Nieuw perspectief op Nederlands landschap: ‘Mensen uitnodigen voor andere ervaring’

Twee versierde ramen met uitzicht op een gebouw en bomen aan de overkant van een kanaal.
Featured Video Play Icon

Het Nederlandse landschap ervaren we bijna dagelijks, maar de plek van waaruit je het bekijkt, is voor iedereen anders. Dat was de inspiratie voor kunstenaar Marwan Bassiouni. “Ik wilde foto’s maken die mensen uitnodigen om een andere ervaring van het Nederlandse landschap te hebben.”

Voor zijn serie New Dutch Views bezocht Bassiouni meer dan zeventig moskeeën in Nederland. Vrijdag is zijn expositie in de Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar geopend.

Door zowel het uitzicht op het landschap als het interieur van de moskee op de foto te zetten, komen twee culturen samen in één beeld. Hiermee heeft de kunstenaar geprobeerd om een ander perspectief van de islamitische religie te tonen dan we in de Nederlandse samenleving misschien gewend zijn.

Mannelijke spreker met muts spreekt in microfoon in een kerk. Op de achtergrond de tekst "De geschiedenis van Grote Sint."
Door het Nederlandse landschap te fotograferen vanuit een gebedsruimte wil kunstenaar Marwan Bassiouni een ander, vaak nieuw, perspectief laten zien. (foto: Streekstad Centraal)

“Het is natuurlijk heel interessant om dat vanuit de binnenkant van een moskee – wat we normaal niet zien – te beleven. Terwijl we wel het ons bekende Nederlandse landschap herkennen”, zegt Naud van Geffen, directeur TAQA Theater De Vest en Grote Kerk. “We zijn een huiskamer voor Alkmaar, maar we zijn er echt voor iedereen.”

En dit is niet het enige werk van Bassiouni dat in de kerk te bewonderen is. In de consistorieruimte zullen ook een aantal werken uit de serie Prayer Rug Selfies hangen. Dit is een soort dagboek waar hij twee belangrijke elementen van zijn identiteit onderzoekt: het kunstenaarschap en het islamitische geloof.

De expositie is te zien tot 8 september in de Grote Kerk. “Het leuke is dat in alle foto’s, ook die van New Dutch Views, een link met Alkmaar zit”, sluit Van Geffen af.

Sluispolder fietspad gaat komende week open, maar eerst maken de wethouders een proefritje

Fietsers rijden langs een afgesloten weg met verkeersborden in een landelijke omgeving.

“Is hij al open? Wanneer gaat hij dan open? Er staan doorlopend fietsers langs het hek”, vertelt Alex de Haan, die al een half jaar volop aan het genieten is van het mooie uitzicht op de polder tijdens het werken. “Als je een beetje van natuur houdt, dan is het hier prachtig.”

Hij kan goed begrijpen dat mensen niet kunnen wachten tot het Sluispolder fietspad tussen Alkmaar en Bergen weer opengaat. “Door de levering van de betonplaten waar het fietspad van is gemaakt heeft het ook nog langer geduurd dan gepland. Dat is heel erg balen natuurlijk”, zegt Alex. (tekst loopt verder onder de foto)

Midden in de natuur staan zes mannen in werkkleding en veiligheidsvesten samen te praten.
Alex (de tweede van rechts) heeft het afgelopen half jaar samen met zijn collega’s gewerkt aan het Sluispolderfietspad. Het pad is breder, veiliger en duurzamer geworden. (foto: Streekstad Centraal)

Het fietspad is al bijna een half jaar afgesloten, omdat-ie niet meer voldeed aan de eisen. Maar inmiddels is het pad zo goed als af, breder en duurzamer. En omdat er geen lantaarnpalen geplaats mogen worden, omdat het door een natuurgebied loopt, geeft het fietspad zelf licht in het donker.

Door de werkzaamheden moeten fietsers omrijden via de Kogendijk of de Bergerweg. Tot grote frustratie van omwonenden. Maar daar komt snel een einde aan. Donderdag 25 juli worden de hekken aan de kant gezet en kunnen de fietsers weer gebruik maken van het pad door de polder. (tekst loopt verder onder de foto)

Betonnen pad langs een wilde bloemenweide met grasaren en een blauwe lucht met wolken.
De wethouders zijn erg blij met hoe de samenwerking is verlopen. Door een gulle bijdrage – maar liefst 75 procent van de kosten – van de provincie is het fietspad helemaal vernieuwd en inmiddels zo goed als af. (foto: Streekstad Centraal)

Vrijdagmiddag mochten wethouders Christiaan Peetoom van gemeente Alkmaar en Ernest Briët van gemeente Bergen een proefrit maken. Met fiets en al stonden ze klaar om als eerste het vernieuwde en verbrede fietspad uit te testen. “Ik gebruik zelf ook heel vaak dit fietspad om van Bergen naar Alkmaar te gaan”, legt Briët uit. Ook hij is daarom blij dat het fietspad weer opengaat.

Maar eigenlijk zijn beide wethouders niet écht de eersten. De Bergense Tibert van Dijk vertelde een maand geleden aan Streekstad Centraal dat ongeduldige mensen met fiets en al over de hekken klommen. Zelfs vrijdag gebeurde dat. Terwijl de wethouders, werkmannen en pers zich verzamelden wurmden mensen zich met fiets en al door de hekken. Ze werden teruggestuurd door een kordaat optredende Peetoom. (tekst loopt verder onder de foto)

Twee mannen fietsen over een pad door een groen landschap met gras en bomen.
Voor nu is het fietspad nog afgesloten omdat de laatste puntjes nog op de i worden gezet. Wethouders Christiaan Peetoom en Ernest Briët mochten alvast een proefrit maken. (foto: Streekstad Centraal)

Na de proefrit worden de hekken weer goed dicht gezet. De puntjes moeten nog op de i gezet worden en dan mag iedereen gebruik maken van het fietspad. Tibert kan ook echt niet wachten. “Elke dag fiets ik er langs, maar moet ik toch weer langs die weg. Donderdag ga ik meteen kijken of hij open is.”

Innovatie binnen de productie-industrie: kansen in de regio Alkmaar [Advertorial]

Mensen werken in een industriële keuken met haarnetjes en schorten aan.

Als hart van Nederlands ondernemerschap en innovatie is de regio Alkmaar voortdurend in beweging. Binnen de sectoren technologie en productie vindt er een opvallende verschuiving plaats, met name als het gaat om innovatie. Hierbij spelen zowel grote als opstartende bedrijven een cruciale rol in het vormgeven van de toekomst van de lokale economie.

Een sprankelend voorbeeld van hoe innovaties het productieproces optimaliseren, is het toegenomen gebruik van slimme technologieën en geautomatiseerde systemen. Deze ontwikkelingen maken het niet alleen mogelijk om efficiënter te werken, maar ook om duurzamer te produceren met minder afval en lagere energiekosten.

Het implementeren van geavanceerde software en AI-gestuurde machines leidt tot aanzienlijke verbeteringen qua snelheid, kostenbesparing en kwaliteitscontrole. Dit zijn essentiële factoren voor bedrijven die competitief willen blijven in een snel veranderende industrie. Door deze technologische vooruitgang kunnen lokale bedrijven hun positie zowel op nationaal als internationaal niveau versterken.

In Alkmaar en omgeving wordt er bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan het verbeteren van logistieke processen binnen de productie-industrie. De focus ligt daarbij op het verminderen van doorlooptijden en het maximaliseren van de uitvoer. Dit draagt bij aan een sterkere, meer verbonden economie die goed is uitgerust om te reageren op marktveranderingen.

Samenwerking tussen industrie en onderwijs

Binnen Alkmaar wordt er bovendien sterk ingezet op samenwerking tussen productiestart-ups en onderwijsinstellingen zoals Hogeschool Inholland Alkmaar. Het doel is om een vruchtbare wisselwerking te creëren waarbij studenten kunnen leren van praktijkervaringen en tegelijkertijd nieuwe ideeën kunnen aandragen binnen de sector. Deze samenwerking versterkt niet alleen het onderwijs- en ondernemersklimaat, maar stimuleert ook lokale economische groei door middel van hoogwaardige afstudeeropdrachten en projecten.

De steun voor opstartende bedrijven en initiatieven die gericht zijn op technologische innovaties heeft als resultaat dat er nieuwe banen worden gecreëerd en dat de regionale kenniseconomie wordt versterkt. Dit proces wordt verder gestimuleerd door investeringen vanuit zowel de openbare als de privésector, waardoor een gunstig klimaat ontstaat voor ondernemers en creatieve denkers.

Nieuwe kansen door moderne technologieën

Eén aspect dat vooral interessant is in Alkmaar, is hoe traditionele industrieën zoals die van de voedselverwerking kunnen profiteren van moderne technologieën. Innovaties zoals sensortechnologie en gegevensverzameling en -analyse bieden bedrijven enorm veel nieuwe mogelijkheden rondom tracking en kwaliteitsbewaking van producten gedurende het hele productieproces.

Dit soort geavanceerde hulpmiddelen maken niet alleen nauwkeurigere bewaking mogelijk, maar dragen ook bij aan betere besluitvorming gebaseerd op grondige gegevensanalyses. Hierdoor kunnen bedrijven flexibeler inspelen op de behoeften van klanten en op veranderingen binnen de markt.

Duurzaamheid als kernpunt

Verder speelt duurzaamheid een steeds belangrijkere rol binnen de productiewereld. Veel Alkmaarse bedrijven richten zich momenteel op ‘groene’ veranderingen, wat inhoudt dat zij hun methodes herzien om milieuvriendelijker te zijn door middel van recycling-initiatieven of door groene energietoepassingen te gebruiken in hun operationele activiteiten.

Als eindconclusie kunnen we stellen dat het landschap van de productiesector in Alkmaar dynamisch en vol met kansen zit voor diegenen die bereid zijn te innoveren en zich aan de moderne eisen aan te passen. Met bedrijven zoals Critical Minds, die zich toeleggen op het optimaliseren van bedrijfsprocessen, staan we aan de vooravond van een tijdperk waarin vooruitgang door middel van innovatie duidelijk wordt nagestreefd.

Jort Rommel (19) is straks misschien wereldkampioen Meubelmaken: “Weet nog niet hoe goed de anderen zijn”

Man in oranje shirt van Team Netherlands bij een houten meubelstuk in werkplaats.

Tot ruim drie jaar geleden had Jort Rommel (19) nog nooit iets met hout gedaan. En nu mag hij als vertegenwoordiger van het Horizon College naar het wereldkampioenschap Meubelmaken in het Franse Lyon. “Bijzonder dat ik mee mag doen. Maar de zenuwen beginnen nu wel te komen, hoor.”

“Ik wist wel dat ik iets met mijn handen wilde doen, maar wat, dat wist ik echt niet.” Al met al was het mazzel dat hij zijn passie ontdekte, want Jort kende verder niemand die meubelmaker was. Tijdens een open dag wist hij het zeker: dit is wat ik ga doen. Het stukje vakmanschap, dat trekt hem er zo aan, de voldoening iets moois maken. En wat blijkt? Hij is er geweldig goed in.

In maart werd Jort al Nederlands Kampioen Meubelmaken voor mbo’ers. En toen de Limmer hoorde dat hij ook nog eens in september naar het WK mocht was hij “ontzettend blij. Maar ik wist ook dat ik het enorm druk zou gaan krijgen de komende tijd.” Want om deel te mogen nemen, moet je minimaal 280 uur trainen. (tekst loopt verder onder foto)

Drie dagen per week is Jort Rommel bezig op school om zo goed en zo snel mogelijk meubels te maken. (foto: Ingeborg van der Enden)

Dus Jort bouwt zich suf: het ene kastje na het ander maakt hij tijdens zijn opleiding bij het Horizon College in Heerhugowaard. Voorheen nam hij zijn meubels nog wel mee naar huis, “maar het begint nu zo veel te worden…” De rest laat hij maar op school staan. Daarnaast moet hij niet alleen veel vlieguren maken, maar vooral ook snel leren werken.

Er komt namelijk nog een extra component bij het WK: waar Jort normaal gewend is zijn tijd te nemen, “om een zo mooi mogelijk product af te leveren”, moet de meubelstudent nu onder tijdsdruk opereren. “Ik krijg daar maar 22 uur om iets te maken en dat zie je niet vaak in mijn vak.” Wát hij precies moet gaan creëren in die 22 uur, is nog niet duidelijk. “Ik heb drie tekeningen gekregen, en daar wordt het een van. En die tekening wordt tijdens het WK ook nog eens voor dertig procent veranderd.”

Op het WK werken ze met een ander soort freesmachine. Omdat ze deze op school niet hebben, mag Jort mag een paar keer naar de andere kant van het land om met zo’n apparaat te oefenen. (foto: Ingeborg van der Enden)

Want het mag natuurlijk niet te makkelijk zijn op zo’n wereldkampioenschap. Jort houdt er wel van, een uitdaging. Maar spannend is het ook. Daarom krijgt Jort – naast lessen Engels, want dat moet hij in Lyon gaan spreken – ook mentale training. “Zodat ik daar geen black-out ga krijgen en gefocust kan werken. Dat de stress het niet overneemt.” (tekst loopt verder onder foto)

Tot september rest Jort de schone taak van: oefenen, oefenen, oefenen. “Vooral van die ouderwetse verbindingen die nauwelijks meer voorkomen, die je met handzaag en beitel moet maken.” En wie weet wat al dat trainen hem straks oplevert op het WK. “Ik hoop natuurlijk dat ik zo hoog mogelijk eindig, maar ik weet nog niet hoe goed de andere studenten zijn. Dus dat is afwachten.”

Het WK in Lyon is 10 t/m 15 september.

Juf Deet deed het dertig jaar op haar manier: “Kleuters zijn net sponsjes, ze zuigen alles op”

Een vrouw in een oranje jurk zit glimlachend in een bus omringd door kinderen.

“Kijk, zo gaat dat dus in Groet!” Enthousiast zwaait juf Deet – met om haar heen tientallen tierende kleutertjes – naar toeterende en wuivende voorbijgangers. Het Zonnetreintje brengt de hele kliek naar een restaurant in het dorp waar Deet Stelder na bijna dertig jaar onderwijs in Groet, afscheid neemt van het schoolleven. “Je leeft echt met elkaar mee.”

“Kleuters zijn net sponsjes. Ze zuigen alles op.” Deet wist het al van jongs af aan: later word ik kleuterjuf. “En je kan zo leuk met ze lachen, het is aandoenlijk.” Drie jaar studeerde ze bij KLOS – een speciale opleiding tot kleuterjuf die al jaren niet meer bestaat. “Bij onze laatste schooldag kregen we formulieren om een uitkering aan te vragen.” Want – inmiddels onvoorstelbaar – werk in het onderwijs was er nauwelijks toen.

Dus wat deed Deet? Ze ging haar twee zussen achterna, die stewardess waren en met de mooiste verhalen thuiskwamen. Enkele jaren later kon ze tóch werken al kleuterjuf, op de Petrusschool in Groet. Maar van het vliegwerk wilde ze geen afscheid nemen, dus het werd een combinatie. Deet werkte 42 jaar als stewardess, waarvan 25 óók als kleuterjuf. “Dat was best pittig. Soms was ik in het weekend naar Delhi en als ik thuiskwam moest ik de volgende dag weer naar school. Maar het was ook heerlijk! Vliegend kon ik mijn geestelijke batterij opladen. En ik nam de ervaringen van tijdens het reizen ook mee in de klas.” (tekst loopt verder onder foto)

Groepsfoto van kinderen en begeleiders, schooljaar 1996/97, basisschool St. Petrus.
Een jonge juf Deet, links in het rood, tijdens haar eerste jaar als kleuterjuf op de Petrusschool in Groet. (foto: aangeleverd)

Want dat was juf Deet: ze maakte van de praktijk haar leerstof. Geen vormen bestuderen uit een boekje in een stoffig klaslokaal, “ik hou er heel erg van als kinderen alles met hun lijfje ervaren; horen, zien, proeven, voelen. Wat is een cirkel? Kom, we maken een wandeling door de wijk, verkeersborden bekijken en de wielen van auto’s.”

Dat klinkt als de juf waar we allemaal van droomden vroeger. Deet lacht. “Ik ben ook heel streng, hè! Een consequente, strenge juf, omdat ik vind dat er orde moet zijn en respect voor elkaar. Dan kun je ook af en toe de touwtjes laten vieren en slap liggen van het lachen.” En dat werkte. Op de Petrusschool werkte Deet zo’n twintig jaar, waarna de school fuseerde en veranderde in De Klimduin. (tekst loopt verder onder foto)

Liever op pad met de kleuters, dan alles uitleggen in het klaslokaal. Zo ook tijdens deze kabouterwandeling (foto: aangeleverd)

Met nog tien jaar op basisschool Het Klimduin tikt Deet nu bijna de dertig jaar als kleuterjuf aan. Jaren waarin de schoolkinderen van toen zag veranderen in de ouders van nu. Haar leertechniek heeft ze in die tijd echter nooit veranderd. “Ik zou ook niet weten waarom. Kinderen blijven kinderen. Duidelijkheid, grenzen stellen, respect en liefde geven aan een kind en de kinderen naar elkaar, dat is tijdloos.”

Maar ouders veranderden in die periode natuurlijk wel, erkent Deet, net als de maatschappij en het onderwijs. Toch mocht Deet altijd haar eigen onderwijs ‘maken’: “Ik ben altijd heel vrij gehouden door directeuren, de resultaten waren er ook naar. Als ik buiten wat mannen van de gemeente een boom zag snoeien, hoefde ik het niet eerst te overleggen om die man even de klas in te halen en hem met de kleuters wat vragen te stellen.” Niet dat ze geen vastgestelde leerdoelen had, hoor. “Je zou ervan schrikken hoeveel. Maar die verstop ik in ontdekkingsreizen; ik verpak ze in dingen die ik leuk vind.” (tekst loopt verder onder foto)

De kleuters van basisschool de Klimduin zitten in een kring in een klaslokaal met juf Deet.
“Hoe praten we in het restaurant?”, vraagt Deet. Kleuters, in koor: “Rustig!” Vlak voordat het Zonnetreintje aankomt, neemt juf Deet het uitstapje met de kleuters door. (foto: Streekstad Centraal)

En ze vond een hoop leuk, die juf. En de mensen in de regio droegen haar een warm hart toe. “Ik kon altijd beroep doen op de middenstanders.” De fietsenmaker kwam met liefde langs om wat te vertellen, Boer Polle leerde ze over schapen, of de brandweer kwam langs zodat iedereen zijn pak kon voelen. “Wanneer ik met de kleuters ging wandelen bij het Klimduin, en we rustten even, dan kwam de slager al naar ons toe met plakjes worst.” Want iedereen kent juf Deet, “je kent elkaar en je hebt een band.”

En zo eindigde juf Deet donderdag haar schoolleven óók met hulp uit de buurt; het lokale Zonnetreintje van Frank Hoogvorst bracht haar en de kleuters voor het afscheid naar een restaurant van schoolouders, waar de hele bups aan de pannenkoeken ging. “Het is goed zo”, beseft Deet. “Ik zal de werkdruk niet missen. Maar de kinderen wel, mijn collega’s, het contact met de mensen.” Ze is even stil, denkend aan dertig jaar voor de klas. “Het was ontzettend leuk. Ook intensief. Genieten. Ik heb zo ontzettend gelachen. Het was vooral een heel warm bad.”

Vanwege het succes is er dit jaar geen lichtjesavond in Alkmaar: “We hebben er slapeloze nachten van gehad”

Een uit de hand gelopen evenement. Zo kan je de Lichtjesavond Alkmaar wel noemen. “De opkomst is denk ik vertienvoudigd”, schat  Ilse Ketzer van de organisatie. En hoe blij en trots ze ook is op deze goede opkomst, heeft dat ook zo zijn keerzijde. “Het wordt ieder jaar groter. Zo groot dat we nu handjes te kort komen.”

Met veel moeite maakte de organisatie dinsdagmiddag met een Facebookbericht bekend dat de Lichtjesavond Alkmaar dit jaar niet doorgaat. “We hebben er slapeloze nachten van gehad. Het is echt ons kindje, maar we konden nu niet anders dan het af te blazen”, legt Ilse uit.

Het evenement van De Lionsclub is over de jaren heen al veel veranderd. Wat ooit in 2014 begon als een leuk initiatief om geld op te halen voor het goede doel, liep al snel uit tot een jaarlijks groeiend evenement met muziek en al. Een evenement dat goed in de smaak valt bij de Alkmaarders. (tekst loopt verder onder de foto)

Het jaarlijkse evenement wordt steeds groter. Zo groot dat er dit jaar niet genoeg geld is om het door te kunnen laten gaan. (foto: Marco Schilpp)

Met honderden bootjes bevaren de mensen de verlichte vaarroute. En omdat het evenement zo groot werd, kwam daar het laatste jaar zelfs een wandeltocht bij. “Na corona zijn alle evenementen uit hun voegen gebarsten, iedereen was er weer aan toe denk ik.” De opbrengsten van het evenement gaan ieder jaar naar een lokaal goed doel.

Maar Lichtjesavond Alkmaar kan dit jaar dus allemaal niet doorgaan, omdat er te weinig mankracht en geld is om het uit zijn jasje gegroeide evenement goed en veilig te laten verlopen. Er zijn steeds minder sponsoren terwijl de kosten stijgen. “We organiseren het met vier vrijwilligers en op de dag zelf met een stuk of twintig. Maar we hebben nu ook professionele hulp nodig”, legt Ilse uit. (tekst loopt verder onder de foto)

Ilse Ketzer (r) organiseert graag de Lichtjesavond, maar doet dat – net als de andere vrijwilligers die op de foto staan – in de avonduren naast haar gewone werk. Nu het evenement zo groot is geworden, hebben ze professionele hulp nodig. (foto: aangeleverd)

Het bericht dat er dit jaar géén Alkmaarse lichtjesavond is, bleef niet lang onopgemerkt. Raadslid Boran Bilbal van BAS gaat er alles aan doen om het dit jaar toch nog door te laten gaan. Hij heeft vragen gesteld aan het college. “Als het college niet wil, stap ik naar de raad. We moeten Alkmaar aantrekkelijk houden. Vooral voor jongeren, die gaan al steeds vaker naar Amsterdam.”

Hij hoopt dat er nog geld in het “evenementenpotje” zit. “We kunnen dit niet voor die paar centjes niet door laten gaan.” Of het hem daadwerkelijk gaat lukken is nog maar de vraag. Voor nu ligt de focus bij Ilse al op 2025. “We moeten het anders gaan inrichten, zodat alles veilig kan verlopen. We hebben twee datums ingepland bij de gemeente en gaan er nu al mee aan de bak.”

Flyeren en vloggen heeft nut gehad: 9-jarige Nila en Anouk zijn in gesprek met de wethouder over kruising

Flyers ophangen en vloggen. De 9-jarige Nila en Anouk mochten samen met hun moeders op bezoek in het Stadhuis van Alkmaar om in gesprek te gaan met wethouder Christiaan Peetoom. Met een grote glimlach op haar gezicht vertelt Nila: “Ik heb de wethouder ontmoet. Echt heel cool.”

Inmiddels is het bijna twee maanden geleden dat ze een petitie begonnen voor een aanpassing van “het gevaarlijke kruispunt” van de Herman Gorterpad met voorrangsweg Multatulilaan in Alkmaar. Ze hebben flyers rondgedeeld en vlogs opgenomen om aan de gemeente te laten zien wat er aan de hand is.

De meiden lopen dinsdagmiddag vol enthousiasme uit het stadhuis. “Jullie hebben het echt heel erg goed gedaan”, zegt moeder Nikie. Met trots kijken de moeders toe hoe Nila en Anouk op en neer springen. “Ze waren heel zenuwachtig, dat komt er nu volgens mij allemaal uit”, zegt Nikie lachend. (tekst loopt door onder de foto)

Het was aan Anouk (l) en Nila (r) om de wensen van de buurtbewoners over te brengen aan de wethouder. Hun moeders mochten niet veel zeggen, want dan kregen ze meteen te horen: ‘Mam, het is mijn gesprek.’ (foto: Streekstad Centraal)

“Ik mocht zelfs in de stoel van de burgemeester zitten”, zegt Anouk trots. Moeders Nikie en Racheli kregen samen met hun dochters een rondleiding door het stadhuis, wat ze heel erg leuk vonden, maar daar kwamen ze uiteindelijk niet voor.

Meer dan 300 mensen hebben de petitie getekend en Nila en Anouk werden door de wethouder uitgenodigd om op gesprek te komen. Ze hebben alle ideeën – die de buurtbewoners hadden toegestuurd – gepresenteerd. Van verkeersdrempels tot een stoplicht. Racheli wist al te vertellen dat de snelheid waarschijnlijk niet verminderd kan worden, omdat het een losstaand fietspad is. (tekst loopt door onder de foto)

Het is volgens de bezorgde moeders regelmatig een gekkenhuis op de kruising met de voorrangsweg Multatulilaan. (foto: aangeleverd)

Ze zijn erg blij dat er naar hun geluisterd en dat er nu serieus gekeken gaat worden naar wat er aan dit kruispunt kan veranderen zodat de ouders hun kinderen daar gewoon durven laten oversteken. “Ik ga nu nog elke dag mee”, zegt Nikie. Racheli vult haar aan: “Ik zag vanochtend alweer bijna mis gaan.”

De gemeente laat weten dat er na de zomer gekeken wordt wat er mogelijk is voor het kruispunt. Maar nu mag er wat gevierd worden, terwijl de meiden maar niet stil te krijgen zijn, zegt Racheli: “Kom meiden we gaan een ijsje halen. Jullie hebben het verdiend.”

Veilige schoolzones in heel Alkmaar; kruising bij St. Adelbertus op de schop

Alle kinderen moeten veilig naar school kunnen. Voor de gemeenteraad van Alkmaar is dit een belangrijk focuspunt. Het eerstvolgende project voor een veilige schoolomgeving is de herinrichting van de kruising bij de St. Adelbertusschool aan de Blekerskade. Daar profiteren ook de scholieren van het vlakbij gelegen PCC Het Lyceum van. Maandagochtend 22 juli starten de werkzaamheden.

De kruising bij de St. Adelbertus is al een schoolzone, maar een sober ingerichte. Aan weerszijden van de Blekerskade is SCHOOLZONE in de bestrating gelegd en de stoep langs de Costerstraat – Troelstrakade doorgetrokken. Op iedere hoek staat een paaltje met rood en reflecterend zilvergrijs. Geen verhoogde kruising dus, en ook geen vrolijk gekleurde hekken en palen met bovenop een grote hand of octopus.

Van maandag 22 juli is de kruising bij de St. Adelbertus afgesloten voor een herinrichting. “De kruising wordt verhoogd en er komt een zebrapad aan de kant van de Meester P.J. Troelstrakade”, licht Katarina Nikolic van Stadswerk072 toe. “Deze maatregelen zullen ervoor zorgen dat bestuurders met minder snelheid over de kruising gaan.”

Bij verdere navraag bevestigt de woordvoerster dat er geen kleurige hekken en palen op de kruising bij de St. Adelbertus komen. Gemeente Alkmaar werkt aan een programma voor veilige schoolzones met een uniforme en goed herkenbare inrichting, maar er moet nog proef worden gedraaid. De gemeente wilde niet langer wachten met het veiliger maken van de kruising Blekerskade – Troelstrakade. (tekst loopt door onder de foto)

De schoolzone van de Saturnusstraat in Oudorp is ingericht waarschuwingsborden en kleurige hekken en palen. (foto: Google)

Komen er nog wel kleurige hekken en palen? “Daar zal nog wel naar gekeken worden”, aldus Nikolic. “Het programma met de uniforme schoolzones is echt nog opstartende.”

De werkzaamheden worden op vrijdag 2 augustus afgerond. Omrijden gaat om het Emmakwartier en het Staatsliedenkwartier heen, dus via de Vondelstraat, Willem de Zwijgerlaan, Kennemerstraatweg en de Nieuwelandersingel. De routes staat aangegeven op borden. (foto: Stadswerk072)

Grote drukte bij dakdekkers door extreme regen: “Minder tijd voor mijn gezin”

“Het is onwijs druk. Ik word helemaal platgebeld door mensen uit de buurt.” De extreme regelval in de lente- en zomermaanden heeft ook een enorme invloed op de werkdruk bij dakdekkers in de regio. Fijn toch, die extra inkomsten? “Aan de ene kant wel, maar aan de andere kant…”

“Wil je komen kijken bij me?” De telefoon van dakdekker Tim van den Berg van Tim’s Dakservice in Noord-Scharwoude staat bijna dagelijks roodgloeiend. “Lekkage, regenpijpen die eraf zijn gewaaid door stormen, of er moet een heel nieuw dak komen.”

Dakdekkers uit heel het land zien een toename van het aantal meldingen over dakproblemen die een direct verband hebben met de extreme regenval, laat de Dakdekkersgids weten. De daken van nu zijn niet gebouwd voor dit soort constante regenval. Tim: “Ze kunnen die grote buien niet aan, zijn er niet op berekend.”

Omdat Tim ook aan een groter project werkt, heeft hij het extra druk met de particulieren die nu vaker bij hem aankloppen. “Die doe ik ‘s avonds en in de weekenden.” Ja, het heeft natuurlijk z’n voordelen, die drukte, want je kan er goed aan verdienen. “Maar aan de andere kant lever ik veel vrije tijd in en heb ik minder tijd voor mijn gezin.” (tekst loopt verder onder foto)

Er zijn ook gewoon te weinig dakdekkers volgens Tim van den Berg. “Maar mijn bonuszoon wordt wel loodgieter, net als zijn vader, hij gaat soms met mij mee om te leren.” (foto: aangeleverd)

Ook dakdekker Ramon Eringaard van Noord Holland Dakwerken ziet niet alleen maar voordelen van zo’n volle agenda. “Dan moet je ‘nee’ gaan verkopen aan mensen en dat is ook niet wat je wil. Vijf tot tien keer per dag word ik gebeld, maar op een gegeven moment zit het vol.” Tim vult aan dat er ook gewoon sprake is van een personeelstekort binnen de sector. “Ik heb zo vaak een oproep gedaan, maar de Nederlandse jeugd wil niet meer dakdekken, lijkt het wel. Zonde, want het is goed geld verdienen nu.”

Beide mannen zweren bij ‘goed onderhoud’ om problemen zo goed mogelijk te voorkomen, al blijven de daken niet gemaakt voor deze hoeveelheden neerslag. Desondanks, “houd daken schoon”, zegt Tim, “en na de herfst alles even goed nalopen.” Kijk vooral heel goed naar de afvoeren, tipt Tim tot slot: haal alle blaadjes en bende eruit. “Mensen gooien echt van alles op het dak, zeker in grote steden.”

‘Personeelstekorten bij omgevingsdienst risico voor gezondheid’

Omgevingsdienst Noord-Holland Noord kan niet genoeg milieucontroles uitvoeren. Net als bij zo’n beetje alle  omgevingsdiensten in het land, is er een tekort aan gespecialiseerd personeel. Dat blijkt uit jaarstukken van de organisaties. Dit verhoogt het risico op schadelijke stoffen in de natuur, de leefomgeving en in ons eten.

Diverse milieuorganisaties vinden al langer dat er te weinig toezicht is op vervuilende bedrijven. Nu staat het ook zwart op wit in de jaarstukken van drie omgevingsdiensten in de provincie, constateerde NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal, samen met de NOS en een aantal andere lokale omroepen.

Omgevingsdiensten zijn verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van vervuilende bedrijven. Ze komen ook opdraven in tijden van vuurwerkopslag, bij asbestsanering en ze controleren jachtvergunningen. Dit kan niet zomaar iedereen doen. Men moet uitgebreide kennis hebben van een reeks aan chemische stoffen. Een landelijke milieucommissie concludeerde al in 2021 dat er teveel omgevingsdiensten zijn, met als gevolg versnippering van de kennis. Volgens Omgevingsdienst NHN stappen sommige specialisten op om zichzelf als ZZP’er in de markt te zetten. Je zou kunnen zeggen ‘mooi, dan kunnen meerdere omgevingsdiensten ze inhuren’. Maar een tekort is een tekort, en zelfstandigen zijn doorgaans (een stuk) duurder. (tekst gaat verder onder de foto)

Omgevingsdiensten houden ook controles in opslagruimten voor vuurwerk. foto’s: OD NHN

Milieuchemicus Chiel Jonker stelt dat vooral het beknibbelen op milieucontroles een probleem is. “Bij onvoldoende controles heb je kans dat er giftige stoffen door de mazen van het net heen glippen.” Deze stoffen kunnen in de grond of het oppervlaktewater komen en vervolgens in de gewassen, het vlees en de vis die we eten. Afhankelijk van de concentraties, vormen ze dan mogelijk een gezondheidsrisico. Bij de buren, Omgevingsdienst IJmond, wordt niet beknibbeld op de controles van vergunninghouders, maar dat gaat wel ten koste van controle op bedrijven die (nog) geen vergunning hebben, maar misschien wel nodig hebben en de aanvraagprocedure moeten doorlopen.

De omgevingsdiensten bieden nu zelf een opleiding, maar het kost tijd voor de trainees zelfstandig kunnen en mogen handelen. Het is ook niet bekend over voldoende trainees zijn. (foto: OD NHN)