‘Buitensporig’ volgens hemzelf: Lysander de R. komt wat het OM betreft voorlopig niet vrij

De leider van motorclub Hardliners zou dit jaar voorwaardelijk vrijkomen, maar het OM wil dat Lysander de R. langer achter de tralies blijft. Dat werd dinsdag duidelijk tijdens de zitting in Haarlem. De R., die in 2019 vanuit de gevangenis motorclub Hardliners oprichtte, met afdelingen in onder meer Alkmaar, wordt verdacht van leiding geven aan een criminele organisatie.

Mediapartner NH was aanwezig bij de behandeling van de zaak tegen Lysander de R., die in 2018 al werd veroordeeld tot negen jaar cel. Als voorman van de Hells Angels in Haarlem werd De R. verantwoordelijk gehouden voor geweldplegingen, bedreigingen, brandstichting en het leiding geven aan een criminele organisatie.

In augustus dit jaar zou de motorclubleider na vijf jaar cel eigenlijk met een enkelband weer naar buiten mogen. Een maand voor zijn vervroegde vrijlating werd de geboren Heemskerker echter opnieuw opgepakt in de gevangenis van Heerhugowaard, waardoor zijn vervroegde vrijlating niet doorging. Volgens het OM zou Lysander de R. tussen 2019 en 2022 zijn criminele activiteiten in de gevangenis door hebben gezet. Daarom eiste het Openbaar Ministerie dat de Hardliner niet vervroegd vrijkomt en zijn oorspronkelijke celstraf van 9 jaar helemaal uitzit. Lysander de R. zou zich volgens het OM schuldig hebben gemaakt aan misdragingen terwijl hij achter de tralies zit.

De R. richtte een paar dagen nadat de rechter in 2019 de Hells Angels verbood, een eigen motorclub op met de naam Hardliners. Het logo van de club is bijna identiek aan die van de Hells Angels. Binnenkort buigt de rechter zich over de vraag of de Hardliners, net als de Hells Angels, ook verboden moeten worden.

Volgens zijn advocaat Remco Kint neemt het OM via deze weg een ‘sneltrein’. Zo zou Lysander de R. drie jaar langer vast kunnen blijven zitten, terwijl hij nog niet veroordeeld is in de andere zaak. Lysander de R. noemde de eis van het OM dinsdag ‘buitensporig’. “Ik krijg het toetje voordat ik het hoofdmenu heb gehad”, zei hij tegen de rechter.

Inwoners regio mogen vrijwilligers nomineren voor bijzonder bedankje in november 🗓

Alles over veilig online cadeautjes kopen in bibliotheek Alkmaar

Wie vrijwilligerswerk doet, doet dat voor niets. Maar een welgemeend dankjewel is natuurlijk altijd fijn om te horen. Om vrijwilligers een hart onder de riem te steken en aan te moedigen is er in november de ‘Vrijwilligers Bedankt Week’. Aanmeldingen voor deze week zijn welkom vanaf maandag 9 oktober, de gemeenten Dijk en Waard, Bergen en Heiloo werken daarom met een speciale website.

“De gemeente Dijk en Waard is blij met alle vrijwilligers”, laat Wonen Plus Welzijn weten aan Streekstad Centraal. En dat geldt natuurlijk evenzeer voor de gemeente Heiloo en de gemeente Bergen. Of het nu om die ene schijnbaar onvermoeibare dorpsgenoot gaat, om iemand die zich inzet voor een museum of culturele instelling, een vrijwilliger in de zorg – veel mensen in de regio kennen wel een vrijwilliger die in positieve zin opvalt.

Daarom bedanken de gemeenten in de regio graag al deze vrijwilligers voor wat ze doen en wat ze bijdragen aan het welzijn van de mensen om hen heen. “Vrijwilligers maken het verschil!” Vrijwilligers in de gemeente krijgen hun bedankje in de week van zaterdag 4 november tot en met zondag 12 november. Dat bedankje kan bestaan uit een cadeau, een leuke activiteit of een andere vrolijke verrassing.

Voor de organisatie is het uiteraard wel van belang dat de vrijwilligers in de regio goed in kaart zijn gebracht. Daarom kunnen inwoners van de betrokken gemeenten zelf vrijwilligers die voor hen van betekenis zijn aanmelden. Met dat doel is de website Vrijwilligers Bedankt in het leven geroepen. De aanmeldingen kunnen worden toegestuurd vanaf maandag  9 oktober tot en met zondag 22 oktober.

“Op de kleintjes letten”: Gemeente Alkmaar laat jonge ouders kennismaken met wasbare luiers

Minder afval, minder kosten en eigenlijk maar een kleine moeite: er zitten veel voordelen aan wasbare luiers, toch kiezen jonge ouders nog vaak voor wegwerpluiers. Die pak je nu eenmaal makkelijk uit de zak en als de luier afgaat, kan ‘ie gewoon ‘op de grote hoop’. De gemeente Alkmaar wil ouders prikkelen om het over een andere boeg te gooien: “Het is echt een kennismaking.”

Christian Schouten is wethouder voor duurzaamheid en is enthousiast over het initiatief. Door gezinnen gratis luierpakketten aan te bieden hoopt de gemeente hoopt de gemeente de afvalberg in Alkmaar weer een beetje terug te dringen. “We willen een steentje bijdragen, goed zorgen voor de stad”, zegt wethouder Schouten. Want wegwerpluiers zorgen voor veel afval dat vermeden kan worden door stoffen luiers te wassen. Dat zet zoden aan de dijk, vindt Schouten, al begrijpt hij dat er ook kritische geluiden zijn. Samen met collega’s legt hij uit hoe een en ander in zijn werk gaat. (tekst gaat door onder de foto)

Wasbare luierbroekjes. (foto: Alkmaar Centraal)

Projectleider Gerie Hordijk kent alle ‘ins & outs’ van het luierprogramma. Ze vertelt dat er al veel aanmeldingen zijn: “Dit weekend kwamen er nog tien nieuwe bij, als ik het nu bekijk, zitten we op 35.” Daarmee is het streefgetal van 40 bijna gehaald. “Ja, dat komt wel vol hoor!” 40 deelnemers, dat betekent 40 gezinnen in Alkmaar die de wegwerpluiers even aan de kant schuiven. De gezinnen maken kennis met verschillende vormen van wasbare luiers, zodat ze zelf kunnen ontdekken wat voor hen het prettigst werkt. “We hopen dat het hierdoor makkelijker voor ze is om de stap helemaal te zetten.”

Voor het luierproject wordt samengewerkt met Caroline Beelen, dé expert in Noord-Holland als het om wasbare luiers gaat. Beelen was bijvoorbeeld in 2021 nog betrokken bij de recordpoging ‘wasbare luiers verschonen’ en werkt voor de Branchevereniging Wasbare Luiers. Zij voorziet een hoge slagingskans voor dit project: “Bij vergelijkbare projecten in andere gemeenten zien we dat 85% van de gezinnen doorgaat met wasbare luiers. Dat komt ook door de begeleiding die er is.” Want bij twijfel is er uitleg, hulp, ook in Alkmaar. Tijdens het project is er halverwege een bijeenkomst voor het ‘bijsturen van eventuele problemen’.

Dat de actie zich specifiek op gezinnen met kinderen richt heeft ook te maken met de uitdagingen die bij andere doelgroepen gelden. Volwassenen, ouderen veelal, die in zorginstellingen een luier om krijgen, hebben die vaak in combinatie met een medicijnkuur. “Als je dan op wasbaar overgaat komen er medicijnresten in het water, dat is heel lastig”, weet Beelen. Wel is er ook in de zorg veel belangstelling voor verduurzaming. (tekst gaat door onder de foto)

Luiers aan de lijn. (foto: Wikimedia Commons / C.K. Rose)

Op het initiatief van de gemeente zijn veel positieve reacties, vertelt wethouder Schouten. “Het zit ‘m in de mindset: mensen enthousiasmeren.” Getuige het hoge aantal aanmeldingen lukt dat, maar toch is niet iedereen overtuigd. “Ik hoor ook wel: zet dit nou zoden aan de dijk. Daar zeg ik dan op: als je niets doet, gebeurt er in ieder gevál niets. Het gaat ook om de kleine stapjes. Dus in dit geval letterlijk: op de kleintjes letten.” Om meer mensen te overtuigen werkt de gemeente ook samen met verloskundigen en andere zorgprofessionals. Ook hoopt ze inwoners ervan bewust te maken dat zindelijke kinderen nog minder luiers gebruiken, vroege zindelijkheidscommunicatie maakt dus ook een verschil.

De impact van het project valt te becijferen: de 40 gezinnen die straks overgaan op wasbaar besparen ruim een ton luierafval per jaar. Luiers en ander incontinentiemateriaal maken in Nederland zo’n 5% van de afvalberg uit. Tegelijk zegt dat nog niet alles over de werkelijke milieu-impact. Milieu Centraal berekent dat wegwerpluiers de afgelopen decennia de helft lichter zijn geworden en dus wel wat duurzamer; desondanks blijven ook volgens deze organisatie wasbare luiers de meest duurzame keuze.

Maar het gaat om meer dan duurzaamheid alleen, schrijft de gemeente. Wasbare luiers zijn op de lange termijn ook goedkoper. “Met wasbare luiers besparen ouders gemiddeld €500,- euro per kind”, stelt de gemeente. En dat getal wordt nog lager als ouders gebruik kunnen maken van het kennismakingspakket van de gemeente. Het project start op 11 oktober. Aanmelden kan nog via Alkmaar.nl.

Middenweg tussen Heiloo en Alkmaar blijft onverhard, gemeente gaat handhaven

Het mag niet, maar het is wel lekker kort: met de auto over de Middenweg van Alkmaar naar Heiloo. Deze route is populair onder automobilisten en wat Gemeentebelangen Heiloo betreft is dat ook helemaal niet zo’n slecht idee. Een voorstel van de lokale partij om de weg in de Boekelermeer gebruiksklaar en officieel te maken haalde het evenwel niet.

De huidige weg is duidelijk niet bedoeld voor autoverkeer. Het gaat om een weg vol kuilen, zonder verharding. Gemeentebelangen Heiloo had daarom voorgesteld de weg te asfalteren en de afzetting weg te halen. Er zou dan een extra verbinding tussen Heiloo en Alkmaar ontstaan en daar is, getuige het illegale gebruik van de weg, wel behoefte aan.

Maar het College gaat in die redenering nog niet mee. De gemeente moet juist handhavend optreden tegen automobilisten die van de route gebruikmaken, stelt de wethouder. De Middenweg blijft dus ook in de nabije toekomst officieel afgesloten voor doorgaand verkeer.

Twee auto’s weggesleept na aanrijding bij afrit N242

Ter hoogte van de Nollenweg en de Huygendijk heeft een aanrijding plaatsgevonden. Daar botsten dinsdag twee auto’s op elkaar. Midden op de kruising kwamen ze tot stilstand, waardoor het overige verkeer ook de nodige hinder ondervond. De oorzaak van het ongeval wordt nog onderzocht.

De hulpdiensten kwamen ter plaatse. Eén van de betrokken automobilisten moest worden meegenomen naar het ziekenhuis. De schade aan de auto’s was groot.

Een bergingsbedrijf heeft allebei de auto’s weggesleept. De afrit van de N242 naar de N508 en de N508 richting Alkmaar werden afgesloten voor het verkeer, omdat de politie onderzoek moest doen naar de toedracht van het ongeluk.

Asielopvang zorgt voor hoofdbrekens in Duinstreek

Op verschillende locaties in de Duinstreek worden asielzoekers opgevangen, of wordt daar in de nabije toekomst mee begonnen. Ook de gemeente Bergen moet aan zijn verplichtingen voldoen, maar hoe en waar precies, dat ligt gevoelig. Ook zijn er zorgen over de kwaliteit van de opvang zelf. Op een bewonersavond in Schoorl zegde de gemeente deze week toe dat er in ieder geval een algemeen telefoonnummer komt dat 24 uur per dag bereikbaar is.

Dat telefoonnummer zou onder meer gebeld kunnen worden bij overlast. Want dat is wat veel bewoners vrezen: verveling en uitzichtloosheid die zich uitwerken in misdragingen, in de directe omgeving van de opvanglocaties. Nu is die omgeving nog Egmond-Binnen, waar dertig jonge vrouwen opgevangen worden. Straks wordt dat Klein Zwitserland aan de Duinweg in Schoorl. Daar komen behalve jonge vrouwen ook jonge mannen – iets waar niet iedereen gerust op is. Vanaf 1 november worden ook nog maximaal 90 Oekraïners opgevangen in Bergen aan Zee.

Opvanglocatie Klein Zwitserland in Schoorl. (foto: NH / Anne Klijnstra)

Maar er zijn zeker niet alleen zorgen over overlast. Ook over de leefomstandigheden in de opvanglocatie bestaat ongerustheid. Eerder al kwamen er vanuit Petten geluiden over een uitzichtloze situatie in de opvang daar, waar jonge mensen depressief raken door de verveling en de Spartaanse huisvesting. Zeker alleenstaande minderjarige vluchtelingen, de groep die naar de Duinstreek komt, is kwetsbaar en dat gaat buurtbewoners aan het hart.

De huisvesting is in de gemeente Bergen van een wat hogere standaard, maar toch zijn er wel twijfels over de sanitaire voorzieningen. Kunnen de mannen en vrouwen in Klein Zwitserland wel gescheiden douchen, vragen mensen die het gebouw kennen zich af. Om dat te realiseren wordt het pand nog verbouwd, is het antwoord.

De gemeente wil in ieder geval een luisterend oor bieden. Maar de opvang is geen kwestie van te nemen of te laten: iedere gemeente in Nederland moet plaats maken voor asielzoekers, ook Bergen.

Met dronebeelden op zoek naar de weg: Oudorperpolder toneel van archeologisch onderzoek

Featured Video Play Icon

Wie maandag met de hond ging wandelen rond de Munnikkenweg, werd op sommige paden even tegengehouden. “We doen onderzoek met een drone”, legden medewerkers in oranje hesjes uit. “Die wilt u niet op uw hoofd krijgen. Kleine kans dat dat gebeurt, maar toch.” En dus liepen de Oudorpers dan maar even een ánder rondje, al liet een enkeling zich niet tegenhouden en werden alle waarschuwingen genegeerd.

Eén van de medewerkers in oranje hesjes blijkt stadsarcheologe Nancy de Jong. Streekstad Centraal sprak haar deze zomer nog in het depot aan de Bergerweg en toen ging het al kort over de bijzondere sporen die in de Oudorperpolder liggen. Maandag troffen we haar dus op locatie, zij het zonder opgraving. “Wat we hier nu doen kan zonder graven, we gebruiken verschillende camera’s.”

Die camera’s hangen onder de drone, die snorrend boven de koeien zwiert. “De drone vliegt een voorgeprogrammeerd rondje”, legt De Jong uit. “Dat hebben we dus van tevoren al bepaald. Hij gaat van de Middelburg naar de Nieuwburg en weer terug. Het stuk bij het klooster is minder interessant, dat is afgezand, maar hier hoop ik sporen van de oude Munnikenweg terug te zien.” Daarmee zijn we meteen in de werkelijkheid van de middeleeuwen beland. Door de ogen van De Jong ziet de Oudorperpolder er helemaal anders uit. “De Munnikenweg liep niet zoals ‘ie nu loopt, dat rechte stuk komt uit 1872. Eigenlijk slingerde de weg, dáár, en dan zó.” Ze wijst in de richting van de Stellingmolen, het straatje waar in het plaveisel nog te zien is dat er ooit een klooster stond. Vanaf dat klooster ging de weg dan naar de Nieuwburg, het vroegere kasteel waarvan de contouren zichtbaar zijn gemaakt. (tekst gaat door onder de foto)

Dit gedeelte van de Munnikenweg is niet zo oud als het lijkt. (foto: Streekstad Centraal)

“De weg was ook een dijk, je moet je voorstellen dat in die tijd het veen zakte, het water steeg, de mensen lieten hun route niet meer door de natuur bepalen, ze legden zelf dijken aan.” Het was een beetje redden wat er te redden viel. De Munnikenweg liep precies om het klooster heen, mogelijk dus om dat te beschermen; aan de andere kant rukten Vroonermeer en Zwijnsmeer op. “Bij de Middelburg, tegenover het schooltje lag die, was een haventje.”

De Jong deed eerder al onderzoek bij de Middelburg. Zo kwam ze ook op het spoor van de vroegere Munnikenweg, die op luchtfoto’s wel te herkennen valt, maar niet heel precies. Met de drone kan er veel meer detail worden vastgelegd, legt Jitte Waagen uit. Hij bestuurt de drone en doet onderzoekt naar de mogelijkheden van drones voor archeologisch onderzoek. “Ik ben op dit moment de enige in Nederland die dit doet”, vertelt Waagen. “De beelden die we vandaag met de drone maken zijn twintig keer preciezer dan wat er eerder met vliegtuigen is gemaakt. De drone vliegt op zo’n 70 meter boven het maaiveld.” (tekst gaat door onder de foto)

Jitte Waagen (links) bij de drone. (foto: Streekstad Centraal)

De eerste vlucht, om 10 uur ‘s morgens, wordt met een ‘lidar’ gedaan. Die scanner legt met behulp van laser nauwkeurig de contouren in het landschap vast. Om 12 uur volgt dan een vlucht met een camera die onder meer infrarood vastlegt. “Die gebruiken we om de staat van het gewas te controleren”, vertelt Waagen. Want het gras reageert op wat er in de ondergrond zit. Als daar steenresten zitten, ervaart het gras ‘stress’ en kleurt het net iets anders, groeit het net iets anders. De drone maakt ook nog een 3d-beeld en ‘s avonds worden er warmtefoto’s gemaakt.

“Die warmtefoto’s laten goed zien waar de grond het eerst afkoelt en waar er warmte vast wordt gehouden”, zegt Waagen. “Als er bakstenen in de grond zitten koelt het minder snel af.” De Jong kijkt een stukje verderop naar de koeien, die weinig onder de indruk zijn van wat er boven hen gebeurt. “Die koeien zijn wel een beetje een stoorzender”, zegt ze. “Die geven heel veel warmte af. Als een koe ergens heeft gelegen zie je dat terug in de warmtebeelden.” (tekst gaat door onder de foto)

De Jong en Waagen geven uitleg aan buurtbewoners. (beeld: Streekstad Centraal)

Alle opnamen samen geven een ongekend gedetailleerd beeld van de Oudorperpolder. “Ik hoop dat we nog wat andere bebouwing terug gaan vinden”, zegt De Jong. De loop van de Munnikenweg verwacht ze in ieder geval wel terug te gaan zien op de beelden. “Als je hier zo staat zie je hem eigenlijk al liggen”, wijst collega-archeoloog Peter Bitter. In het veld tekent zich een verhoging af, subtiel, maar onmiskenbaar.

Zo komen de Oudorper middeleeuwen tot leven, in kleur en reliëf – maar nog niet meteen. “Het is nog echt handwerk hoor. Helaas!”, lacht Waagen. “Al die verschillende data moeten we over elkaar leggen. Dat doe ik ook samen met Nancy. Dat gaat nog wel even duren.” Een half jaar, misschien wel negen maanden: Oudorp moet nog even wachten. Maar dan ligt er een rapport dat de geschiedenis van het dorp en zijn omgeving mogelijk herschrijft.