Een roze aanhanger met het opschrift ‘Suikerspin’ ligt op zijn kant. Daarachter een steeds langere rij auto’s. Dat was vrijdagochtend het beeld op de A9 richting Amsterdam. Gewonden vielen er niet, maar de verkeershinder was groot.
De auto met aanhanger raakte vrijdag ter hoogte van Heiloo geschaard. De aanhanger viel daarbij om, zodat het ook echt niet mogelijk was verder te rijden, of ruimte te maken. De spitsstrook kon nog wel worden gebruikt, maar vertragingen vielen niet te voorkomen.
Een berger was dus nodig om de weg weer vrij te maken. De files verspreidden zich vanaf de A9 over de N9 en met name de N242.
In korte tijd zijn drie auto’s in vlammen opgegaan. In dezelfde wijk, dicht bij elkaar ook. Heerhugowaarders maken zich zorgen, dat blijkt wel uit de reacties. De politie onderzoekt de zaken en roept mensen op om eventuele informatie te delen. “Er gaat veel verloren in een brand.”
In de nacht van maandag 19 op dinsdag 20 augustus ging het mis in Metiusstraat in Heerhugowaard. Een auto waarvan buurtbewoners niet eens wisten van wie hij was ging in vlammen op. Niet veel later, in de nacht van donderdag 22 augustus, gebeurde hetzelfde met een auto die in de Staringlaan stond geparkeerd. En deze week was het raak in de nacht van maandag op dinsdag, deze keer in de Gezellestraat. (tekst gaat door onder de foto)
Dat buurtbewoners daar een patroon in zien, dat is goed te begrijpen, reageert de politie desgevraagd. “Maar de rechercheurs die met de zaken bezig zijn, hebben geen indicatie dat deze branden met elkaar te maken hebben”, relativeert woordvoerder Sofie van Hamersveld. De politie behandelt de branden dus als afzonderlijke zaken.
“Zo’n onderzoek duurt best wel een tijdje”, licht de woordvoerder toe. Een brand is nu eenmaal verwoestend, veel mogelijke sporen gaan in de vuurzee verloren. Dat maakt het voor de politie extra uitdagend.
“De rechercheurs bekijken beelden die van de brand zijn gemaakt”, legt de woordvoerder uit. “Daarom is het ook altijd nuttig als mensen zulke beelden met ons delen.” Daarbij kan het ook gaan om beelden die door een deurbelcamera zijn gemaakt. (tekst gaat door onder de foto)
De politie is ook alert op kopieergedrag. Zogenoemde ‘copycats’ raken geïnspireerd door een brand en stichten er zelf ook één. “Een brand kan vele oorzaken hebben”, voegt de woordvoerder nog toe. De manier waarop de brand is begonnen zegt iets over de ‘modus operandi’ van de dader. Dat wordt allemaal zorgvuldig uitgezocht.
De woordvoerder roept mensen daarom op om zo veel mogelijk informatie te delen met de politie. Dat kan ook anoniem.
Bezorgde buurtbewoners geeft de politie nog wat praktische tips mee. “Parkeer de auto onder een lantaarnpaal. Laat er geen waardevolle spullen in achter. Ga bij een buurtwhatsappgroep. En bel meteen 112 bij brand.”
In de maand september zijn er in heel Nederland open dagen op wijngaarden, om de nationale wijnbouw in het zonnetje te zetten. Ook Wijndomein ‘De Koen’ in Zuid-Scharwoude opent de deuren en wel op zaterdag 21 en zondag 22 september.
Nederland is vanouds misschien geen wijnland, toch worden er de laatste jaren steeds meer en ook steeds betere wijnen gemaakt. Dat is vooral een gevolg van veredeling van druivenrassen, legde eigenaar Pieter de Boer al eens uit aan Streekstad Centraal. Daardoor zijn er nu druiven beschikbaar die ook in de Nederlandse omstandigheden goed gedijen.
Tijdens de Open Dagen krijgen bezoekers een indruk van de typische werkzaamheden op een wijngaard. Wijndomein ‘De Koen’ is namelijk een echte wijngaard, waar de druiven groeien in Langedijker grond. Uiteraard kan er ook van de wijnen geproefd worden. In verschillende stands wordt uitleg gegeven over het proces van druiven telen en wijn maken. Ook kunnen er flessen worden gekocht.
De Open Dagen zijn op zaterdag 21 en zondag 22 september. Wijndomein De Koen gaat op die dagen open om 13:00 uur en sluit weer om 17:00. Voor meer informatie, zie de website van Wijndomein De Koen.
Wie op het juiste moment voorbijfietst zou kunnen denken dat het een theaterspektakel betreft. Als een wervelende Hans Klok komt Victorientje achter witte wolken tevoorschijn. Maar die witte rook, dat zijn eigenlijk verfdeeltjes. Aan Victorientje wordt namelijk hard gewerkt. “De sokkel was er slecht aan toe.”
Het is nog volop zomer, toch duurt het niet eens zo heel lang meer tot de viering van Alkmaars victorie, op 8 oktober. Victorientje is traditioneel het middelpunt van de herdenkingsplechtigheid aan de vooravond van 8 oktober. “Dan is ze er weer in vol ornaat”, verzekert een woordvoerder van de gemeente als Streekstad Centraal navraag doet. We hoeven ons geen zorgen te maken, benadrukt zij: “Het gaat goed met Victorientje!”
De witte schermen blijven wel nog even staan. “Het onderhoud duurt zes tot acht weken”, krijgen we desgevraagd uitgelegd. “Het wordt uitgevoerd door Kunstwacht.” (tekst gaat door onder de foto)
In het park zijn Ed en Joram van Kunstwacht druk bezig met water. “De verflagen moeten eraf”, legt Joram uit. Hij blijkt de ‘rookmachine’ te bedienen, met warm water wordt de verf weggespoeld. “Kijk, het zijn heel veel lagen door elkaar. Heel veel restauraties. Maar het zijn helaas allemaal soorten verf geweest die geen lucht doorlaten.”
En dat is niet goed voor Victorientje. De sokkel, gemaakt van rode zandsteen, kan door deze verflagen niet ademen. De buitenlaag wordt uiteindelijk bobbelig en lelijk. “Er komt nu een andere verf op die wél ademt”, vertelt Jorams collega Ed. Met die verf erop kan de sokkel er weer een tijd mee.
Maar eerst moeten de oude lagen er dus helemaal af. “Je ziet de rode kleur al”, wijst Ed. De steensoort is afkomstig uit Schotland of Ierland en verkrijgt die typische kleur door een natuurlijk roestproces. (tekst gaat door onder de foto)
Ook het wapenschild is onderdeel van het project. Daarvan zal een replica worden vervaardigd. “We maken een mal, ja”, bevestigt Ed. “Gisteren hebben we dat al geprobeerd, maar het resultaat was niet goed. Zoiets luistert heel nauw.”
Het wapenschild zal nu eerst helemaal worden gerestaureerd. Als dat werk gedaan is, komt er een nieuwe mal van. Die mal kan worden gebruikt voor een replica, zodat er in de toekomst een ‘back-up’ van het wapenschild voorhanden is. (tekst gaat door onder de foto)
Ed en Joram komen niet uit Alkmaar. Kunstwacht is een bedrijf uit Delft, gespecialiseerd in het onderhoud van kunstwerken in de buitenlucht. Dat ze geen Alkmaarder zijn, betekent tegelijk níét dat de mannen het verhaal achter Victorientje niet kennen. “We komen hier elk jaar”, vertellen ze. “Voor de herdenking knappen we het beeld altijd op.”
Maar nu zijn ze er dus net even langer. Goed dat de gemeente hier geld voor vrijmaakt, vinden de mannen. Want als het nu niet goed gebeurt, heb je in de toekomst misschien wel grotere problemen.
“Maar het is niet alleen onderhoud wat we doen. Ik heb de arm ook al eens gerepareerd”, wijst Joram. “Die was eraf. Vandalisme. Zie je het? Nee? Gelukkig maar. Dan heb ik mijn werk goed gedaan!”
Tijdens de Alkmaarse Pride-week was er speciale aandacht voor weerbaarheid. ‘Overal Jezelf Kunnen Zijn’, dat is soms ook echt een kwestie van jezelf verdedigen. Vanaf woensdag 4 september kunnen geïnteresseerden daar verder aan werken in de Wijkboerderij Alkmaar, bij park Oosterhout.
Streekstad Centraal woonde de weerbaarheidstraining tijdens de Pride-week bij. Ze krijgen deze nazomer een vervolg. “Iedereen moet zichzelf kunnen zijn, ongeacht geloof, kleur, seksualiteit, gender identiteit en/of -expressie”, stelt de organisatie. De trainingen geven de deelnemers meer controle over hun eigen veiligheid.
Het gaat om zes trainingsavonden, de eerste is op woensdag 4 september, om 18:00. De laatste is op woensdag 9 oktober. Bij deze training zullen deelnemers ook van een maaltijd kunnen genieten. De andere trainingen beginnen om 19:00. Meer informatie op de website van Overal Jezelf Kunnen Zijn.
Al 25 jaar is de kermis van Alkmaar ook de kermis van Sander Willemstein. Namens Buro de Kermisgids regelt hij wat er voor een kermis geregeld moet worden, in goede samenwerking met de gemeente. Die verraste Willemstein met een eervolle extra taak: hij mag ter ere van zijn jubileum de kaasbel luiden. “Ik kan goed met Alkmaarders, je weet wat je aan ze hebt.”
Het luiden van de kaasbel, dat is een ‘hele eer’, zegt Willemstein als Streekstad Centraal hem erover spreekt. “Ik ken de kaasmarkt, ik ken de kaasdragers”, vertelt hij. De Alphenaar heeft de kaasstad in de 25 jaar dat hij hier de kermis organiseert duidelijk leren kennen en waarderen. “Ik kom graag in Alkmaar, ja. Niet alleen voor de kermis. ook in de rest van het jaar ben ik hier te vinden.”
Maar deze weken is dat natuurlijk wel waar alles om draait: die kermis. Buro de Kermisgids begeleidt gemeenten in heel Nederland bij het organiseren van kermissen. Daar komt nu eenmaal veel bij kijken. “Ik ken de ondernemers, als Buro de Kermisgids zitten wij er middenin”, legt Willemstein uit. (tekst gaat door onder de foto)
Eén jaar probeerde Alkmaar het zónder Willemstein. De gemeente wilde de kermis graag eens helemaal zelf organiseren. Maar dat liep toch niet op rolletjes. “Het ging dusdanig verkeerd dat ze de meerwaarde van ons daarna wel inzagen”, zegt Willemstein daar nuchter over. Nu is de samenwerking goed. “Alkmaar is echt een gemeente die meedenkt.”
Dat wordt bevestigd als Streekstad Centraal spreekt met ‘kermiswethouder’ Christian Schouten. “Het is echt een samenwerking die goed loopt, ja. Daarom willen we Sander ook echt even in het zonnetje zetten! Hij is al een kwarteeuw betrokken”, vertelt de wethouder. “Het is écht samenwerking. Zo’n langjarig verbond werpt zijn vruchten af.”
De wethouder laat niet na om ook het belang van de Alkmaarse kermis te benadrukken. “We willen een mooie, gezellige, fijne, betaalbare kermis; kwaliteit boven kwantiteit”, zegt hij. “En daarvoor heb je dat samenspel nodig.” Dat samenspel, dat kan niet zonder Sander Willemstein. (tekst gaat door onder de foto)
Al als jonge jongen was Willemstein veel op de kermis te vinden. Ook toen niet alleen vóór, maar ook áchter de schermen. “Mijn vader werkte al voor hetzelfde bedrijf, hij regelde de stroomvoorzieningen”, brengt Willemstein in herinnering. “Ik ging vaak met hem mee. Dan gingen we samen ‘stroom maken’ op de kermis.”
En ook bij stroom draait het natuurlijk om contact. Willemstein leerde al vroeg de mensen achter de kermis kennen. Een wereldje op zich, altijd op reis, toch hecht – en met een eigen humor, een eigen manier van doen. “De directeur kwam op een gegeven moment zelf naar mijn vader: die kermis, is dat niks voor je zoon? Zo ben ik er ingerold.”
Het is niet zo dat Willemstein zelf de hele dag in attracties zit, zijn werk zit toch anders in elkaar. Zomaar even één lievelingsattractie aanwijzen, dat vindt hij moeilijk, zegt hij als Streekstad Centraal hem daarnaar vraagt. Hoewel… “Nee, toch gewoon de breakdance, denk ik. Een all time favourite.” (tekst gaat door onder de foto)
De Alkmaarse kermis is wat Willemstein betreft uniek. Een echte stadskermis, tussen de historische gevels, maar tegelijk wel een grote kermis met plek voor spectaculaire attracties.
Willemstein roemt de samenwerking met ‘marktmeester’ Bas van der Molen en diens mede-coördinator Marije Zijlmans. Er is echt een team dat voor de kermis zórgt, merkt hij. “Alkmaar houdt rekening met de kermis.”
Dat Alkmaar het ook in de coronajaren aandurfde om de kermis te organiseren, uiteraard met wat aanpassingen, tekent de samenwerking. “Dat ging eigenlijk heel goed”, herinnert Willemstein zich. Veel andere kermissen werden in die jaren afgelast, het was een zware periode voor de kermisondernemers. “Maar hier stonden we er.”
In zijn 25 jaar heeft Willemstein het nodige zien veranderen. Het kermisterrein bijvoorbeeld. “We stonden in het begin nog op het Doelenveld. Dan ging je door de kauwgomsteeg…” Een stukje stad dat menig Alkmaarder zich nog zó voor de geest kan halen, maar dat er al jaren niet meer is. De kermis was toen kleiner. Anders.
“We hebben nu gewoon veel meer ruimte, we staan ook op de Paardenmarkt”, legt Willemstein uit. “Daar kunnen we de dinsdag vóór de kermis al beginnen met opbouwen.” Dit jaar verrijst daar onder meer de achtbaan.
Grotere attracties, meer ruimte: de kermis is gegroeid. Daarmee is de Alkmaarse kermis ook voor een breder publiek interessant geworden. Dat is voor Willemstein dan ook de belangrijkste ontwikkeling van de afgelopen 25 jaar. “De kermis is echt beter geworden”, benadrukt hij. “Groter, ruimer. Béter.”
Het is het gesprek van de dag, van de week. In heel Alkmaar, maar toch vooral in winkelcentrum De Mare. Ondernemers, bewoners en bezoekers zijn nog steeds aangedaan. Maar ze zijn ook veerkrachtig: er is een inzamelingsactie om de getroffen ondernemers te helpen. “Het zit echt hoog.”
Een ‘ramp’ is het, toch komt er ook iets positiefs uit voort. “Iedereen probeert elkaar te helpen”, legt Henk Belder uit in gesprek met NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Belder is de initiatiefnemer van een inzamelingsactie. Die moet vier getroffen ondernemers in De Mare snel op de been helpen.
Rook, grote vlammen. Winkelend publiek en omwonenden kunnen zich de brand nog levendig herinneren. Lesley Molema van Brasserie De Mare had een vol terras. “De ene helft wou meteen weg”, herinnert hij zich. “De andere helft vond het eigenlijk wel interessant. Die zaten eerste rang.” (tekst gaat door onder de foto)
De schade aan de KiK is gigantisch. Maar ook Mela Beauty and Feet, My Anime, Brasserie De Mare en Kapsalon Queen leden flinke schade, onder meer door het blussen en door de rook. Voor déze ondernemers is de crowdfunding van Henk Belder bedoeld.
“We zien dit als een dorpje op zich”, beschrijft Belder de saamhorigheid in De Mare. Toch kan de inzamelingsactie nog wel een extra steun in de rug gebruiken. “Het gaat nog niet zo goed”, erkent Belder. Er moet meer geld bij. Het streefbedrag is 30.000 euro. De inzamelingsactie kan worden teruggevonden op het platform GoFundMe.
De ‘zebra’ op de Alkmaarse Paardenmarkt is dan wel wereldberoemd in Alkmaar, toch is het einde van dit kunstwerk nabij. Het verkeert in slechte staat en dat geldt ook voor andere beelden die deel uitmaken van de ‘Paardenparade’. Het wordt dan ook tijd om de beelden op te ruimen. Dat schrijft het college.
Niet alleen op de Paardenmarkt in de Alkmaarse binnenstad, ook op andere plekken in de regio streken ze acht jaar geleden neer: bont beschilderde paarden, die samen kunstroute de ‘Paardenparade’ vormden. In totaal ging het om tien paarden in de gemeenten Alkmaar, Bergen, Heiloo en – toen nog – Schermer en Graft-De Rijp.
De paarden waren nooit voor de eeuwigheid bedoeld. “Het was duidelijk dat de paarden geen lange levensduur zouden hebben, gezien het materiaalgebruik van de paarden”, schrijft cultuurwethouder Anjo van de Ven. “De vergunningen waren ook aangevraagd voor een tijdelijke plaatsing van vijf jaar.”(tekst gaat door onder de foto)
Die vijf jaar zijn om en dat is de beelden inmiddels ook wel aan te zien. Het paard dat in Stompetoren was geplaatst, moest al eerder worden weggehaald. Nu is het lot dus ook bezegeld voor de paarden op de Paardenmarkt, bij de Molen van Piet, het Ringersplein en in het dorp Graft.
De wethouder schrijft dat de beelden in ‘zeer slechte staat’ zijn. Ze heeft zich voor dit oordeel laten adviseren door Kunstwacht, die het beheer en onderhoud van buitenkunst uitvoert.
“Het kunstwerk ‘Dansend paard’ van David Bade, achter het station, is een uitzondering”, voegt de wethouder toe. “Dit kunstwerk is in het kader van de vernieuwbouw van het station geplaatst en bekostigd uit dat project. Hierdoor
kon het duurzamer worden gemaakt dan de andere paarden.” Dát paard blijft dus bestaan. (tekst gaat door onder de foto)
Ook twee andere paarden ontspringen de dans: dat van Zuidschermer en het paard dat langs de Hoornsevaart in Oudorp staat. Maar voor die paarden is dat uitstel van executie, op termijn zullen ook zij eraan moeten geloven.
De kunstenaars die de paarden gemaakt hebben zijn van het besluit op de hoogte gebracht. Zij hebben ingestemd met de verwijdering. Op de leegkomende plekken zullen later andere kunstwerken worden neergezet. Daarnaar doet de gemeente nu onderzoek. (foto bovenaan: Wikimedia Commons / Pimvantend)
Het ziekenhuis dat er nooit kwam. De fusie die er wél kwam, al lijkt het laatste woord er nog steeds niet over gezegd. En, natuurlijk, corona. Het zijn onderwerpen uit de recente geschiedenis van Dijk en Waard die belangrijk genoeg zijn om niet vergeten te worden. “Dan worden de archiefbescheiden blijvend bewaard.”
Het gaat om gebeurtenissen uit de periode 2017-2023. Daaruit heeft het college van Dijk en Waard drie onderwerpen aangewezen die het verdienen om zorgvuldig gedocumenteerd te worden. Zo blijven de stukken die de gemeente er eerder over schreef voor de toekomst bewaard.
Dat de coronaperiode één van de geselecteerde ‘hotspots’ is zal niemand verbazen. Het college brengt de lockdowns in herinnering, de avondklok, de mondkapjes, de anderhalvemetermaatregel. Allemaal zaken waar óók de lokale politiek mee te maken kreeg.
Dijk en Waard vindt het belangrijk om de corona-documenten ook echt te bewaren. “Anders bestaat het risico dat alle stukken na verloop van tijd vernietigd worden”, schrijft het college. “Dan is het niet meer mogelijk om vanuit cultuur-historisch oogpunt na te gaan waarom men tot de genomen besluiten gekomen is.” (tekst gaat door onder de foto)
Niet alleen corona, ook de fusie van Langedijk en Heerhugowaard is zo’n hotspot die niet vergeten mag worden. “Het herindelingstraject heeft zowel bestuurlijk als maatschappelijk heel wat voeten in de aarde gehad”, zegt het college daar nog over. Met name in Koedijk en Sint Pancras leidde de fusie tot de nodige discussies.
Als derde hotspot is het ziekenhuis aangewezen. Het ziekenhuis dat er zou komen, maar nooit werkelijkheid werd. “Het was de bedoeling dat het NWZ zich in Heerhugowaard zou vestigen”, vat het college die geschiedenis nog eens samen. “Uiteindelijk heeft NWZ besloten om toch in Alkmaar te blijven en daar uit te breiden.”
Alle stukken zullen worden overgebracht naar het Regionaal Archief Alkmaar. Daar zullen ze zorgvuldig worden bewaard. Toekomstige onderzoekers kunnen er dan gebruik van maken als ze schrijven over de geschiedenis van Dijk en Waard.
Een tuin, een huisje, een knutseltafel. Het zijn de eenvoudige ingrediënten van Stichting Wijland de Kampen, net buiten ‘t Veld. Hier ontvangen Ingrid en Sjim van der Stoop mensen met een verhaal, mensen die te maken hebben met een levensbedreigende ziekte, met kanker vaak. “Het is heel dankbaar werk.”
Een weiland, een eiland, een wij-land, ‘Wijland te Kampen’ is het allemaal tegelijk. Het is een klein stukje grond en toch gaat er een hele wereld schuil achter de bloemen, de planten en het knutselwerk waarvoor mensen hiernaartoe komen.
Streekstad Centraal spreekt met Ingrid van der Stoop naar aanleiding van de open dag die zij en haar man organiseren op zondag 1 september. Het is de tweede keer dat ze dit doen. “Normaal komen hier kleine groepjes. ‘s Ochtends zeven, ‘s middags zeven. Maar die Open Dag, vorig jaar? Ik denk dat we wel 350 bezoekers hadden! Ik was sprakeloos.”
Het is duidelijk dat Wijland de Kampen een gevoelige snaar raakt. Maar ook dat niet iedereen het zomaar even aandurft om even ‘over de brug’ te komen. “Een open dag helpt daar wel bij.” (tekst gaat door onder de foto)
Het is al jaren geleden dat Ingrid en Sjim van der Stoop het kleine stukje land in de grote polder huurden, van het waterschap. “We hadden op het landje wat schapen lopen”, herinnert Van der Stoop zich. “Toen kregen we de kans om het te kopen. Dat wilden we wel, maar dan moesten we er wel wat moois van maken, vonden we.”
Het gezin-Van der Stoop werd in 2001 met hun ergste nachtmerrie geconfronteerd. “Mijn zoon, zes jaar oud, kreeg kanker.” Voor het jonge gezin begon een zware tijd van behandelingen en onzekerheid.
“Maar ook van leuke dingen. Villa Pardoes, Make a Wish, de Opkikker… Er werd zoveel voor ons gedaan”, vertelt Van der Stoop. “Dat raakte me. Dat mensen speciaal een dag vrij maakten om óns wat plezier te bezorgen. Heel even al je zorgen kunnen vergeten, dat is zo veel waard.” (tekst gaat door onder de foto)
Met het gezin kwam het goed. Inmiddels is er zelfs een volgende generatie Van der Stoop. Het gevoel van grote dankbaarheid is hen altijd bijgebleven. Daarom is er nu de tuin, de stichting. Om iets terug te doen.
“Bij ons is iedereen welkom. We gaan samen knutselen, samen genieten van de tuin. Dat is een mooi stukje natuur geworden”, legt Van der Stoop uit. “We hebben hier mensen van 23 tot 92 jaar. Soms is het muisstil. Soms praten we over het weer. En ja, soms ook over kanker.” Die gesprekken het het ongedwongen contact geven haar gasten veel steun, merkt ze.
Het gaat vanzelf, benadrukt Van der Stoop. Niks moet. “Het is hier heel gemoedelijk. Mensen hebben het niet eens door. Ze zitten te knutselen, denken ze. Maar ze zitten elkaar te helpen.”