’s Avonds het huis niet meer uit willen of durven. Voor veel mensen op leeftijd is laat de deur uit gaan een flinke drempel. TAQA Theater De Vest in Alkmaar bedacht juist voor die groep mensen een speciale serie aan voorstellingen. Geen voorstelling die pas laat eindigt, maar overdag. Afgelopen dinsdag was al weer de derde van een zesdelige reeks aan voorstellingen. “Heel leuk en herkenbaar!”
Het theater organiseert nu al een aantal jaar middagvoorstellingen voor ouderen. “Vanuit de behoefte van oudere, eenzame mensen die in de avonden niet meer weg willen of durven zijn we op dit idee gekomen”, vertelt Marja Elzinga van Theater De Vest aan Streekstad Centraal. “Wij willen alle doelgroepen, en dus ook ouderen, naar het theater krijgen. Op deze manier komen de mensen toch zes keer per jaar het huis uit.”
Om dit voor elkaar te krijgen is het theater gaan samenwerken met een werkgroep: DinsdagMatinee. “Negen enthousiaste oudere Alkmaarders – die vaak naar het theater gaan – hebben meegeholpen met het samenstellen van de voorstellingen voor deze editie.”
En dat werpt zijn vruchten af, zo blijkt uit de reacties na afloop van de voorstelling. “Het is echt een geslaagde middag geweest”, vertelt Elzinga opgewekt. “Ik heb alleen maar blije mensen gezien en gesproken.”(tekst gaat door onder de foto).
Karin Bloemen wist met haar gezang veel mensen weer even mee terug te nemen naar de tijd van toen. “En dat doet de naam van de voorstelling eer aan: Grijs Gedraaid.” (foto: Streekstad Centraal)
Deze matinee gaf Karin Bloemen acte de présence. “Zij vindt het altijd erg leuk om in Alkmaar op te treden, zeker omdat ze zelf uit Noord-Holland komt”, zegt Elzinga. Maar niet alleen dát vond Karin Bloemen leuk aan deze voorstelling blijkt als Streekstad Centraal haar na de voorstelling spreekt. “De doelgroep komt uit een hele andere cultuur en tijd. Ik refereer aan muziek uit de jaren 50 en 60, maar deze bezoekers refereren juist aan muziek uit de jaren 20 en 30. Dat is erg leuk om te zien.”
Mede door de muziek is de voorstelling voor veel bezoekers erg herkenbaar. “Normaal kijk ik nooit zelf mee tijdens een voorstelling, maar deze keer heb ik dat wel even gedaan”, geeft Elzinga toe. “En ook ik kon me in sommige dingen die voorbij kwamen erg goed vinden.”
In februari is het tijd voor de volgende voorstelling uit de reeks. “Dat is weer een heel ander onderwerp. Maar ook die voorstelling sluit aan bij de ouderen.”
Trijn Rembrands. De 16-jarige verzetsheldin tijdens het Spaans beleg van Alkmaar. Symbool voor de Victorie, de strijd voor vrijheid, en voor daadkrachtige vrouwen toen én nu. En na de voorbereidingen achter de schermen laat Stichting Trijn Rembrands weten dat het definitieve ontwerp klaar is. Maar dat er alleen details gedeeld worden.
De stichting ziet graag een fiere Trijn van ná de strijd. “Dus geen Trijn met een vaandel vol met scheuren, of met een speer of een ketel met pek in de hand, zoals je op schilderijen ziet”, licht secretaris Harry de Bles toe. Daarnaast moet het beeld een verwijzing hebben naar de Rode Toren en heel belangrijk: het moet de jeugd ook aanspreken. (tekst gaat verder onder de foto)
Trijn Rembrands zoals de stichting haar juist niet wil afbeelden. (foto: Regionaal Archief Alkmaar)
Na twee voorronden viel de keuze op het ontwerp van Elisabet Stienstra. “Zij wist in één ontwerp twee jonge vrouwen te vangen, één uit de 16e eeuw en een uit deze tijd”, vertelt De Bles aan Streekstad Centraal. “Daarnaast gaat het om een stukje originaliteit en zeggingskracht. En dan is er nog haar materiaalkeuze om de historische en moderne Trijn te tonen. We vonden het gezicht niet zo aansprekend, maar ze zei dat we daar niet op moesten letten omdat ze met een model zou gaan werken.”
Stienstra’s Trijn staat er – als we op de beschrijving afgaan – inderdaad fier en vastberaden bij. Ze heeft één hand op haar heup en vanuit de andere vliegt een zilverkleurige vredesduif weg. De rechterzijde van het beeld toont de 16e-eeuwse Trijn in historische kledij, en wordt gemaakt van roestvrij staal, zoals te zien op de hoofdafbeelding van dit artikel. (tekst loopt door onder de foto)
De plek waar het standbeeld van Trijn zal komen te staan was al snel bepaald. (foto: Streekstad Centraal)
De linkerzijde en het hoofd verbeelden de moderne Trijn en dit deel wordt gemaakt van gegoten brons. Twee Trijnen in één dus. Ze staat met haar historische zijde op puin van de Rode Toren en met haar moderne kant op vredig gras. De sokkel wordt uit de Italiaanse steensoort Pietra Serena gehouwen.
“Voor het gezicht heeft Elisabet een Noord-Hollandse jonge vrouw van 16 jaar oud gevonden om haar te inspireren”, vertelt De Bles. “Bij de laatste bijeenkomst had ze een dik boek mee over kleding uit die tijd.” De moderne kant krijgt vanzelfsprekend kleding van deze tijd. Een spijkerbroek en All Stars, oppert de secretaris.
De details moet Stientra dus nog uitwerken en dat doet ze samen met de stichting. “We zullen straks bezoeken brengen. Elisabet heeft ook gezegd dat ze ons in elke stap wil meenemen. Dat is haar werkwijze. Wij zijn erg blij met het ontwerp en hebben er alle vertrouwen dat ze het gaat doen volgens haar ontwerp.” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Een silhouet van het standbeeld van Trijn. (beeld: Stichting Trijn Rembrands)
Met het definitieve ontwerp omhanden is Stichting Trijn Rembrands direct na de vakantie begonnen met het inzamelen van geld. “Het beeld gaat rond 80.000 euro kosten. De gemeente staat garant, maar wij hebben de commitment om zoveel mogelijk fondsen te vinden. We benaderen nu een aantal grotere fondsen. Later, als het beeld er concreter uit komt te zien starten we met fondsenwerving onder Alkmaarders. Dat sluit mooi aan bij de slogan van de 8 October Vereeniging: van Alkmaarders voor Alkmaarders.”
De onthulling van het beeld op haar plek aan de Wageweg is begin oktober. “Maar niet tegelijk met evenementen van Alkmaar Ontzet”, zegt Harry de Bles. “We kiezen een eigen moment.”
Donaties zijn overigens nu al welkom. Meer over het project is te vinden op trijnrembrands.nl. (foto: Dominique Panhuysen)
Afgelopen september vierde Theater Oberon nog haar 55ste verjaardag. Nu, een paar maanden later, staat de toekomst van de Alkmaarse musicalvereniging op losse schroeven. Verschillende subsidies zijn niet toegekend. “We kunnen niet eindeloos voor hulp blijven aankloppen, dus moet er structureel iets veranderen.”
Een belangrijke oorzaak van het tekort is het mislopen van subsidies, legt voorzitter Jenny Stelleman aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal uit. “We merken dat fondsen kritischer zijn en dat niet altijd duidelijk is waarom. Normaal gesproken ontvingen we subsidie voor twee voorstellingen in theater De Vest via het VSB-fonds. Dit jaar zijn beide aanvragen afgewezen onder andere doordat we niet laagdrempelig genoeg zijn. Het verbaast ons, want eerdere jaren zijn onze aanvragen altijd toegewezen.”
Door het wegvallen van de subsidies kampt Oberon nu met een tekort van 17.000 euro. “Hopelijk krijgen we via andere fondsen alsnog steun, maar dat weten we pas in maart of april. Fingers crossed.”
Naast de subsidies kampt Oberon met een teruglopend ledenaantal. De verhoging van de minimumleeftijd voor de jongste groep, van 9 naar 12 jaar, heeft de instroom laten verminderen. “We draaien die beslissing nu terug in de hoop dat meer kinderen zich weer aanmelden,” zegt Stelleman. “Of dat genoeg is, blijft afwachten.”(tekst gaat door onder de foto).
De toekomst voor musicalvereniging Oberon is onzeker door het niet krijgen van subsidies en het teruglopende ledenaantal. (foto: Facebook / Oberon Theaterproducties)
Om het gat in de begroting op te vullen is er in november een online inzameling gestart. Waar die inzameling in het begin erg voorspoedig verliep – tien procent van het streefbedrag in twee dagen – is dat begin januari nog altijd maar 39 procent van het totaal. Stelleman is ondanks dat erg blij met alle hulp. “De vele reacties en donaties, groot en klein, zijn hartverwarmend. Het is mooi om te zien hoeveel mensen zich met Oberon verbonden voelen.”
Toch ziet de vereniging in dat deze acties maar tijdelijk voor de nodige hulp kunnen zorgen. Er moet gezocht worden naar een structurele oplossing. “Het ledenaantal moet omhoog, en we moeten ook bezuinigen op salarissen,” legt Stelleman uit. “We hebben een professioneel team, wat de kwaliteit van de kinderen enorm ten goede komt. Maar als dat ons bijna failliet maakt, moet er iets veranderen.” (tekst gaat door onder de foto).
De acties om geld op te halen zorgen voor hulp van tijdelijke duur. Er moet gezocht worden naar een structurele oplossing om musicalvereniging Oberon in Alkmaar te behouden. (foto: Facebook / Norbert)
Voor leden zoals de 22-jarige Kyara van der Rhee is Oberon van onschatbare waarde. “Als de musicalvereniging echt uit Alkmaar zou verdwijnen zou dat eeuwig zonde zijn. Dit is de plek waar ik mezelf heb ontdekt. Hier heb ik geleerd wie ik wil zijn en hoe ik met andere mensen moet omgaan,” zegt ze.
Kyara maakt deel uit van de groep voor jongeren van 16 tot 23 jaar en heeft er hechte vriendschappen opgebouwd. “Het is belangrijk dat Alkmaar zo’n culturele plek behoudt, waar jongeren hun creatieve talenten kunnen ontdekken en misschien zelfs een theatercarrière kunnen beginnen.”
Breed lachend lopen ze in de coulissen van theater De Vest, na het ontvangen van een daverend applaus. Zo op het oog zou je zeggen dat alles in orde is. Maar achter de lachende gezichten leeft een zorg bij velen van hen: leven mijn vrienden en familie aan het front nog?
“Bijna iedereen uit de groep die uit Oekraïne komt, kent wel iemand die aan het front vecht,” vertelt Nataliia Tuzchak (21). Ook zij kent ze. Of kende. “Mijn oude balletleraar is omgekomen aan het front, en een andere kennis van me heeft zijn been gebroken.” Ze kent nog meer mensen aan het front en die belt ze allemaal vrijwel elke dag. “Je wilt toch even weten of ze nog leven.” (tekst gaat verder onder de foto)
Vaak denken de balletdansers aan de oorlog in hun land, maar tijdens voorstellingen moet alle focus gericht zijn het dansen. (foto: Streekstad Centraal)
Ondertussen reist Nataliia de hele wereld over om balletvoorstellingen te geven met de groep, waarvan de meesten uit Oekraïne komen. Zaterdagavond waren ze in Alkmaar, waar ze het Zwanenmeer speelden voor een uitverkochte Vest. Hoewel de groep een droomtijd beleeft, werpt de oorlog in Oekraïne een grote schaduw over het succes.
“Je gaat gewoon door, maar met de oorlog die steeds in je gedachte voorbij vliegt, is dat af en toe wel zwaar”, vertelt Martin Korol (20). Hij is geboren in Charkiv, maar verhuisde al vóór de oorlog naar Polen om zijn balletdromen na te jagen. Zijn familie woont nog wel in Charkiv, dat vorige week nog zwaar gebombardeerd werd door Rusland.
“Ik maak me elke dag zorgen om mijn familie,” vertelt Martin. “Het is pittig om je te blijven focussen op ballet, want er kan elke dag een bom vallen op het huis van mijn familie.” Ook om zijn geboortestad zelf maakt hij zich dagelijks zorgen. Russische troepen naderen nu op zo’n veertig kilometer van Charkiv. “Ik ben bang dat mijn stad deze winter nog wordt binnengevallen.”
Productiemanager Stefan Stolk ziet ook hoe de jongeren worstelen met het vinden van een balans tussen het vieren van de successen en het bezorgd zijn om hun vrienden en familie in Oekraïne. “Je ziet dat ze het er lastig mee hebben, maar ze presteren desondanks nog steeds fantastisch. Dat is ontzettend knap.” Hoewel hij niet in Oekraïne is geboren, wordt hij nu wel regelmatig geconfronteerd met de oorlog. “Ik zie ze vaak videobellen met mensen die aan het front vechten, dan komt de oorlog ineens heel dichtbij.” (tekst gaat verder onder de foto)
Terwijl het Charkiv City Ballet hun laatste danspassen uitvoert, geeft het publiek alvast een staande ovatie. (foto: Streekstad Centraal)
Omdat veel leden van de groep familie en vrienden hebben in Oekraïne, vinden ze veel steun bij elkaar. “We slepen elkaar er echt doorheen”, zegt Nataliia. Ze heeft niet al te lang de tijd om te praten met Streekstad Centraal, want ze moet zich snel omkleden en vroeg naar bed vanavond. Morgen treedt het Charkiv City Ballet op in Antwerpen.
De wel in Oekraïne geboren geluidsman Alex van de balletgroep zou eigenlijk nog liever even in Alkmaar blijven. “We zijn hier een paar dagen geweest en heb een heel fijn gevoel bij deze stad gekregen. Maar goed, we moeten door. Hopelijk kunnen we na onze tour weer terugkeren naar een veilig Oekraïne.”
Scheve pijpen en vals klinkend. Het is niet zoals je een monumentaal orgel wil zien en horen. En nu komt er alweer maanden helemaal geen geluid uit. Maar daar komt een einde aan. De stichting die waakt over de Noordeinder Vermaning en het Strümphler orgel in de kerk kan 10.000 euro provinciale subsidie tegemoet zien. “De zoektocht naar financiële steun is nu voor 90 procent, misschien zelfs wel iets meer, compleet.”
“De pijpen hingen helemaal scheef en leunden daardoor tegen elkaar aan. Dat is catastrofaal vanwege het zwakke materiaal”, vertelt voorzitter Gerard Kuin aan Streekstad Centraal. “De meeste van de pijpen zijn er afgelopen voorjaar al uit gehaald door orgelbouwer Flentrop. Bij elkaar zijn het er rond 300. Alleen de grote pijpen voorop staan er nog in voor het aangezicht. Flentrop heeft de pijpen nagekeken en een deel is nu hersteld.” (tekst loopt door onder de foto)
In het Strümphler Orgel van de Noordeinder Vermaning staan normaal rond 300 orgelbuizen. Alleen de grote zijn achtergelaten voor het aangezicht. (foto: Streekstad Centraal)
“Inmiddels is de volgende fase ingezet”, vervolgt Kuin. “Op 7 januari wordt de blaasbalg weggehaald. Die moet opnieuw geleerd worden, het leer moet worden vernieuwd. Ze nemen dan ook de motorkist mee om opnieuw te isoleren, zodat je daar het geluid niet meer van zal horen.” Vroeger werd de dubbele blaasbalg met een hefboom bediend, maar nu is daar een elektromotor voor.
Maar daarmee is de klus nog lang niet gedaan. De pijpen van het ruim 240 jaar oude orgel kwamen scheef te staan doordat de fundering eronder verzakt, en daarmee ook het balkon waarop het orgel staat. De voorzitter vertelt dat het orgel wordt verwijderd om de fundering te stutten, en om balken in het balkon te plaatsen die de last grotendeels afvoeren naar de voorgevel. Daarna wordt het balkon op de plek van het orgel geëgaliseerd en pas dan kan het orgel in vol ornaat worden teruggeplaatst. (tekst gaat verder onder de foto)
Gerard Kuin toont de dubbele blaasbalg. In de houten doos zit de elektromotor die voor de aandrijving zorgt en nu te veel geluid maakt. (foto: Streekstad Centraal)
De restauratie is een prijzige klus, maar gelukkig loopt de fondsenjacht voorspoedig, “Erfgoed Alkmaar van de gemeente en het Nationaal Cultuurfonds doen mee. Het grootste bedrag bedrag komt van VSB Fonds Waterland. We zitten wel in gemeente Alkmaar, maar qua VSB vallen we onder Purmerend-Waterland. Daar waren ze zeer bereid om ons te helpen. Verder zijn er nog Stichting Jan Boon en wijzelf dan, Stichting Noorder Vermaning”, somt Kuin uit zijn hoofd op.
“Het is een beetje de kunst van het aanvragen”, zegt de voorzitter met een glimlach. Hij is er handig in geworden. “De één doet mee omdat het een monument is, de ander weer omdat het cultureel erfgoed is. Ieder heeft zo zijn belang, maar wat wij belangrijk vinden is dat er geld binnenkomt voor de restauratie.” Alle inspanningen hebben er voor gezocht dat de stichting nu rond negentig procent van de financiering compleet heeft.”
En die laatste tien procent? Kuin heeft er vertrouwen in dat hij die ook bij elkaar krijgt. “Er zijn nog wel een paar mogelijkheden die ik kan uitzoeken.”
Ook met een beetje daglicht er doorheen, ziet het Strümphler orgel van de Noordeinder Vermaning er prachtig uit. (foto: Streekstad Centraal)
Het is rustig in de hal van het gemeentehuis van Dijk en Waard. We wachten er op de komst van erfgoedambtenaar Lieve-Lotte Groeneweg. Vandaag gaan we op erfgoedexcursie door de gemeente Dijk en Waard. De receptioniste wordt gevraagd of ze een vermoeden heeft waar we dan belanden. “Géééén idee!” Ze komt niet uit Dijk en Waard.
Maar bode Ruud wordt er meteen bij geroepen, en die aarzelt geen moment als hij de vraag krijgt doorgespeeld: “Ik denk naar Museum Broekerveiling. En mogelijk het Regthuis in Oudkarspel.”
Inderdaad staat zuurkool eten bij Museum Broekerveiling op de agenda. Maar dat doen we alleen als we tijd over hebben. Lieve-Lotte Groeneweg rijdt ons eerst naar de Oostdijk vlakbij Hensbroek, om daar een van de oudste stolpboerderijen van Heerhugowaard te laten zien. (tekst loopt verder onder de foto)
Het erfgoedenthousiasme en de daarbij passende kennis van Lieve-Lotte Groeneweg zijn indrukwekkend. Hier staat ze op een van de karakteristieke bruggetjes van Broek op Langedijk. (foto: Streekstad Centraal)
De 24-jarige erfgoedambtenaar van Dijk en Waard is op een missie. Vanmiddag mogen we ervaren dat Dijk en Waard net zo veel geschiedenis heeft als de gemeenten om haar heen. En minstens zoveel sporen in het landschap die ook onder het erfgoed vallen. Dat wil ze deze middag graag eens tonen: “Mijn streven is vooral dat het erfgoed van iedereen is en toegankelijk voor allen. Ten slotte is het een gedeelde geschiedenis van ons allemaal. Mijn doel is dit te koesteren, verder in kaart te brengen, in stand te houden om door te geven aan de generatie na ons.”
Eeuwenlang stond alles in deze regio in het teken van land- en tuinbouw. Dat geeft de laatste decennia veel terrein prijs. Veel Heerhugowaarders weten niet beter dan dat er altijd wel ergens een woonwijk in aanbouw is. Ook de meeste Langedijkers wonen inmiddels in een nieuwbouwwijk. (tekst loopt verder onder de foto)
In een jonge gemeente als Dijk en Waard is ook veel erfgoed uit de periode na 1965 te vinden. (foto: aangeleverd)
Maar ook dat levert erfgoed op, vertelt Goedeweg terwijl we over de Zuidtangent rijden: “Elke wijk in Heerhugowaard geeft een tijdsbeeld hoe er in dat decennium over stedenbouw en wonen werd gedacht. Als je heel Heerhugowaard bekijkt, dan zijn het eigenlijk jaarringen die elk hun eigen karakter hebben. In maar weinig andere steden kun je die ontwikkeling van de laatste 60 jaar zó lezen.”
Groeneweg wil iedereen aanmoedigen om anders naar de eigen omgeving te kijken, en dat ook meer te waarderen. Ze doelt op de eerste nieuwbouwwijken van Heerhugowaard, maar ook op de oude akkers op de geestgronden van Sint Pancras. De eerste successen lijken inmiddels geboekt. Dertig inwoners kwamen begin december af op een participatiebijeenkomst over een nieuw erfgoedbeleid. Meer dan 500 mensen vulden een enquête in van Dijk en Waard. De resultaten worden nu verwerkt. (tekst loopt verder onder de foto)
Sommige delen van de gemeente Dijk en Waard zien er nog net zo uit als eeuwen geleden, zoals het Oosterdelgebied. (foto: aangeleverd)
“Erfgoed zorgt voor verbinding”, vertelt de erfgoedambtenaar terwijl we in de auto zitten op weg naar de eerste bestemming. “Door erfgoed komen de verhalen uit het verleden tot leven. En daardoor ga je steeds meer met andere ogen naar je omgeving kijken.”
Daarom beginnen we aan de Oostdijk. De gevelsteen van de stolpboerderij laat het jaartal 1622 zien, zeven jaar eerder dan de inpoldering van Heerhugowaard. Hier kan Lieve-Lotte het verhaal vertellen van de druiplanden, die al bestonden aan de rand van het meer dat in 1629 werd drooggemalen voor de nieuwe polder Heerhugowaard.
Bewoner Coert Ruiter komt zelfs naar buiten, om te zien wie daar op de dijk zoveel belangstelling hebben voor zijn woonhuis. De stolpboerderij is mooi opgeknapt, en toch duurzaam dankzij de zonnepanelen op een overkapping in de tuin. De bewoner heeft geen monumentenstatus nodig om zijn woning zo oorspronkelijk mogelijk te laten. Ook over deze boerderij zijn na dit bezoek hele verhalen te vertellen, wat we bewaren voor een volgende keer. (tekst loopt verder onder de foto)
Cafe De Roode Leeuw is een monument in Zuid-Scharwoude waar materieel en immaterieel erfgoed wordt gekoesterd. (foto: Streekstad Centraal)
Want we moeten verder, op naar café De Roode Leeuw in Zuid-Scharwoude. Een fraai gemeentelijk monument, maar het erfgoed dat we hier opzoeken is de traditionele sport kolven. “Erfgoed kan ook gaan om tradities of gebruiken”, vertelt Lieve-Lotte Groeneweg. “Dat noemen we dan immaterieel erfgoed. Omdat kolven zijn bakermat in Langedijk heeft, is dat hier een belangrijk element in het immaterieel erfgoed.”
Deze middag is de damesclub aan het sporten in De Roode Leeuw. De meesten zijn al aardig op leeftijd, en ze hopen daarom dat zich tijdig verjonging aandient. Mogelijk dat de aandacht van Streekstad Centraal daaraan bijdraagt. De spelregels worden uitgelegd, maar dat dringt niet erg door. Want er moeten ook nog foto’s worden gemaakt. (tekst loopt verder onder de foto)
De kolfsport wordt nog voornamelijk beoefend door mensen die hier al decennialang bedreven in zijn. (foto: Streekstad Centraal)
De tijd gaat deze middag veel te snel. Daardoor moeten we het Museum Broekerveiling overslaan, maar ook de voorbeelden van de Post65 architectuur. Dat is architectuur van na 1965. “Bouwstijlen krijgen vaak pas meer waardering na een jaar of 50. Na 1965 is het meeste gebouwd in deze gemeente. Sommige panden zijn niet meer functioneel, zoals het station van Heerhugowaard. Er wordt dan snel gesproken over sloop en nieuwbouw. Toch zou ik nog graag het belang van naoorlogse architectuur in de gemeente Dijk en Waard kort benoemen.”
“Jong erfgoed zegt veel over het recente verleden en de identiteit en kwaliteit van wijken in de toekomst”, vertelt Groeneweg. Dat geldt ook voor andere gebouwen, zoals het gemeentehuis van Heerhugowaard en de Dyonisiuskerk.
Dat erfgoed inwoners kan verbinden, is een drijfveer voor erfgoedambtenaar Lieve-Lotte Groeneweg: “Juist het lokale erfgoed dat mensen verbindt, verdient extra aandacht binnen onze gemeente.”
In de lucht priemende spijkers, stukken vloer die los liggen, en daar waar ooit de toiletten stonden, resten nu alleen nog een paar gaten. Het is dus oppassen geblazen als je door de lighallen van de BroekerVeiling loopt. Het museum is volop in verbouwing en het meeste van wat er de afgelopen 50 jaar in is gebouwd, is er inmiddels uit gesloopt.
De BroekerVeiling verwelkomde afgelopen jaar meer bezoekers dan ooit. Om dat vast te kunnen houden en op duurzame wijze zelfs verder uit te bouwen is een uitgebreid plan opgesteld. Een deel daarvan is al uitgevoerd. Zo is er nu een bijenhotel, zijn er nieuwe zonnepanelen en wordt de rondvaartboot aangedreven door een elektromotor. Een paar weken geleden is een start gemaakt met hét grote project: een fris nieuw interieur voor de meer dan een eeuw oude lighallen. (tekst gaat verder onder de foto)
Gaten, opstaande spijkers en leidingen op de plek waar het sanitair en de keuken stonden in de lighallen van de BroekerVeiling. (foto: Streekstad Centraal)
Dat betekent natuurlijk eerst slopen. Álles wat niet origineel is, wordt verwijderd. Eigenlijk had de inbouw voor de vakantie weg moeten zijn, maar dat is niet gelukt. De aannemer werkt deze maandag en dinsdag door om de klus af te maken.
“Straks zijn de lighallen weer helemaal open”, vertelt directeur Ron Karels aan Streekstad Centraal. “Dat is de basis waar we mee gaan werken.”
Ook de expositie wordt flink opgefrist. “Vroeger ging het alleen over de veiling, maar we willen ook het verhaal vertellen over het gebied, en over duurzaamheidsuitdagingen die we als gemeenschap hebben”, licht de directeur toe. “Over elektriciteit is nu veel te doen, maar ook dat groente lokaal en verantwoord wordt geproduceerd, met veel minder bestrijdingsmiddelen.”
Wanneer alles klaar is, lopen de bezoekers een horecagedeelte binnen, met verwarmde vloeren en grote glazen wanden. Alles gesitueerd tussen de oude, originele looppaden. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Vanuit het verwarmde horecagedeelte is er vrij zicht op de rest van de lighallen, met daarin de expositie. (beeld: Museum BroekerVeiling)
Voorbij de horeca wordt het ongeveer zoals het was: in het midden water en aan de flanken de expositie. Maar ook weer zo veel mogelijk open. Het middelste looppad krijgt overigens geen leuningen. “In Alkmaar zijn er ook geen leuningen langs de grachten”, zeg Karels. “Er gebeurt daar ook bijna nooit wat, we zijn gewoon gewend aan water om ons heen.”
Absoluut nieuw is de manier waarop mensen straks kennis gaan maken met de geschiedenis van de veiling en de omgeving. “Het Rijk der Duizend Eilanden, dat klinkt als een sprookje en dat is het ook. We hebben een nieuw creatief concept, waarin we met figuren gaan werken die het verhaal door het museum heen vertellen en we willen beginnen met een overrompelende 4D-expositie. Mensen krijgen in vijf minuten de historie van Noord-Holland op een leuke manier mee, en het belang van het Rijk der Duizend Eilanden.” (tekst gaat verder onder de foto)
De vloer is al helemaal weg uit één van de watergoten in de lighallen van de BroekerVeiling. (foto: Streekstad Centraal)
Maar ook buiten zet de vernieuwing door. Op het eiland met het bijenhotel komt een nieuw paviljoen. “Dat gaat er uitzien als een grote ui, en dat wordt dan het Proeflab”, aldus Karels. “Dat doen we bewust dichtbij het winkelcentrum zodat mensen daar het kunnen zien.”
Natuurlijk zijn de verbouwingen niet gratis. Karels is dan ook erg blij dat gemeente Dijk en Waard bereid is om flink te investeren. Medebestuurslid Wouter van Assendelft – hij gaat over het geld – sluit zich daarbij aan. “Dat was niet altijd zo, maar de laatste jaren is de gemeente zeer begaan met het museum. Dat heeft zich letterlijk uitbetaald in incidentele en ook structurele bijdragen.”
In 2022 maakte de gemeente 1,8 miljoen vrij voor achterstallig onderhoud en nieuwe plannen, op voorwaarde dat het museum zelf 900.000 euro regelde. In november legde de raad 1,2 miljoen bij. “Het is fijn dat hiermee een stukje authentiek gebied bewaard blijft”, verwijst Van Assendelft ook naar de aandacht voor het Oosterdel.
De geplande feestelijke heropening van de lighallen, nog zonder de nieuwe expositie want die komt de volgende winter, is eind juni tijdens het evenement Koolinair.
“Ik ga mijn galakostuum alvast naar de stomerij brengen.” Naud van Geffen, directeur van TAQA Theater De Vest heeft iets om naar uit te kijken. De Alkmaarse schouwburg maakt een goede kans om Theater Van Het Jaar 2024 te worden. Daarvoor moet het alleen nog wel de nationale top verslaan in theaterland: het DeLaMar Theater in Amsterdam, het Luxor Theater in Rotterdam, de Stadsschouwburg in Utrecht en de Parkstad Limburg Theaters in Heerlen, Kerkrade en Sittard.
Het gaat om een jaarlijkse prijs van de Vereniging Vrije Theater Producenten (VVTP). “Dus zeg maar van de artiesten en producenten die in de Nederlandse theaters komen optreden”, verduidelijkt Van Geffen. Theater De Vest was nog nooit eerder genomineerd. “Je kunt je ook niet kandidaat stellen. Je moet elk jaar afwachten of je ertussen zit. We vroegen ons al af wat we nog konden doen om wat meer op te vallen.”
Maar nu is het dus eindelijk zover. De staf was super verrast toen de nominaties bekend werden. Nu het nieuws is ingedaald zijn de medewerkers vooral trots. En Van Geffen heeft kunnen nadenken over de vraag waar De Vest de nominatie nu aan te danken heeft.
Theaterdirecteur Naud van Geffen denkt te weten waardoor Theater De Vest nu kanshebber is op de titel Theater van het Jaar 2024: zijn mensen. (foto:aangeleverd)
“Qua stenen kunnen we het nooit winnen van de De-La-Mars en Luxors van deze wereld. We hebben een verouderd theater met kleine kleedkamertjes. Maar als we de prijs in de wacht zouden slepen, is het te danken aan onze mensen en de gastvrijheid.”
“Waar we uniek in zijn, zijn onze vijf vrijwilligers die optreden als gastvrouwen voor de artiesten en hun gevolg. Daar ontstaat in de loop der jaren soms echt een persoonlijke band. De artiesten weten inmiddels: ‘als we naar Alkmaar komen, staat bijvoorbeeld Brenda weer voor me klaar’. Afgelopen weekend trad Tineke Schouten op. Zij blijft naderhand echt even zitten met onze mensen”, vertelt Van Geffen.
En ook de ploeg die de techniek verzorgt voor de optredens, zet altijd een stapje extra voor de artiesten: “Ze zijn ontzettend flexibel en zeggen bijna nooit nee. Daar boffen we enorm mee.”
De Vest gaat de strijd aan met grote namen uit de theaterwereld en hoopt de ‘Theater van het Jaar’ prijs in de wacht te slepen. (foto: Streekstad Centraal)
Sinds 2010 reikt de VVTP de Theater van het Jaarprijs uit. De leden beoordelen alle theaters in Nederland aan de hand van verschillende criteria op het gebied van communicatie, marketing, uitstraling en gastvrijheid van het theater, ondernemerschap en de kwaliteit van samenwerking tussen theater en producent.
En ook al is het pas de eerste keer dat Alkmaar tussen de nominaties zit, Van Geffen denkt dat ze echt wel kans maken. “De prijs gaat echt niet altijd naar de grote jongens. Spijkenisse won de prijs de laatste twee keer. En eerder was het Doetinchem die er drie keer mee vandoor ging.”
Hij hoopt op 27 januari met een grote delegatie te kunnen afreizen naar Theater De Stoep in Spijkenisse, waar de prijs tijdens een show wordt uitgereikt. Hij had er nog niet over nagedacht wat ze dan aantrekken: “Misschien wordt het wel galakleding, het is toch wel een heel speciale gelegenheid. Ik vind het in ieder geval een hele leuke erkenning voor dit team.”
Weisse Circustheater komt zondag 5 januari naar Cool in Heerhugowaard met de voorstelling Be Kind, een bijzondere voorstelling speciaal gemaakt voor baby’s van 6 tot en met 18 maanden oud.
Be Kind is afgestemd op de belevingswereld van baby’s. Laat ze verrassen door een speelse mix van jongleren en acrobatiek. Met een ingetogen sfeer, rustgevende kleuren en vloeiende bewegingen worden de zintuigen van de kleintjes geprikkeld en hun nieuwsgierigheid gewekt. Na mogen ze zelf het decor verkennen.
Een theaterbezoek met je baby is niet alleen ontzettend leuk, maar ook goed voor de ontwikkeling”, aldus Megan Briars van Cool. “Theater helpt bij het versterken van sociale, emotionele en cognitieve vaardigheden. Voorstellingen zoals Be Kind bieden een veilige, rustgevende omgeving waar kinderen op hun eigen tempo de wereld kunnen ontdekken. Dit bevordert hun creativiteit en nieuwsgierigheid. Bovendien versterkt het samen beleven van theatermomenten de band tussen ouder/verzorger en kind, wat belangrijk is in de eerste levensjaren.”
Het Weisse Circustheater, onder leiding van Emilie Weisse, staat bekend om intieme, poëtische circustheatervoorstellingen. Emilie Weisse groeide op in een familie van circusartiesten en ze combineert haar achtergrond in acrobatiek en theater met een unieke visie. Haar voorstellingen zijn een prachtige mix van eenvoud, beweging en verwondering. Met Be Kind richt zij zich op de allerkleinsten, waarmee zij aantoont dat kunst geen leeftijdsgrenzen kent.
De voorstelling wordt zowel om 13:00 uur als om 15:00 uur gehouden en duurt een half uur. Tickets zijn verkrijgbaar via coolkunstencultuur.nl Let op: het aantal plaatsen is beperkt. (foto: Moon Saris)
Cultuur voor jongeren heeft de afgelopen paar jaar een flinke impuls gekregen. Gemeente Alkmaar kreeg 900.000 euro te spenderen aan activiteiten voor en door jongeren. Al is er goed gebruik van gemaakt, het geld is nog niet helemaal op. In plaats van dat het overschot weer op de grote hoop wordt gegooid, blijft het volgend jaar ook nog beschikbaar.
Het Rijk riep in november 2022 de Impuls Jongerencultuur in het leven, en daarvan ging 9 ton naar Alkmaar. Inmiddels hebben jongeren in de gemeente geld gekregen voor 69 initiatieven. Van technofestivals en cabaretavonden tot documentaires, graffitiworkshops en jazz jamsessies, de regeling geldt voor van alles en nog wat.
“We zijn trots op de projecten die al gerealiseerd zijn en kijken uit naar de projecten die we aankomend jaar kunnen ondersteunen”, aldus cultuurwethouder Anjo van de Ven. “Het is fijn dat de jongeren de regeling zo goed weten te vinden en er gebruik van maken. De regeling sluit namelijk perfect aan bij de Cultuurvisie van de gemeente Alkmaar, waarvan het ondersteunen van talenten en het uitbreiden van de jongerencultuur een groot onderdeel is.” (tekst gaat verder onder de foto)
Jongeren van 14 tot en met 27 jaar bepalen zelf voor welke activiteiten ze de subsidie willen inzetten. (foto: Streekstad Centraal)
Maar er zit nog 70.000 euro in de pot. De verwachting is dat hiervan nog zeker 14 culturele jongerenprojecten van kunnen worden gesubsidieerd. De gemeente heeft regels vastgesteld voor subsidieaanvragen, en daarbij is het mogelijk om aanvullend budget te krijgen voor een initiatief dat eerder met Impuls-geld was opgestart.
Jongeren van 14 tot en met 27 jaar kunnen vanaf 1 januari een aanvraag indienen. Bij de steun inbegrepen zit persoonlijke begeleiding door cultuuradviseurs van de gemeente, om projecten soepel en succesvol op te zetten, en om deze eventueel een lang voortbestaan te kunnen geven. (foto: Keith Montgomery)