaal toch niet goed in hun hoofd. Iedere vuurtoren is uniek.” En Egmond, dat is tien seconden licht, tien seconden donker.

Tenminste: als het licht aangaat. “De buitenkant is klaar. En de binnenkant staat strak in de latex, dat heeft onze Sjaak gewoon zelf gedaan.” Want KNRM’ers, ook die van het ‘ouwe zout’ en dus eigenlijk met pensioen, schrikken niet terug voor een klus. “Maar de bovenkant, die is aangetast. Dat gaat Rijkswaterstaat aanpakken.” Vanaf straatniveau is het nauwelijks te zien, maar de rode ringen in de top zijn ‘ernstig verroest’. “Het koperen dak moet van binnen ook worden schoongemaakt”, vult Biesboer nog aan. “Dat gaan ze pas in het voorjaar afronden.”

Aan de sierlijke bovenkant van de vuurtoren is nog werk. (foto: Streekstad Centraal)

De vuurtoren heeft op het moment namelijk last van condens, vochtige damp die opstijgt uit het onderste deel van de toren – en er vervolgens slecht uit kan. Daardoor kunnen noodzakelijke werkzaamheden nog niet worden uitgevoerd. En dus blijft het licht gedoofd. Voor de scheepvaart is dat ongunstig, het licht is nódig, benadrukt Biesboer. “Ook voor het aanlanden van de reddingboot bij duisternis is dat geen goede zaak”, stipt hij aan.

Aan de KNRM-mannen zal het verder niet liggen, die werken graag mee. Maar het weer heeft dus ook een rol. Pas in het voorjaar zullen de laatste werkzaamheden worden afgerond, verwacht Biesboer. Dan heeft Egmond aan Zee eindelijk z’n vertrouwde vuurtoren terug.