“Mensen enthousiasmeren over de sterrenkunde, dat is het doel van dit weekend”, zegt Paul. Hij is vrijwilliger bij de Heerhugowaardse Stichting Sterrenwacht Saturnus en deelt zijn passie voor sterrenkunde graag. Tijdens de Landelijke Sterrenkijkdagen van dit weekend komt hij wel aan zijn trekken, want de stichting ontving zo’n 700 bezoekers.
“We organiseren het hele jaar door activiteiten, maar tijdens de Landelijke Sterrenkijkdag pakken we echt uit”, zegt Paul. “Vrijdag en zaterdag konden bezoekers hier van alles zien en lezen over het heelal en vooral de sterren.” In de avond kon door telescopen naar sterren en de maan gekeken worden, en dat sloeg aan. “Er stonden rijen tot aan de parkeerplaats,” zegt Paul.
Eef en Paul, vrijwilligers bij Stichting Sterrenwacht Saturnus (foto: Streekstad Centraal)
De meeste stichtingen die in het weekend van de Landelijke Sterrenkijkdagen activiteiten organiseren, doen dat alleen op vrijdag en zaterdag. Maar de fanatiekelingen in Heerhugowaard pakken de zondag ook gewoon mee. “We willen een dag hebben die in het teken staat van kinderen en kwamen er een aantal jaar geleden achter dat zondag daarvoor de beste dag is, dus die pakken we nu ook elk jaar mee”, zegt Paul. En de stichting is niet alleen tijdens de avonden ‘open’.
Paul heeft zondagmiddag net zijn koffie op en gaat de bezoekende kinderen helpen bij het waterraketschieten. Voor velen het hoogtepunt van de dag. Het concept: kinderen nemen een 1,5 liter petfles mee, knutselen daar een ‘raket’ van en vullen die met een laagje water om het een waterraket te maken. Vervolgens komen ze naar Paul toe, die op een grasveldje om de hoek staat met een fietspomp. Die wordt aangesloten op een kurk die in de opening van de fles zit. Vervolgens pompen de kinderen net zo lang lucht in de fles tot de luchtdruk zo hoog wordt dat de fles wegschiet. (tekst gaat door onder de foto)
Kinderen zijn druk bezig met het knutselen van de waterraket die later het luchtruim moet kiezen. (foto: Streekstad Centraal)
Als de tienjarige Tijs komt aanlopen met zijn zojuist geknutselde waterraket weet Paul al genoeg. “Twee mooie vleugels en een scherpe punt, deze gaat ongetwijfeld heel hoog en ver.” Het is voor Tijs de eerste keer dat hij meedoet aan de Landelijke Sterrenkijkdagen, en het zal ook niet de laatste keer zijn.
“Het is heel leuk om zo’n waterraket te maken, en al helemaal als hij zo hoog gaat”, zegt hij. “Kinderen worden hier razend enthousiast van”, ziet Paul. “Het waterraketschieten heeft dan niet zoveel te maken met sterrenkijken, maar omdat kinderen er elk jaar weer ontzettend veel plezier in beleven, blijven we het doen.”
De waterraket van Tijs schiet richting het heelal. De theorie van de natuurkunde op een leuke manier in de praktijk gebracht tijdens de sterrenkijkdagen. (foto: Streekstad Centraal)
Niet alleen kinderen beleven plezier aan het waterraketschieten, ook voor Paul zelf en zijn collega Eef is het genieten geblazen op een middag als deze. “Dit is toch het allermooiste dat er is?”, zegt Eef. “Ik beleef hier zelf minstens zoveel plezier aan als de kinderen. Ik ben dan misschien wat ouder, maar er zit nog steeds een speels jongetje in me.”
Wanneer de volgende ronde waterraketlanceringen gaat beginnen, kijkt Eef even snel naar boven. “Kijk, de maan komt al een beetje tevoorschijn!”, jubelt hij. “Daar kunnen we dan als afsluiting van het weekend nog even mooi naar kijken.”
“Eigenlijk ben jij dat toch? Pastoor des Vaderlands?” Jan-Jaap van Peperstraten kreeg dankzij zijn activiteit op social media vele reacties met die strekking. “Toen dacht ik van nou ja, als jullie me die mantel omhangen, dan heb ik dat maar te accepteren.” En zo kwam Nederland aan een ‘Pastoor des Vaderlands’. Eentje uit de Alkmaarse binnenstad, maar parochiaal actief in de hele regio. “Het is in de aanloop naar carnaval natuurlijk ook een beetje het spel met scherts en ernst.”
We spreken met de kersverse pastoor des vaderlands af in zijn ‘hoofdkantoor’, de Sint Laurentiuskerk aan het Verdronkenoord. Hij ontvangt ons voor de ingang in het zonnetje. Het is zijn stijl, leren we later, en wellicht komt het ook een beetje doordat het binnen slechts 8 graden Celsius is, een schril contrast met de heerlijke buitentemperatuur. Na even het interieur te hebben bewonderd, gaan we zitten om het over zijn kersverse ‘benoeming’ te hebben.
“Er was een hele groep ‘des vaderlandsen’, vertelt pastoor Van Peperstraten. Hij noemt een ritsje titels op. “Het was heel wat, maar vanaf de één op de andere dag besloten die dat niet meer aan ‘des vaderlands’ te doen – want dat is uitsluiterij – en we zijn nu ‘der Nederlanden’.” Zelf ziet hij het woord vaderland breder, meer synoniem met thuisland. “Het klinkt ook veel officiëler. Ik vind het een beetje jammer eigenlijk, een beetje saai. Toen maakte iemand daar een grapje over. Eigenlijk ben jij dat toch? Pastoor des Vaderlands?” (tekst gaat verder onder de foto)
Onder het genot van een kop koffie bespreken we met Jan-Jaap van Peperstraten zijn titel en de wereld. (foto: Streekstad Centraal)
Dat vonden andere volgers ook wel wat, dus besloot hij die titel maar publiekelijk op zich te nemen. Natuurlijk wel met een knipoog. “Als je het serieus gaat nemen zakt het door zijn hoeven”, stelt de theoloog. Nou oké, uitgezonderd personen als Willem van Oranje-Nassau, die met recht ‘des vaderlands’ zijn. “Bovendien hoor ik het is uit de tijd. Nou fantastisch, want pastoors zijn per definitie uit de tijd. Dus ja, geef die mantel maar aan mij en dan ga ik er wat leuks mee doen.”
Uit de tijd is de ‘pastoor des vaderlands’ zelf zeker niet. Hij is heel actief op sociale media en sinds kort heeft hij een website in de lucht. Inmiddels kunnen mensen daar reacties of andere berichtjes achterlaten. Kritiek is prima, maar wel graag netjes. “Ik hou mezelf het recht voor om die reactie dan te excommuniceren”, zegt hij met een lach.
Via de digitale wereld kan Van Peperstraten veel meer mensen bereiken. Hij wil er graag zijn voor iedereen. En dat lijkt sinds corona meer nodig. Hij ziet vooral een toegenomen interesse onder jongeren. “Er zijn heel veel mensen die de weg niet goed meer weten. Die wel iets met zingeving lusten, maar waar stap je heen? Misschien willen ze wat meer weten over de kerk en dan moet je jezelf als kerk op een positieve manier naar buiten toe richten.” Iets waar de kerk hier in zijn ogen nooit sterk in is geweest. (tekst gaat verder onder de foto)
Kerken zijn nog wel eens naar binnen gekeerd, net als de uiterlijk sobere Sint Laurentiuskerk. Van Peperstraten treedt zelf graag juist naar buiten. (foto: Streekstad Centraal)
Van Peperstraten probeert dat stukje zingeving te bieden, serieus maar niet te zwaar en vooral niet belerend. “Wijsvingertjes zijn mensen echt heel erg allergisch voor”, weet hij. “Ja dat hoort ook een beetje bij ons land. Nederland is een beetje een gezagscrisis met een vlag en een taal. Zo is Zweden bijvoorbeeld veel meer collectief. Hier zijn we als kikkers in de pan en dan spetteren we alle kanten op.”
Hij geeft liever wat positivisme mee, maar doet niet aan lege beloften. “Je hebt altijd een kans om iets zinnigs te doen, ook al zie je het echt even niet meer zitten. Raap jezelf op, en als dat niet lukt, geef dan iemand anders even een duwtje. Bevries niet. In de coronatijd hebben we hard ons best gedaan om dat de boodschap te laten zijn”
Tot slot wil Van Peperstraten graag zijn nieuwe boek promoten. Vooruit dan maar. “Ik heb een boek geschreven, een inleiding in de katholieke kerk dat heet ‘Katholiek’. Ja, nu ga ik even reclame maken”, lacht hij. “Ik krijg natuurlijk behoorlijk wat zinzoekers over de vloer en die willen meer weten, maar als ik ze een boek wil aanraden struikel ik eigenlijk alleen maar over Amerikaanse inleidingen, maar je proeft dat er iets niet klopt. Het is niet wie wij zijn.” De pastoor noemt zijn boek een rondleiding door het katholieke geloof in de lage landen. “Heel toegankelijk en niet strijdbaar. Het boek komt uit bij Kok Boekencentrum op 27 maart.”
Vloeken in de kerk. Het mag eigenlijk niet, maar vandaag mocht het voor een keer een soort van. Zaterdagmiddag stond de Grote Kerk in Alkmaar in het teken van Internationale Vrouwendag en dan ‘slut sticks’ in het bijzonder. Onder begeleiding van kunstenares Lara Schnitger maakten deelnemers hun eigen creaties van lingerie op stokken. “De vrijheid van de creativiteit en een belangrijke boodschap komen hier op een hele mooie manier samen.”
Een Grote Kerk vol werkbanken en bergen met lingerie en andere knutselbenodigdheden. Deelnemers aan de workshop slut stick maken hadden niks te kort. In groepjes werd er gewerkt aan de verschillende sticks, en dat was soms nog best even aanpoten. “Jeetje wat is het moeilijk om die punaise in dat hout te krijgen”, klaagt een deelneemster tegen haar collega-knutselaar.
Ondanks dat het soms lastig was, overheerste het enthousiasme zaterdagmiddag. Vrouwen die elkaar nog nooit gezien hebben werken samen alsof ze elkaar al jaren kennen. “Het is zo leuk om op deze manier toch weer nieuwe mensen te leren kennen! Dat zorgt ervoor dat niet alleen buiten het zonnetje schijnt, maar ook hier binnen in de Grote Kerk!” Zelfs Streekstad Centraal moet er aan geloven. Hier en daar moet er een handje geholpen worden of iets worden aangegeven. “Geef die schaar eens als je wil”, klinkt het. “Hou eens even vast alsjeblieft.” (tekst gaat door onder de foto).
De kunstenaressen van de middag zochten tussen de grote hopen lingerie de mooiste items uit voor hun eigen ‘slut sticks’. (foto: Streekstad Centraal).
Het idee van de slut sticks is begonnen bij kunstenares Lara Schnitger. Zij maakt vaker gebruik van stokken bij haar werk en zodoende is ze op het idee gekomen om er slut sticks van te maken, een kunstwerk op een stok, versierd met lingerie en statements. Daarmee wordt aandacht gevraagd voor vrouwenrechten en zelfbeschikking.
“Een slut stick staat er om bekend dat het lekker sletterig mag en stiekem ook moet zijn”, vertelt Schnitger aan Streekstad Centraal. “We gebruiken de stokken als basis en die versier je dan helemaal met lingerie hoe je het ook maar wil, hoe gekker hoe beter zou ik zeggen.”
Die kunstwerken moesten natuurlijk ook een naam krijgen, maar daar hoefde Schnitger niet zo lang over na te denken. “Omdat het natuurlijk stokken zijn, sticks, die gebruikt worden stond dat deel van de naam al best snel vast. En aangezien het lekker ordinair en sletterig is, maar wel met een doel vond ik de naam ‘slut stick’ wel toepasselijk.” (tekst gaat door onder de foto).
Er werd in groepen hard gewerkt om de mooiste ‘slut sticks’ te maken voor de optocht later op de dag. (foto: Streekstad Centraal)
Naast de gezelligheid van de middag hebben de slut sticks ook een wat serieuzere betekenis deze Internationale Vrouwendag. “Op deze manier komt de boodschap dat vrouwen op een normale manier behandeld moeten worden en niet als seks- of lustobject gezien moeten worden weer even goed aan het licht”, vertelt Schnitger.
“Ik heb ook doeken meegenomen naar de kerk met dingen spreuken als ‘my body, my rules’ en ‘be the walker not the dog’ dat alles om de boodschap duidelijk te maken. En mede doordat het vandaag Internationale Vrouwendag is komt het belang daarvan goed naar voren.”
Na een klein uurtje hard werken is het tijd om de kunstwerken aan de buitenwereld te laten zien. Een voor een gaan ze door de grote deuren naar de voorkant van de Grote Kerk. Daar wordt een rij gevormd waarmee ze een rondje door de binnenstad van Alkmaar gaan lopen. “We gaan maar een klein rondje doen hoor want het zijn best zware dingen”, zegt Schnitger lachend. (tekst gaat door onder de foto)
In het warme lentezonnetje liepen de vrouwen met hun zelfgemaakte slut sticks protesterend een rondje door de binnenstad van Alkmaar. (foto: Streekstad Centraal)
“De optocht die we zo gaan lopen moet je eigenlijk zien als een soort demonstratie”, legt Schnitger uit. “We vragen op onze eigen manier aandacht. En daarvoor hoef je zelf dus helemaal niet heel sletterig gekleed te gaan want daar hebben we de slut sticks voor.”
Toch biedt Schnitger deelnemers wel kleding aan voor tijdens de optocht. Zo zijn er blauwe overalls en jurken. “Die staan voor powervrouwen en om dus lekker zelfverzekerd overkomen en ook nog eens met een slut stick te lopen, daar gaat het om vandaag.”
Naast de workshop slut stick maken waren er in Alkmaar diverse andere activiteiten ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag. In de stad werden verschillende evenementen georganiseerd, zoals lezingen, kunstinstallaties en performances. De dag was een kans om stil te staan bij de vooruitgang die is geboekt, maar ook om aandacht te vragen voor de uitdagingen die vrouwen wereldwijd nog steeds ondervinden.
De nestkast in de nok van de Grote Kerk in Alkmaar heeft zijn nut bewezen. Het paartje slechtvalken dat hier vaak was te vinden, heeft nu ook een ei gelegd in de kast. Dat kan gezien worden op een webcam die onlangs is geïnstalleerd.
Nu er ook wifi op grote hoogte is aangelegd, wordt het slaapkamergeluk van de slechtvalken live gestreamd via het YouTube-kanaal van de Grote Kerk. Het was de laatste hindernis voor de live-uitzending. Sinds vrijdagmiddag zijn de beelden op internet te bekijken.
Stadsecoloog Sjoerd van der Zon verwacht dat er de komende dagen nog meer eieren worden gelegd door mevrouw Slechtvalk. Als alle eieren zijn gelegd, legt ze zich toe op het broeden. Daardoor komen de eieren meestal kort na elkaar uit.
UPDATE 9/3: Sinds zondagavond is een tweede ei te zien in het nest. Soms is te zien dat het vrouwtje zich al op de eieren neervlijt.
De nestkast is onlangs aangelegd. Werklieden van Stadswerk072 sjouwden zakken grind naar boven via een smalle wenteltrap. Grind is voor de slechtvalk vaak voldoende om een plek geschikt te achten als nest voor hun nageslacht. Nu blijkt dat het gesjouw met zakken grind niet vergeefs is geweest.
Het YouTube-kanaal van de Grote Kerk had zaterdagavond al een handvol kijkers die het nestgedrag van de slechtvalken live met eigen ogen wilden zien.
Het bleef tot het eind het best bewaarde maritieme geheim van Egmond: de naam van de nieuwe reddingsboot van KNRM Egmond. En nee, het werd niet de naam waar meerdere mensen op gokten. Het werd ‘Irene & Henk’. De boot is er dankzij een echtpaar dat jarenlang op camping De Bleek in Egmond aan den Hoef vakantie vierde.
De weersomstandigheden konden zaterdag eigenlijk niet beter tijdens de doop en tewaterlating van de nieuwe reddingboot. Het bood de gelegenheid voor de boot en voor de mensen van de KNRM om tijdens de ceremonie bij het Maritiem Centrum te glimmen van trots in het voorjaarszonnetje. Ze hebben de boot twee weken geleden voor het eerst helemaal ‘af’ gezien.
Het grote boothuis van het centrum is fors, maar toch pasten maar net de vele genodigden en belangstellenden er in. Maar voor de nieuwe Van Wijk-klasse in gebruik genomen kan worden moet er eerst iets belangrijks gebeuren. De officiële overdracht door de scheepswerf aan de KNRM. De werf strijkt dan de eigen vlag en de vlag van de KNRM wordt in top gehesen. (tekst gaat verder onder de foto)
De genodigden werden welkom geheten door voormalig burgemeester Lars Voskuil, voorzitter van de lokale commissie KNRM Egmond aan Zee. (foto: Streekstad Centraal)
Daarna volgt de doop, want zonder naam mag er wettelijk zelfs niet gevaren worden. Daarvoor was zangeres Fleur Raateland uitgenodigd, en die was er niet toevallig, legt directeur Jacob Tas van de KNRM uit: “De vrouw die deze boot met haar nalatenschap financiert, leeft nog en wilde absoluut niet in de publiciteit. Ze was echter zeer gecharmeerd van hoe Fleur het nummer ‘Wat als de storm komt’ heeft gezongen, dat Stef Bos vorig jaar speciaal heeft geschreven voor ons 200-jarig jubileum. Daarom vroeg zij haar om de honneurs namens haar te verrichten.”
Fleur deed dat met verve. Met een bijl hakte ze het touwtje door dat het doek omhoog hield dat de naam aan het oog onttrok. ‘Irene & Henk’ kwam onder het doek vandaan. De boot is geschonken door een echtpaar dat sommigen hebben gekend als Irene en Henk. Henk is veertien jaar geleden overleden, maar Irene was – stilletjes verscholen tussen het publiek – wél aanwezig. Ze genoot zichtbaar van het moment en van de door haar gekoesterde anonimiteit. (tekst loopt verder onder de foto)
KNRM-directeur Jacob Tas is razend enthousiast over de vaardigheden van zangeres Fleur bij de doop van de nieuwe reddingboot van station Egmond. (foto: Streekstad Centraal)
De volgende handeling die Fleur voor haar rekening mocht nemen, was de doop. Hiervoor was een fles champagne geregeld, die ze enthousiast over de reling leeggoot. “Je kan wel zien dat je dit vaker hebt gedaan, een fles champagne vasthouden”, complimenteerde KNRM-directeur Jacob Tas de zangeres met haar vaardige hand. (tekst loopt verder onder de foto)
Ergens verscholen tussen het publiek genoot Irene van de ceremonie en van de anonimiteit als schenker van de boot aan de KNRM. (foto: Streekstad Centraal)
De nieuwe boot lijkt sprekend op de voorganger, die al in 1990 werd ontworpen. De hele serie waartoe de nieuwe Egmondse reddingboot behoort, is een doorontwikkeling van de bestaande 11 meter lange Valentijn-klasse. Deze zogenaamde rigid-inflatable-boat (RIB) wordt door de redders die ermee varen geroemd om haar zeewaardigheid. Ook de oude reddingboot ‘Adriaan Hendrik’ behoort tot die klasse, is inmiddels 33 jaar in dienst en wordt toegevoegd aan de reservevloot van de KNRM.
Het is in Egmond al 200 jaar een goed gebruik om de boot ook de christelijke zegen van de plaatselijke geestelijkheid mee te geven. Die rol was zaterdag weggelegd voor de redelijk nieuwe voorganger van de oud-katholieke parochie in Egmond aan Zee, de Zeereerwaarde Heer Pastoor Johannes van Riessen. De boot ontving de christelijke zegen met het gewijde water dat de pastoor met een wijwaterkwast over de boot verspreidde. (tekst loopt verder onder de foto)
Pastoor Johannes van Riessen geeft volgens 200 jaar oude traditie de christelijke zegen aan de nieuwe reddingboot van de KNRM. (foto: Streekstad Centraal)
Ook dit wordt weer in stilte gadegeslagen door de schenkster. Ze had nooit gedacht dit moment nog eens zelf mee te maken. Jarenlang kwam ze vanuit Friesland met haar man voor de vakantie naar camping De Bleek in Egmond aan den Hoef. “Henk was zo betrokken bij het reddingswerk, dat hij altijd op dinsdagavond naar het strand wilde, als de KNRM daar oefende.” Nadat Henk overleed, besloot ze dat ze iets nuttigs wilde doen met hun nalatenschap. De keuze voor de schenking aan de KNRM in Egmond was dus een heel bewuste.
Toen de bijna 80-jarige Friezin haar testament opstelde ten gunste van de KNRM, had ze niet het idee dat ze bij leven nog zou meemaken dat vanuit die toekomstige nalatenschap een nieuwe reddingboot gebouwd en betaald kon worden. “Dat vond ze ook wel spannend, maar nu de dag er is, geniet ze er ook wel van”, merkt KNRM’er Henk Biesboer op. (tekst loopt verder onder de foto)
Henk Biesboer (vooraan) poseert met het hele team van KNRM-station Egmond met de nieuwe boot Irene & Henk, de opvolger van de Adriaan Hendrik uit 1992. (foto: Streekstad Centraal)
Het interview wordt onderbroken als de KNRM’ers allemaal bij elkaar worden geroepen voor een groepsfoto met de nieuwe reddingboot. De stemming is opperbest. De oude Adriaan Hendrik is al naar zee gereden. Zo meteen volgt de nieuwe Irene & Henk, om samen wat rondjes langs het strand te varen voor de fotoshoots. De dag van het Egmondse afscheid van de Adriaan Hendrik komt steeds dichterbij, en dat roept bij de zeebonken van de KNRM gemengde gevoelens op. (tekst loopt verder onder de foto)
De Irene & Henk onderweg naar het strand voor een demonstratie van haar kunnen. De Adriaan Hendrik ligt daar in zee en in het zonnetje al op de opvolger te wachten. (foto: Streekstad Centraal)
Schipper Werner Visser moest zaterdag kiezen of hij aan het roer staat van de Adriaan Hendrik of die van Irene & Henk. De laatste wint het deze dag. Sierlijk en soepel stuurt hij de nieuwe aanwinst door de branding, fraai geleid of gevolgd door de voorganger, die sinds 1992 de redders op zee en de mensen in nood nooit in de steek heeft gelaten. Op die betrouwbaarheid van Irene & Henk wordt de komende 30 jaar ook weer gerekend.
(foto Adriaan Hendrik en Irene & Henk op zee: KNRM Rob Glas. Overige foto’s: Streekstad Centraal)
In Schoorl is onrust ontstaan over de geplande opvang van jonge asielzoekers in het voormalige hotel Klein Zwitserland aan de Duinweg. Een groep buurtbewoners heeft een petitie gestart om de plannen tegen te houden. “Zeg nee, bescherm kwetsbare inwoners tegen huidige plannen AZC in uniek duingebied” luidt het. De petitie is inmiddels al bijna duizend keer ondertekend.
De tegenstanders, die zich verenigen onder de naam ‘AMV-NEE’, zijn bang dat de groep asielzoekers voor overlast gaat zorgen omdat de opvang niet goed aansluit bij de omgeving. Volgens de petitie is er onvoldoende infrastructuur en kan groepsvorming tot overlast leiden. Ook worden eerdere problemen in andere gemeenten aangehaald, zoals in Den Helder, waar een groep jonge asielzoekers werd verkleind na klachten over overlast.
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) – verantwoordelijk voor de opvang van de asielzoekers – benadrukt dat het hier gaat om minderjarige asielzoekers tussen de dertien en achttien jaar. De organisatie huurt het pand voor een periode van vijftien jaar en heeft plannen voor een verbouwing. Over de exacte kosten van de aanpassingen is geen informatie gedeeld. (tekst gaat door onder de foto).
In het voormalige pand van Hotel Klein Zwitserland komt een groep asielzoekers, maar daar zit lang niet iedereen op te wachten. (foto: Streekstad Centraal).
Hoewel in de petitie wordt gesproken over een langdurige opvangperiode van minimaal vijftien jaar, is een verlenging op dit moment nog niet aan de orde. Daarnaast ligt het gebouw niet in een Natura2000-gebied, zoals sommige tegenstanders beweren, maar er net buiten.
Wat bovendien opvalt is dat de initiatiefnemers van de petitie anoniem blijven en geen contactgegevens vermelden. Daarnaast ondertekent 70 procent van de mensen de petitie zonder hun naam openbaar te maken. Aan wie de petitie gericht is, wordt ook niet duidelijk gemaakt.
Met de trein een dagje naar Den Helder of Schagen. Of simpelweg naar studie of werk. Deze maand wordt dat moeilijker. De reis gaat ook langer duren. Sinds zaterdag wordt zestien dagen aan het spoor gewerkt, waardoor er helemaal geen treinen rijden. Daardoor zullen reizigers niet met de trein, maar per bus door de Noordkop moeten reizen.
In Heerhugowaard wordt gewerkt aan de onderdoorgang in plaats van de spoorwegovergang die er was. Daar kunnen momenteel al geen auto’s meer het spoor over, maar voor een trein is het de komende weken ook niet mogelijk. Station Den Helder wordt vernieuwd – wat er voor moet gaan zorgen dat het niet meer bij de slechtste stations van Nederland hoort – en Schagen krijgt een nieuwe spoorbrug. Reizigers moeten de komende weken rekening houden met allerlei werkzaamheden aan het spoor tussen Schagen, Den Helder Zuid en Alkmaar.
Reizigers gaan last krijgen van deze werkzaamheden. Toch worden ze niet helemaal vergeten in de plannen. Om de moeilijkheden zo veel mogelijk te beperken worden de werkzaamheden allemaal rond dezelfde periode gedaan. (tekst gaat door onder de afbeelding).
De werkzaamheden vinden onder andere in Heerhugowaard plaats, daar wordt een spoorondergang gecreëerd. (afbeelding: ProRail)
De werkzaamheden vinden op zestien dagen in maart plaats. Zo rijden er vanaf komende zaterdag 8 tot en met zondag 23 maart geen treinen tussen Heerhugowaard en Den Helder. En van dinsdag 18 tot en met zondag 23 maart rijden er geen treinen op het traject tussen Alkmaar en Hoorn.
Reizigers die tijdens de werkzaamheden via die trajecten moeten reizen kunnen gebruik maken van bussen die tussen de stations rijden. De verwachte extra reistijd zal rond de 30 minuten liggen om van Den Helder naar Alkmaar te komen. ProRail geeft reizigers het advies om ruim voor vertrek hun reis goed te plannen.
Een eik ter ere van een eiken jubileum. De 80 jaar vriendschap tussen Alkmaar en de Engelse stad Bath is donderdag gevierd met het planten van een eik in beide steden. De Alkmaarse eik is in aanwezigheid van enkele leden van het Alkmaars Uitwisselings Comité geplant op, waar kan het ook anders, de rotonde van de Laan van Bath.
De Hongerwinter van 1944 trof ook Alkmaar hard. Bath kwam in actie en ‘adopteerde’ de kaasstad op 25 maart 1945 en lanceerde de Alkmaarse Oproep, een oproep aan de inwoners om de noodlijdende Alkmaarders te helpen. In juli 1945 werd de eerste Alkmaarse Week gehouden, met onder meer een verrassingsbezoek van de pas weer in ere herstelde burgemeester van Alkmaar, die een speciale militaire pas had gekregen om aanwezig te zijn.
Sinds die tijd hebben al vele uitwisselingen plaatsgevonden van jongeren en ouderen met diverse achtergronden. Vorig jaar doneerde het Alkmaars Uitwisselings Comité nog 24.000 bloembollen aan Bath. De bollen zijn verdeeld over welzijnsinstellingen en parken in de historische stad om via deze bloemenhulde de 80-jarige vriendschapsband alvast te vieren. (tekst gaat verder onder de foto)
Fier staat het symbool voor 80 jaar vriendschap met Bath op de rotonde van de Laan van Bath. (foto: Alkmaars Uitwisselings Comité)
“Het idee voor de eik is twee jaar geleden ontstaan. Toen was het 65-jarig jubileum van de band met de zustersteden Darmstadt en Troyes”, vertelt Hanneke Schrijen van het uitwisselingscomité. “Nu is het tachtig met Bath, dus dat is zelfs nog een oudere vriendschapsband, en dachten we ‘daar willen we ook graag een boom voor geplant hebben’.”
En dan is de logische keuze een eik, in dit geval een Quercus robur ‘Heritage’, legt Schrijen uit. “De eik staat symbool voor tachtig jaar jubileum. En die wilden we een mooie plek geven op de rotonde van de Laan van Bath.” Hoe kan het ook anders. “Ja haha, een geijkte plek.”
Bij de eik komt nog bordje te staan met daarop de woorden ‘Deze boom is geplant ter gelegenheid van 80 jaar stedenband tussen Alkmaar en Bath 1945 – 2025’ en de stadswapens van Alkmaar en Bath. Het bordje wordt op 1 mei onthuld door wethouder Anjo van de Ven in aanwezigheid van een groep mensen uit Bath die dan in Alkmaar is ter gelegenheid van het jubileum. (foto: Alkmaars Uitwisselings Comité)
De Alkmaarse wethouder Jasper Nieuwenhuizen wordt de nieuwe burgemeester van de Zuid-Hollandse gemeente Lisse. Dat werd donderdagavond bekendgemaakt door de voorzitter van de vertrouwenscommissie in de gemeente Lisse. Kort daarop meldde de Alkmaarse burgemeester Anja Schouten donderdagavond het naderende vertrek van de wethouder tijdens de commissievergadering Sociaal en Ruimte.
Schouten hield nog een slag om de arm, want officieel gaat het alleen nog maar om een voordracht. De aanbeveling van de gemeenteraad om hem te benoemen gaat nu naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Die voert nog een uitgebreide screening uit. Als alles in orde is, volgt de officiële benoeming. In Lisse wordt gehoopt dat hij in juni kan beginnen. (tekst loopt door onder de foto)
In 2020 werd Nieuwenhuizen al eens gefotografeerd als loco-burgemeester met de ambtsketen van de gemeente Langedijk. (foto: Streekstad Centraal)
Jasper Nieuwenhuizen volgt burgemeester Lies Spruit op die bijna 13 jaar op die post heeft gezeten. Volgens Rob Veldhoven, voorzitter van de vertrouwenscommissie, sprak het aan dat hij is geboren in Lisserbroek en op school heeft gezeten in Lisse. “Hij is echt een beetje een Lisser en past het beste van alle kandidaten bij Lisse.”
Nieuwenhuizen is gekozen uit 21 sollicitanten. Van deze kandidaten – tien vrouwen en elf mannen – hadden er twaalf een achtergrond van (oud) wethouder of (oud) burgemeester. De oudste sollicitant was 64; de jongste 32. Uit deze sollicitanten selecteerde Commissaris van de koning in Zuid-Holland Wouter Kolff zeven kandidaten waarmee de Lissese politiek een eerste sollicitatiegesprek voerde. Voor de Lissese politieke partijen bleven er daarna drie kandidaten over, waarbij de keus uiteindelijk op Jasper Nieuwenhuizen viel.
De gemeente Lisse heeft de benoeming van Nieuwenhuizen gepland op dinsdag 3 juni. De website meldt: “De raad verwacht dat Jasper Nieuwenhuizen snel vertrouwd zal zijn met de inwoners van Lisse en goed past bij het karakter en de bestuursstijl van de gemeente. Hij is een ervaren bestuurder die is opgegroeid in Lisserbroek, vlak bij Lisse, en kent de regio dus goed.” Lisse noemt hem “betrokken en bekwaam, een bestuurder met daadkracht en empathisch vermogen”. (tekst loopt door onder de foto)
De Alkmaarse wethouder Jasper Nieuwenhuizen had onder meer de portefeuille onderwijs in beheer. Hier is hij te zien met kinderburgemeester Othman Othay. (foto: J Jong)
De VVD’er Jasper Nieuwenhuizen stond als Langedijker wethouder aan de basis van de fusie met Heerhugowaard. Zijn raadslidmaatschap van de nieuwe VVD-fractie in Dijk en Waard bleek van korte duur. In mei 2023 werd hij wethouder in Alkmaar, na daartoe te zijn uitgenodigd door de lokale partij BAS in Alkmaar. Hij bleef wel lid van de VVD.
Nieuwenhuizen kwam als bedrijfseconoom aanvankelijk terecht in de accountancy, waarin hij verschillende rollen vervulde. Vanaf 2014 heeft Nieuwenhuizen zijn eigen consultancybureau en maakte hij de overstap naar het lokaal bestuur als wethouder in de gemeente Langedijk. Samen met zijn vrouw Sylvia heeft hij twee dochters: Lotte (13) en Lisa (10). In zijn vrije tijd is Nieuwenhuizen onder andere vrijwilliger van de Protestantse Gemeente in zijn woonplaats Sint Pancras en penningmeester van de Vereniging Het Stille Strand in Bergen aan Zee.
Het blijft een kippenvel veroorzakende realisatie. Een volledige gemeenschap verdwijnt uit de stad. Niet geleidelijk, maar plotseling. Binnen één dag om precies te zijn. Alle Joodse inwoners van Alkmaar werd opgedragen om zich – met een zelf gekocht treinkaartje – te melden op het station in Alkmaar. De dag: 5 maart 1942.
Vanaf de plek die nu gemarkeerd wordt door het Joodse namenmonument verdwenen ze naar de Duitse kampen. De rest weten we en inderdaad, verreweg de meesten kwamen nooit meer terug.
Dinsdagmiddag vond voor de tweede keer de herdenking van die gebeurtenis en de slachtoffers plaats. In het bijzijn van nabestaanden werden de 173 namen opgelezen door kinderen van basisschool de Kennemerpoort.
“Zodat hun namen niet verdwijnen, zodat hun levens niet worden vergeten.”, sprak burgemeester Anja Schouten. Na een gedicht door de stadsdichter volgde Rabbijn Spiero met het Joodse gebed voor de doden en werden witte rozen gelegd.