Afval. Daar waar het kan proberen we het met z’n allen zoveel mogelijk te scheiden. Maar uiteindelijk blijft er dan toch nog wat over dat niet in één van de ‘vakjes’ past en het label restafval krijgt. Hoe minder restafval er is, hoe beter dat voor het milieu is. Nederland produceerde vorig jaar in totaal 8,1 miljard kilo huishoudelijk afval.
Dat is gemiddeld 453 kg per inwoner, waarvan 177 kg restafval. De getallen komen uit een onderzoek van CBS. Gemeenten Dijk en Waard en Alkmaar zaten, in ieder geval wat betreft restafval, ruim boven het landelijk gemiddelde.
Gemiddelde hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner, per gemeente, in het jaar 2023. (bron: CBS)
Dijk en Waard voert de regionale ranglijst van 2023 aan met gemiddeld 199 kg restafval per inwoner, gevolgd door Alkmaar met 196 kg per persoon. Bergense inwoners produceerden gemiddeld 151 kg en Heilooërs 125 kg. Castricum heeft de eer met gemiddeld 116 kg restafval per persoon het verste onder het gemiddelde te zitten. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
In het algemeen wordt het meeste restafval in de kustprovincies geproduceerd. Een verklaring daarvoor geeft het CBS niet. Mogelijk heeft dit te maken met slechte of juist goede afvalscheiding. Wat ook kan is de eilandbewoners veel aangespoelde troep inleveren. Ook Vlieland en Schiermonnikoog scoren bijzonder hoog.
Gemeente Dijk en Waard liet een afvalonderzoek uitvoeren: wekenlang werd uitgeplozen wat inwoners in welke kliko gooien. (foto: Streekstad Centraal)
Eerder dit jaar bleek al dat in ieder geval inwoners van Dijk en Waard nog wel wat beter aan afvalscheiding kunnen doen. Tijdens een onderzoeksproject werd wekenlang uitgeplozen wat mensen zoal in hun afvalbakken gooien. Een geurig klusje. De jongeren die het afval doorzochten zeiden toen al dat er betere informatie moet komen over wat in welke afvalbak moet, al hadden ze het vermoeden dat er veelal gemakzucht in het spel is.
Hogeschool Inholland in Alkmaar heeft plannen laten maken voor de nieuwe campus aan de Bergerweg en die gepresenteerd. Maar de medezeggenschapsraden bleken er minder enthousiast over. Het bestuur legt zich daar bij neer en accepteert dat er een nieuw ontwerp moeten komen. “Inholland Alkmaar betreurt dat het onduidelijk is hoe de ontwikkeling van de nieuwe campus verder gaat, maar respecteert het besluit van de HMR.”
Gebouw A zou een flinke facelift krijgen, gebouw B zou volledig vervangen worden. Maar de Deelmedezeggenschapsraad (DMR) van de afdelingen Techniek, Ontwerpen, Informatica kon zich niet vinden in de parkeermogelijkheden en het ruimtegebruik. De Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR) – die van heel Inholland dus – schaarde zich achter de kritiek en adviseerde negatief. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Een impressie van hoe de nieuwe ‘Sticky campus’ van InHolland Alkmaar er uit had kunnen zien. (afbeelding: BRTA)
“Als een medezeggenschapsraad in het onderwijs niet instemt, dan gaat het ook echt niet gebeuren”, vertelt Natasha Glass, persvoorlichter van Inholland Alkmaar, aan Streekstad Centraal. “Het schoolbestuur is niet verplicht om het advies van de HMR op te volgen maar ja, het is de stem van alle medewerkers van de hogeschool. Bij ons heeft dat een veel aanweziger karakter dan binnen een bedrijf.”
Daarmee ontstaat opnieuw vertraging. Eerder nam de Hogeschool extra de tijd om uit te zoeken of verhuizing naar het stationsgebied misschien een betere optie zou zijn. Uiteindelijk werd besloten om aan de Bergerweg te blijven en werd ernaar gestreefd om de herontwikkeling in 2027 klaar te hebben. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Een impressie van hoe de nieuwe ‘Sticky campus’ van InHolland Alkmaar er uit had kunnen zien. (afbeelding: BRTA)
Hoe nu verder, dat is onbekend. “We gaan ons beraden op de toekomst”, zegt Natasha Glass. “We gaan weer verkennen hoe we toekomstbestendig vooruit gaan. Het is een ingewikkeld proces, en we willen dat iedereen de neus dezelfde kant op heeft staan. Daar wordt volop aan gewerkt.”
Het betekent overigens niet dat een eerder bekeken locatie bij het station weer in beeld komt. “Nee, we blijven sowieso aan de Bergerweg”, aldus Glass. Of er een compleet nieuw ontwerp gaat komen of dat er aanpassingen binnen het huidige ontwerp gedaan worden is ook niet duidelijk. “Dat weten we nu gewoon nog niet.”
“Snel ingrijpen is noodzakelijk.” Jiske Pardieck van GGD Hollands Noorden wijst op de populariteit van vapen onder de jeugd. Binnen de wijde regio vapen de jongeren in gemeenten Alkmaar, Schagen en Enkhuizen het meeste. De GGD zet in op voorlichting en preventie. “Je hoort zelfs dat er ook op basisscholen in groep 7 en 8 wordt gevapet.”
Veel jongeren weten onderhand wel dat e-sigaret roken ongezond is. Toch is onder hen het gebruik sinds 2019 verviervoudigd. Dat blijkt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 van GGD HN en het RIVM. Eén op de drie heeft het wel eens geprobeerd. In gemeenten Alkmaar en Schagen vapet iets meer dan 11 procent van de middelbare scholieren. Bergen en Heiloo volgen met rond de 9 procent, en Dijk en Waard met ruim 7 procent. In Castricum rookt 6 procent van de jongeren wekelijks. Overigens zijn er ook weer meer jongeren die gewone sigaretten roken.
“Zorgelijk”, zegt Jiske Pardieck tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. Zij is adviseur middelenpreventie bij GGD HN en houdt zich onder andere bezig bezig met voorlichting op scholen. “Vapen is een opstapje geworden naar het roken van ‘gewone’ sigaretten. Een verslaafd brein snakt naar nicotine en dan maakt het niet uit hoe ze het binnenkrijgen.” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Tabakexpert Esther Croes van het Trimbos Instituut stelt dat vapen schadelijk is voor de ontwikkeling van jonge hersenen en tot problemen met concentratie kan leiden. “Op korte termijn kunnen vapes zelfs een nicotinevergiftiging veroorzaken. Ze worden hierdoor duizelig, misselijk of kunnen een epileptische aanval krijgen. In één vape zit net zo veel nicotine als in een heel pakje sigaretten, soms zelfs meer.”
“Elke jongere die voor het eerst een normale sigaret rookt, hoest de longen uit z’n lijf en vindt het smerig”, vervolgt Croes. “Maar dit is een nieuwe vorm van nicotine die niet scherp is in de keel waardoor je blijft roken. Zo raken ze snel en ongemerkt verslaafd.” Vapen is trouwens net als gewoon roken slecht voor je gebit.
Jiske Pardieck van de GGD weet dat jongeren vatbaar zijn voor trends. “Ineens was er een heel groot aanbod van vapes, in alle kleuren en smaakjes. En jongeren zijn kwetsbaar, alles wat ze niet kennen vinden ze interessant of zijn ze nieuwsgierig naar. Zeker als het ook nog eens lekker smaakt en versierd is.” (tekst gaat verder onder de foto)
Esther Croes, epidemioloog en tabakexpert bij het Trimbos Instituut. (foto: Esther Croes)
Daarom zijn alle smaakjes, behalve tabak, sinds 1 januari verboden. Toch zijn ze niet moeilijk te krijgen. Bovendien worden vapes gepromoot door influencers en de tabaksindustrie, stelt Croes. “Dit is echt niet gericht op de zestigjarige roker, maar op de jeugd.”
Het verbod mag blijkbaar niet echt baten. Nu wordt vol ingezet op voorlichting en preventie. “We denken mee over het beleid, organiseren een niet-rokenwedstrijd en bieden cursussen aan zodat docenten problemen door vapen op tijd kunnen signaleren.” Pardieck is voorstander van een verbod op alle wegwerpvapes. Croes vindt het belangrijk dat scholen het rook- en vapeverbod goed handhaven op het schoolplein en pleit voor strenger handhaven van het verkoopverbod voor smaakjes.
“Maar ook ouders spelen een belangrijke rol in preventie”, benadrukt Pardieck. “Zij moeten het goede voorbeeld geven. Denk aan regels opstellen of je kind begeleiden als het niet goed gaat.”
GGD NH organiseert komende maand voor het eerst een ouderavond. “Snel ingrijpen is noodzakelijk. Het is razendsnel gegaan. Je hoort zelfs dat er ook op basisscholen in groep 7 en 8 wordt gevapet”, stelt Pardieck. “Des te belangrijker om ouders bewust te maken dat het misschien ook al op die leeftijd speelt.” (foto: Pexels / Renz Macorol)
Met graafmachines en bulldozers wordt flink ingegrepen in de eerste duinenrij langs de Zuidernollen, twee kilometer ten zuiden van Castricum aan Zee. In totaal wordt er maar liefst 60.000 kubieke meter zand verplaatst. “Dat klinkt onlogische en gevaarlijk, maar de zee gaat hier echt niet naar binnen komen”, vertelt projectleider Martijn van Schaik van PWN.
De reden voor deze aanpak ligt in een verandering van inzicht over hoe we de duinen moeten beheren. “Eeuwenlang hebben we van de duinen een strakke dijk gemaakt”, legt Martijn uit aan NH mediapartner van Streekstad Centraal. Maar dit schijnt helemaal niet goed te zijn. “Met de kennis van nu, weten we dat dat niet handig is, want zo kunnen ze minder goed meegroeien met de zeespiegelstijging.” (tekst loopt door onder de foto)
Door het graven van de kerven is er straks volgens Martijn van Schaik een heel mozaïek van verschillende soorten planten. (foto: NH)
De hoge, dichte vegetatie van bramen en grassen moet worden aangepakt om te voorkomen dat laagblijvende soorten zoals paddenstoelen en mossen verdwijnen. Daarom graaft PWN, in opdracht van de provincie, vijf grote kerven in de duinen. Deze doorgangen zorgen ervoor dat het strandzand het duingebied kan binnenwaaien. “Het kalkrijke zand zorgt ervoor dat de grond minder verzuurt – wat nu gebeurt door stikstof – waardoor soorten die bij het duin horen kunnen blijven bestaan.” Bovendien zal het extra zand de duinen robuuster en sterker maken.
Volgens Martijn hoeven mensen zich geen zorgen te maken over doorbraken. “We graven de duinen zo’n vier meter af. De zeereep blijft veertien meter boven NAP.” Hij benadrukt dat de duinen langs het strand wel bijdragen aan de veiligheid, maar niet essentieel zijn: “De échte zeewering ligt hier twee kilometer landinwaarts.”
De werkzaamheden duren tot december, maar omdat dit deel van de duinen niet toegankelijk is voor bezoekers, zullen zij hier weinig van merken. “Daarom is ook voor deze plek gekozen.”
Kledingbank Noord-Holland Noord staat voor grote uitdagingen. Over zes weken moeten ze hun huidige pand, het Boswaid-gebouw in Egmond aan den Hoef, verlaten, maar op het laatste moment krijgen ze nóg een klap te verduren: “Wij hebben te horen gekregen dat wij geen leegverkoop meer mogen doen voor niet-leden”, melden ze op Facebook.
De reacties op dit nieuws zijn veelzeggend: “Het is toch te belachelijk voor woorden allemaal”, schrijft een bezorgde volger. Een ander voegt eraan toe: “Hier is niemand bij gebaat, zo’n goed initiatief! Gun toch eens wat met zulke mooie projecten.” Ook de frustratie is duidelijk: “Triest, het lijkt echt wel of ze jullie gewoon expres dwarszitten.”
Wat ooit begon met twee spijkerbroeken op de zolderkamer van Tamara Tuls, is uitgegroeid tot een geliefd project dat ondersteuning biedt aan mensen in armoede, met maar liefst 1.100 leden. “Gezinnen of individuen kunnen hier terecht voor kleding van goede kwaliteit, voor heel weinig geld”, legt Erik Guit uit aan Streekstad Centraal.
“Het is een stichting die bestaat uit de goedheid van de mensen en dat is te merken op de werkvloer”, zegt Erik Guit. (foto: NH)
Erik is al twee jaar vrijwilliger bij de kledingbank en is enorm gefrustreerd over dit recentelijke nieuws: “Dit is toch vreselijk. De reden dat we extra verkopen, is om de kledingbank te redden. Dan is het natuurlijk lullig dat we in die laatste weken verlinkt zijn door iemand die dit aangekaart heeft, omdat het officieel eigenlijk niet mag.” Maar waarom dit niet mag, weet Erik eigenlijk ook niet. Hij vermoedt dat het te maken heeft met de regels voor non-profitorganisaties.
Die frustratie komt niet alleen voort uit de beperkingen voor de leegverkoop. Het gebrek aan subsidie van de gemeenten zorgt ervoor dat ze niet genoeg geld hebben voor een nieuw pand. “Nadat het armoedebeleid is aangepast, stelden de gemeenten dat wij eigenlijk niet écht nodig zijn. Dat is echt belachelijk want onze leden komen uit heel Noord-Holland. Ze laten 1.100 leden in de kou staan.”
Bij Kledingbank Noord-Holland Noord zetten maar liefst 53 vrijwilligers zich geheel belangeloos in voor de armoedebestrijding. (foto: Kledingbank NHN)
Elke week gaan de vrijwilligers naar één of twee bezichtigingen van mogelijke panden, maar vaak blijken ze net te klein, te duur in huur, of is er te veel verbouwing nodig. In de hoop de stichting te redden, hebben ze in augustus een crowdfundactie gestart. Met een streefbedrag van €74.500, dat is gebaseerd op de huurprijs en vaste lasten voor twee jaar, zijn ze momenteel nog niet eens op vijftien procent van dit doel.
De kans voor de stichting om te blijven bestaan lijkt steeds kleiner te worden. Als de stekker er echt uit moet zal het gedoneerde geld worden overgedragen aan een andere stichting die zich inzet voor armoedebestrijding. Toch laat Erik weten nog niet helemaal op te geven: “Als we voor het einde van het jaar geen nieuw pand hebben, zijn we van plan om de inboedel, met uitzondering van de kleding – omdat dat gaat stinken – op te slaan. Voor wanneer dit wel lukt.”
Hoe dan ook blijft Erik zich inzetten voor de armoedebestrijding. “De overheid doet er weinig tot niets aan. Dus zal ik een pleister op de gapende wond zijn.”
Terwijl het zonnetje nog schijnt en veel mensen dit weekend genieten van de nazomerdagen, worden in De Meent de ijzers tevoorschijn gehaald. Eindelijk zijn de deuren van de Alkmaarse schaatsbaan weer open, en om klokslag 12:10 uur stapten de eerste schaatsers enthousiast het verse ijs op. “Ik wist dat het vandaag tien over twaalf open ging, dus ik dacht: dat gaan we doen.”
Terwijl enthousiaste kinderen hun schaatsen afdrogen en in handdoeken wikkelen na de eerste les van het jaar, druppelen steeds meer schaatsers binnen. “Wat is het nog rustig”, merkt de 57-jarige Leonard Thierry op. “Geniet er nog maar even van”, zegt een medewerker die voorbij loopt lachend. Leonard kon niet wachten om weer te schaatsen: “Ik vind het heerlijk en eigenlijk is het op natuurijs natuurlijk het allerlekkerst, maar dit is ook leuk.”
Maurice Daman straalt als hij over de opening van de schaatsbaan praat: “Ik vind het zo mooi om te zien hoe enthousiast de schaatsers zijn.” (foto: Streekstad Centraal)
Dat het nog rustig is zaterdagmiddag kan Leonard wel begrijpen: “Het is negentien graden buiten, veel mensen zullen nog helemaal niet aan schaatsen denken.” Toezichthouder en ijsmeester Maurice Daman denkt ook dat het daar door komt. “We zijn dit jaar al twee weken later geopend dan normaal, omdat het vaak in oktober nog te warm is, maar dat vinden de wedstrijdschaatsers natuurlijk maar niks.”
Maar toch, langzaamaan komen steeds meer mensen binnen, klaar om het glanzende ijs te betreden, dat zojuist door de ijsdweilmachine is gepolijst. Maurice heeft zelf ook enorm uitgekeken naar deze dag: “Dit is waar we de hele zomer naartoe werken. Achter de schermen hebben we veel gedaan wat voor de meeste mensen niet te zien is, zoals het installeren van nieuwe windschermen en geluidsboxen, en natuurlijk het voorbereiden van het ijs. Er gebeurt veel in de zomer, maar nu het schaatsseizoen weer begint, vind ik het prachtig om de mensen weer het ijs op te zien gaan.”
Jong en oud schaatsen zaterdagmiddag op de verse ijs van ijsbaan de Meent in Alkmaar. (foto: Streekstad Centraal)
Van mensen die het nog helemaal niet kunnen en het langzaam leren tot wedstrijdschaatsers met perfecte schaatstactieken, Maurice kijkt zijn ogen uit. Jong en oud staan zaterdagmiddag op het ijs. Zo is de 12-jarige Guus Visser na zijn training meteen doorgegaan om zelf te oefenen voor zijn wedstrijd: “Ik schaats al zes jaar. Ik vind het heel leuk om lekker zelf bezig te zijn en zo hard mogelijk over het ijs heen te gaan.”
Maar niet iedereen is naar de schaatsbaan gekomen om te trainen; er zijn ook mensen die het doen voor de sfeer, zoals 14-jarige Danique Verver en haar 13-jarige vriendin Sienna Ixer. “Weken geleden hadden we al opgezocht wanneer de baan weer open ging. We zaten alweer helemaal in de kerstvibes, dus konden niet meer wachten”, legt Danique uit aan Streekstad Centraal. De vriendinnen stappen zonder moeite het ijs op en zijn van plan daar nog de hele dag te blijven.
Volgens vriendinnen Danique (links) en Sienna (rechts) mag het alweer kerst zijn. Ze konden daarom ook niet wachten om weer naar de ijsbaan te gaan voor de winterse sfeer. (foto: Streekstad Centraal)
Met de opening van de schaatsbaan is het schaatsseizoen in Alkmaar officieel begonnen. En de baan zal volgens Maurice meteen op de proef worden gesteld door driehonderd schaatsers die zaterdagavond uit heel het land komen om op het mooie en verse ijs een marathon te schaatsen.
Een enorme drugsvondst vorige week op bedrijventerrein Overdie in Alkmaar. Daar vond de politie maar liefst 486 jerrycans met chemicaliën. Die waren waarschijnlijk bestemd voor de productie van synthetische drugs.
De politie trof dit aan in een lopend onderzoek. Agenten namen poolshoogte op een adres aan de Kitmanstraat en stuitten toen op deze partij.
Met tien liter chemicaliën per jerrycan komt de totale hoeveelheid op meer dan 4800 liter. De jerrycans zijn volgens de politie veilig afgevoerd en professioneel vernietigd.
De politie wijst op het gevaar van dergelijke locaties. Zo kunnen chemicaliën in brand raken of ontploffen en er kunnen giftige stoffen ontsnappen. De gevolgen van zo’n ontploffing of brand zijn vaak niet te overzien.
De afvalstoffen zijn brandbaar, bijtend en giftig en worden meestal in de natuur gedumpt.
Een fiets met twee zitjes, zodat mensen samen met iemand die dat alleen niet meer lukt, toch een mooi fietstochtje kunnen ondernemen. Dat is de ‘Duofiets’. Voor bewoners van Prins Hendrik in Egmond aan Zee is een uitstapje met de Duofiets iets om naar uit te kijken. Alleen: daar blijft het bij, bij uitkijken. “Ja hij is weer stuk…”
Reijnoud de Haan, geen onbekende in de regio door zijn inzet voor de fietsersbond, is ook een fervent gebruiker van de Duofiets. Als ervaren fietser neemt hij bewoners van Prins Hendrik graag mee naar buiten. “Ik fiets altijd op donderdag”, vertelt hij aan Streekstad Centraal. “Altijd met veel plezier! Vooral als de zon schijnt.”
Maar deze zomer kwam het er niet van. “Vanaf 25 juni tot en met minstens 20 augustus lag de ketting van de fiets af”, vertelt De Haan. “En op 24 september ging ‘ie wéér stuk. Lekke band.” (tekst gaat door onder de foto)
Reijnoud de Haan is een fervent fietser en gaat graag met bewoners van Prins Hendrik op uitstap. (foto: Fietsersbond Bergen)
Een lekke band, dat is normaal een probleem dat snel verholpen is, maar zo ligt het dus niet bij de Egmondse Duofiets van De Zorgcirkel. Nadat de reparatie aan de ketting al twee maanden tijd kostte, is het nu al een maand lang wachten op de reparatie van de lekke band.
“Waar dit ‘m in zit, ik weet het niet”, zegt De Haan vertwijfeld. “Ik heb altijd goed contact gehad met De Zorgcirkel, het zijn echt aardige mensen, dat is het probleem niet. Maar dit duurt nu wel echt te lang.” De mensen waar De Haan mee te maken heeft zijn ook maar ‘deel van een groter plan’, is de teneur, de sleutel tot de oplossing is niet binnen handbereik.
Daarom roept De Haan op om snel een alternatieve oplossing te vinden. Hoe meer mensen mee denken, hoe beter, is zijn redenering. Want hij gaat maar wat graag weer op pad met een bewoner van Prins Hendrik. (tekst gaat door onder de foto)
De Prins Hendrik Stichting in Egmond aan Zee. (foto: Wikimedia Commons / Joke Ningen)
“Ja, het is een beetje pech geweest”, reageert Geeske de Jong van De Zorgcirkel als Streekstad Centraal de kwestie aan haar voorlegt. “We hebben hier te maken gehad met onderdelen die moeilijk leverbaar waren. Die moeten er eind volgende week zijn.” Dán moet het toch in orde te komen, lijkt het goede nieuws.
Toch is er veel tijd verstreken en dat is inderdaad ‘vervelend’, erkent De Jong. Voor De Zorgcirkel zat er weinig anders op dan wachten op die onderdelen. “We hebben een onderhoudsabonnement bij één reparatiebedrijf, daar hoort ook een APK-check bij bijvoorbeeld, iedere drie à vier maanden. We hebben natuurlijk ook te maken met strenge veiligheidseisen.” Want de Duofiets is niet zomaar een fiets.
Hoe goedbedoeld ook, alternatieve oplossingen liggen in de praktijk toch wel ingewikkeld, laat De Jong weten. “Wij hebben ook geprobeerd om de fiets door de huismeester te laten repareren, maar dan moeten nog steeds die onderdelen besteld worden en die hebben een lange levertijd. Maar we hebben hiervoor nooit problemen gehad”, relativeert De Jong. “Dan valt het natuurlijk ook wel op als het een keer niet goed gaat.”
Hoe dan ook, Reijnoud de Haan zou binnenkort weer moeten kunnen gaan fietsen. En hij niet alleen, benadrukt De Jong: “We maken heel graag kennis met nieuwe vrijwilligers! Dus wie wil fietsen, die moet zeker even contact opnemen met De Zorgcirkel.” Als de Duofiets dan eindelijk weer heel is, kan hij meteen goed worden gebruikt.
Hij komt, hij komt. En wel op zaterdag 16 november. Maar toch is alles net even anders dan in voorgaande jaren. De Alkmaarse Sinterklaasintocht gaat op de schop en dat kan niet anders, laat de organisatie weten. “We hebben het Sinterklaas zelf nog niet eens verteld, het belangrijkste is dat de kinderen het weten.”
Dat zegt Lida Mathot van de stichting Intocht Sinterklaas Alkmaar. Dat ze al in oktober contact zoekt met Streekstad Centraal laat wel zien dat het haar menens is. “We moeten echt voorkomen dat kinderen op de Bierkade gaan staan. Want daar komt Sinterklaas dit jaar dus helemaal niet.”
Om die kade te bereiken moet de Pakjesboot namelijk voorbij de Friesebrug, die daarvoor open moet kunnen. Dat is normaal geen enkel probleem, maar net in het weekend dat Sinterklaas aan moet komen zijn er bij die brug werkzaamheden. (tekst gaat door onder de foto)
Sinterklaas in gesprek met burgemeester Anja Schouten, door hem ‘Anja’ genoemd – want dat bijzondere voorrecht heeft de goedheiligman. (foto: Streekstad Centraal)
“Uitgerekend als Sinterklaas er doorheen moet ja”, zegt Mathot, die dat natuurlijk graag anders had gezien. “Maar het is zoals het is! Weet je, ik zie geen beren op de weg hoor. Dan doen we het gewoon een keertje helemaal andersom anders.”
De Sinterklaas en zijn Pieten kunnen hun vertrouwde Pakjesboot daarom bij uitzondering aanmeren ter hoogte van Ringers, bij het Ringersplein. Een mooi groot plein, dus daar zal ook gefeest worden, vertelt Mathot. “Alleen het paard staat daar niet, dat wacht op de Kanaalkade. Anders moeten ze met paard en al over de Ringersbrug…” Ozosnel kan zijn benen dus nog even sparen, voordat paard en goedheiligman ’s avonds laat de daken op gaan.
Vanaf de Kanaalkade gaat het dan verder over het Waagplein, de Mient, de Langestraat en dan via de Koorstraat naar de bus. Met die bus gaat Sinterklaas verder naar De Mare. (tekst gaat door onder de foto)
Vorig jaar regende het pijpenstelen, dit jaar is de locatie veranderd, maar Sinterklaas: hij komt. (foto: Streekstad Centraal)
Het is niet de eerste uitdaging voor de stichting Intocht Sinterklaas Alkmaar. Vorig jaar nog viel het grote feest letterlijk in het water, toen de regen met bakken uit de hemel kwam. “Dat hebben we in al die jaren nog nooit meegemaakt, dat was niet leuk”, herinnert Mathot zich. “Tóch was het ook gezellig.”
Voor die gezelligheid weet Sinterklaas natuurlijk altijd wel te zorgen, maar ook het team van de stichting is hecht, vertelt Mathot nog. “We doen dit echt al járen. Een klein bestuur van vijf mensen. Ja, het klikt gewoon.”
Een flinke verzameling mensen probeerde woensdag in Alkmaar een glimp op te vangen van Koningin Máxima. Ze bezocht het Noordwest Ziekenhuis om te praten over ‘de toekomst van de zorg’. Als de zwarte limousine tot stilstand komt en het portier wordt geopend gaan overal de mondhoeken omhoog. “Daar is ze!”.
Vriendelijk handenschuddend loopt de Koningin naar binnen om daar in gesprek te gaan met medewerkers van het ziekenhuis over de kansen en uitdagingen in de zorg. Overal waar ze ‘spontaan’ verschijnt ontstaat toch wat opschudding, maar Máxima zelf oogt heel ontspannen en maakt waar mogelijk tijd. (tekst gaat verder onder foto)
Koningin Máxima wordt hartelijk welkom geheten bij het Noordwest Ziekenhuis in Alkmaar. (foto: NH Nieuws)
Uiteraard zijn er vooral de nodige geplande gesprekken. “De koningin stelde hele gerichte vragen, dus dat was erg leuk”, laat de de Alkmaarse Marinka Stierp aan NH weten, de mediapartner van Streekstad Centraal. Zij werkt als verbinder tussen techniek en verpleegkunde in het ziekenhuis en ging daarover het gesprek aan met de Koningin. “Doe de groetjes aan koningin Máxima”, had ze als opdracht meegekregen van haar kinderen.
Ook de uit Heerhugowaard afkomstige Mark Meijer mocht met haar in gesprek. Hij vertelde Máxima over de nieuwe technologieën waar hij mee werkt. “Speciaal op het gebied van verpleegkundige zorg maken we hier echt stappen in”, laat hij weten. Patiëntgegevens die direct online worden gedocumenteerd en beschikbaar zijn schelen hem veel tijd. (tekst gaat verder onder foto)
In de gang ziet een medewerker kans even snel een selfie te maken met de Koningin. Máxima neemt er rustig de tijd voor en laat haar daarna blij opgewonden achter. (foto: NH Nieuws)
En dan zijn de gesprekken voorbij en is het bezoek bijna afgelopen. Máxima gaat zoals ze kwam: geduldig zwaaiend en lachend. De medewerkers van het Noordwest ziekenhuis moeten het even laten bezinken, maar uiteindelijk is het toch weer ‘business as usual’. Behalve bij de koffie-automaat natuurlijk. Daar zal het bezoek nog wel even onderwerp van gesprek zijn.