Het was druk, toch ging het allemaal goed. Dat is het gevoel waarmee de gemeente Alkmaar terugkijkt op Alkmaar Ontzet 2024. Na het grootse jubileumjaar was deze viering weer een ‘gewoon’ Ontzet, op een doordeweekse dag zelfs. Toch was de opkomst groot: 55.000 mensen trokken naar de Alkmaarse binnenstad om de victorie te vieren.
Dat blijkt uit cijfers van de gemeente Alkmaar. Opvallend is dat het vooral erg druk was op de Plattestenenbrug en op de feestlocatie Ritsevoort/Koorstraat. Ook café Bruintje, daar vlakbij, wist veel publiek te trekken, vermeldt de gemeente. “Beide dagen heerste er een gezellige en gemoedelijke sfeer op de evenementlocaties, ondanks dat het op sommige momenten op plekken heel
druk was.”
Op de Plattestenenbrug werd de toeloop van feestvierders gereguleerd om ‘overcrowding’ te voorkomen. Ook dat ging goed. De EHBO was er voor ‘pleisters en paracetamol’, maar hoefde verder dus niet in te grijpen.
Het beeld dat overheerst is dat Alkmaarders op een zeer gemoedelijke manier hun Ontzet vieren. De veiligheidsmaatregelen die dit jaar golden zullen met dat besef in het achterhoofd worden geëvalueerd, schrijft de gemeente: “Hierbij zullen we gezamenlijk kritische in ogenschouw nemen of de ingestelde maatregelen nog noodzakelijk en proportioneel zijn.”
De avond van vrijdag 8 november is voor boekenliefhebbers een buitenkans. Dan opent De Boekentuin in Alkmaar bij hoge uitzondering zijn deuren voor bezoekers. Die kunnen van 18:00 tot 21:00 boeken kopen en zo bijdragen aan de verhuizing van De Boekentuin.
De Boekentuin is normaal alleen een online winkel, het magazijn vol boeken is dus geen plek waar gewinkeld kan worden. Dat magazijn is een beschermde werkplek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar nu De Boekentuin moet verhuizen is alles anders. Er is een plek gevonden, maar de boeken moeten dan wel allemaal weer daarheen en dat is zwaar werk. Door flink wat boeken te kopen kunnen bibliofielen die verhuizing weer een stukje makkelijker maken. Voor de gelegenheid zijn de boeken extra scherp geprijsd.
De Boekennacht begint vrijdag 8 november om 18:00 uur. De Boekennacht is nog op de oude locatie van De Boekentuin, aan de Berenkoog. Aanmelden is gewenst en dat kan via de Facebookpagina van De Boekentuin.
Hij komt, hij komt. En wel op zaterdag 16 november. Maar toch is alles net even anders dan in voorgaande jaren. De Alkmaarse Sinterklaasintocht gaat op de schop en dat kan niet anders, laat de organisatie weten. “We hebben het Sinterklaas zelf nog niet eens verteld, het belangrijkste is dat de kinderen het weten.”
Dat zegt Lida Mathot van de stichting Intocht Sinterklaas Alkmaar. Dat ze al in oktober contact zoekt met Streekstad Centraal laat wel zien dat het haar menens is. “We moeten echt voorkomen dat kinderen op de Bierkade gaan staan. Want daar komt Sinterklaas dit jaar dus helemaal niet.”
Om die kade te bereiken moet de Pakjesboot namelijk voorbij de Friesebrug, die daarvoor open moet kunnen. Dat is normaal geen enkel probleem, maar net in het weekend dat Sinterklaas aan moet komen zijn er bij die brug werkzaamheden. (tekst gaat door onder de foto)
“Uitgerekend als Sinterklaas er doorheen moet ja”, zegt Mathot, die dat natuurlijk graag anders had gezien. “Maar het is zoals het is! Weet je, ik zie geen beren op de weg hoor. Dan doen we het gewoon een keertje helemaal andersom anders.”
De Sinterklaas en zijn Pieten kunnen hun vertrouwde Pakjesboot daarom bij uitzondering aanmeren ter hoogte van Ringers, bij het Ringersplein. Een mooi groot plein, dus daar zal ook gefeest worden, vertelt Mathot. “Alleen het paard staat daar niet, dat wacht op de Kanaalkade. Anders moeten ze met paard en al over de Ringersbrug…” Ozosnel kan zijn benen dus nog even sparen, voordat paard en goedheiligman ‘s avonds laat de daken op gaan.
Vanaf de Kanaalkade gaat het dan verder over het Waagplein, de Mient, de Langestraat en dan via de Koorstraat naar de bus. Met die bus gaat Sinterklaas verder naar De Mare. (tekst gaat door onder de foto)
Het is niet de eerste uitdaging voor de stichting Intocht Sinterklaas Alkmaar. Vorig jaar nog viel het grote feest letterlijk in het water, toen de regen met bakken uit de hemel kwam. “Dat hebben we in al die jaren nog nooit meegemaakt, dat was niet leuk”, herinnert Mathot zich. “Tóch was het ook gezellig.”
Voor die gezelligheid weet Sinterklaas natuurlijk altijd wel te zorgen, maar ook het team van de stichting is hecht, vertelt Mathot nog. “We doen dit echt al járen. Een klein bestuur van vijf mensen. Ja, het klikt gewoon.”
Nog even de straat oversteken en dan naar de trein. Dat liep donderdagmorgen verkeerd af voor een vrouw in Castricum. In de overtuiging dat ze op het zebrapad veilig was stak ze over, maar werd vervolgens geschept door een auto. De automobilist zou haar niet hebben gezien.
De ambulance kwam ter plaatse en nam de vrouw mee naar het ziekenhuis. Getuigen melden dat ze hard op het wegdek terecht kwam, nadat ze eerst tegen het voorraam van de auto klapte.
De precieze oorzaak van het ongeval wordt nog onderzocht. Het was nevelig. De automobilist kan de vrouw dus over het hoofd hebben gezien, omgekeerd zal de vrouw de naderende auto ook pas laat hebben opgemerkt.
De auto raakte beschadigd en moest worden weggesleept.
Dat de katholieke dorpskerk van Zuidschermer niet meer als plaats van gebed zal worden gebruikt, dat lijkt onafwendbaar. Maar voor de dorpsbewoners zou het mooi zijn als de kerk wél als openbaar gebouw behouden kon blijven. Dat vindt stichting Dorpsgezicht Zuidschermer, die de kerk wel wil kopen.
Daarmee zorgt de stichting voor nieuwe hoop, nadat de gemeente Alkmaar vorige week noodgedwongen afzag van koop. De raad zag dat weliswaar best zitten, het college wees erop dat zo’n actie ook weer precedent schept. Daarbij noemde het college ook nog de afspraken zoals die zijn verwoord in de Kerkenvisie.
Nu komt stichting Dorpsgezicht Zuidschermer dus in actie, omdat er écht wat moet gebeuren. Die kerk, dat plein, het mag niet verloren gaan voor het dorp. (tekst gaat door onder de foto)
“Het plein is een belangrijke plek, waar inwoners samenkomen”, zegt Johan Bloothoofd van de stichting Dorpsgezicht Zuidschermer. “Ook het verenigingsleven is hier heel groot, dus er valt genoeg te bedenken om de kerk mee op te vullen.”
Zoals dat gaat bij een katholieke kerk is het laatste woord aan bisschop. “We zijn ons aan het voorbereiden op een gesprek met het bisdom, dus over de voortgang valt nog weinig te zeggen”, zegt Bloothoofd in gesprek met NH, mediapartner van Streekstad Centraal. “We hopen de kerk voor weinig spul bij de stichting te kunnen onderbrengen. Uiteindelijk bepaalt het bisdom wat ermee gaat gebeuren.”
Nu Zuidschermer het al moeten stellen zonder school, is het van het grootste belang dat deze plek van samenkomst wél behouden blijft. En dus niet zal worden verkocht aan een particuliere partij, die plein en kerk tot woningen of iets anders herbestemd. Dat zou ook gevolgen kunnen hebben voor de dorpskroeg, die – zoals dat hoort natuurlijk – direct naast de kerk gevestigd is.
Bloothooft wil daar zijn uiterste best voor doen. “We gaan voor ons dorpshart strijden”, zegt hij. “Maar of het gaat lukken, is afwachten”
Goedgekeurd was ‘ie, volledig veilig: de kinderachtbaan op de Alkmaarse kermis. Toch ging het deze zomer helemaal mis. De NVWA lijkt nu tóch te vinden dat er bij de kinderachtbaan fouten zijn gemaakt, maar daarmee wordt het er voor raadslid Sasja Spek niet duidelijker op. “We moeten dit echt goed uitzoeken.”
Al kort na het incident op de Alkmaarse kermis klom SPA-raadslid Sasja Spek in de pen. Het zat haar niet lekker, al helemaal niet toen bleek dat er al eerder een ongeluk was gebeurd met achtbaan ‘Crazy Clown’. “Dit gaat om de veiligheid van onze kinderen, en om die van ons”, reageert ze in gesprek met Streekstad Centraal.
Het college wees in de antwoorden op haar raadsvragen naar de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Díe had de achtbaan goedgekeurd en daarmee was ‘ie wat Alkmaar betrof veilig genoeg voor de kermis. (tekst gaat door onder de foto)
Spek begrijpt best dat Alkmaar niet alle keuringen zelf doorvoert. “Nee, natuurlijk doen we dat niet, snap ik. De gemeente heeft op zich goed gehandeld hoor”, relativeert ze. “Maar dan moet je als gemeente wel kunnen vertrouwen op de keuring van de NVWA.”
En daarover bestaat sinds deze week niet meer, maar juist minder duidelijkheid. Want de NVWA lijkt terug te komen op haar eerdere oordeel dat de populaire attractie helemaal veilig was. “Het onderzoek is nog niet afgerond, maar ik heb vrijdag wel contact met ze gehad”, zegt Spek daarover. “Ze lijken nu toch te willen dat er een extra riem komt, in die achtbaan.”
Dat zou inderdaad kunnen, bevestigt de NVWA als Streekstad Centraal navraag doet. “De attractie voldoet aan de normen”, benadrukt de woordvoerder. “Tegelijkertijd constateren wij ook dat er in een periode van vijf jaar tijd helaas twee nare ongevallen zijn gebeurd met deze attractie. Daarom gaat de keurende instantie deze en vergelijkbare attracties opnieuw beoordelen op veilig gebruik.” Een riempje behoort tot de mogelijkheden.
Opvallend is dat de NVWA daaraan toevoegt dat het Alkmaarse slachtoffertje eigenlijk nooit in het voorste karretje van de ‘Crazy Clown’ had mogen zitten. “Die procedure schrijft voor dat op de eerste zitjes in de voorste wagon alleen personen plaats mogen nemen die voldoen aan een minimale lengte of dat er een volwassene naast het kind zit. Het slachtoffer was niet groot genoeg.” (tekst gaat door onder de foto)
Daarmee richten de ogen zich nu ook op de exploitant van de kinderachtbaan. In de praktijk blijken heel wat kinderen zonder begeleider op dat populaire voorste stoeltje gezeten te hebben. Daar kan ook de NVWA van op de hoogte zijn geweest.
Voor Ad Jongenelen, voorzitter van de Nederlandse Kermisbond, is het een belangrijke kwestie. “We volgen dit op de voet. Waar het precies heengaat, dat weet ik ook niet. Feit is dat die attractie op het moment van het incident aan alle regels voldeed.”
Spek benadrukt dat het haar nou juist om de keuring van de NVWA ging. “Ik heb mijn vragen niet gesteld om de kermisexploitant in de problemen te brengen. Ik wil dat juist de NVWA dit goed uitzoekt. We moeten er gewoon van uit kunnen gaan dat zo’n attractie veilig is.” Ze heeft technische vragen ingediend bij de gemeente en zegt de definitieve conclusies van de NVWA nog af te wachten. “Maar het heeft nog wel een staartje”, voorziet Spek. “Dit is echt een raar verhaal.”
Ook Jongenelen zegt de definitieve conclusies af te willen wachten. “Laat duidelijk zijn: dit is echt vervelend voor iedereen die betrokken is. Voor dat gezin, maar wij denken ook aan de exploitant. Echt niet één exploitant wil dit meemaken.” Die keuringen zijn normaal ook echt niet mals, is de ervaring van Jongenelen. “Wij zijn één van de strengste landen. Zo’n attractie wordt heel frequent gekeurd. Ik hoop echt op een goede afloop voor iedereen”, verzucht hij. “Kermis, dat gaat om plezier en vertier. Dit wil je niet.”
750 jaar Amsterdam. Die bijzondere verjaardag is voor regisseur Dick Maas een aanleiding om het langverwachte vervolg op zijn klassieker ‘Amsterdamned’ uit te brengen in het jaar 2025. Maar de grachten waar het in deze thriller allemaal om draait zijn niet alleen maar Amsterdamse grachten. Maas en zijn crew filmden deze week namelijk in Alkmaar.
Iedere trotse Alkmaarder kan het bevestigen: ‘ons’ Luttik Oudorp doet heus niet onder voor het Singel of de Herengracht in Amsterdam. Want onder meer die bekende Alkmaarse gracht dient als decor voor Amsterdamned 2. Al is het niet zo waarschijnlijk dat we uiteindelijk de Waag en het Huis met de Kogel terug zullen zien in het resultaat. (tekst gaat door onder de afbeelding)
“We filmen onder de brug”, helpt regisseur Dick Maas de Alkmaarders meteen uit die droom. Streekstad Centraal sprak de meester tijdens de opnames, ter hoogte van het bekende bruggetje naast het Huis met de Kogel.
Voor de eerste Amsterdamned filmde Maas al in Utrecht, nu dus in Alkmaar – maar voor beide films toch zeker ook wel in het échte Amsterdam. “We hadden een scène gepland in Amsterdam bij een vergelijkbare brug”, vertelt Maas daarover. “Maar die was in onderhoud.” Door dat onderhoud ging filmen ónder de brug niet lukken. “Onder de brug, dat doen we hier eigenlijk.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Al is het dan alleen maar de onderkant van een brug, tóch zijn Alkmaarders best nieuwsgierig naar het filmproject. Er zijn de nodige buurtbewoners naar de set gekomen om het gebeuren even mee te maken. “Ik ben wel trots op mijn stadje”, reageert één van de omstanders. “Het is een mooi decor.”
Of er echt wat van Alkmaar te herkennen zal zijn in het resultaat, dat moet volgend jaar blijken. De première is gepland voor december 2025.
De pleinen, de haventjes, natúúrlijk de stranden: het zijn typisch plekken waar mensen samen komen voor een hapje en een drankje in goed gezelschap. Het verwondert dan ook niet dat juist Noord-Holland, met al z’n stranden en pittoreske stads- en dorpskernen, uit de bus komt als dé horecaprovincie van Nederland. Wel 25% van alle eet- en drinkgelegenheden in Nederland is te vinden in onze provincie.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Niet alleen is Noord-Holland koploper als het gaat om gezelligheid buiten de deur, het aantal horecazaken neemt hier ook nog eens fors toe. Over de periode 2007-2024 berekende het CBS een stijging van 144%. Alleen in Flevoland steeg het aanbod sneller. In Noord-Holland telt het CBS de meeste horecazaken per inwoner. (tekst gaat door onder de foto)
Horecazaken vinden we traditioneel het meest aan de Noordzeekust, op de Wadden en in de grote steden. Noord-Holland heeft met Amsterdam en Texel dus twee belangrijke troeven in handen, maar ook de stranden van Egmond en Bergen en natuurlijk de oude binnenstad van Alkmaar zijn goede plekken om een glaasje te bestellen.
Daar hoort dan wel steeds vaker ook een goede maaltijd bij, blijkt uit de cijfers van het CBS. Restaurants zijn in opkomst, terwijl de ouderwetse kroeg met alleen een tosti en een gehaktbal uit het straatbeeld verdwijnt. Het aantal cafés nam landelijk af met wel 33%.
Boerderijtjes met vlechtwerk, in slappe grond, die weer opgegeven werden toen het water steeg. En later alsnóg weer deel van de stad werden. Het is één van de vele verhalen die stadsarcheologe Nancy de Jong uit haar mouw schudt als we haar spreken in het Alkmaarse stadhuis. “Als ik hier de vloer uithaal ga je zó de veertiende eeuw in.”
Hier, dat is één van de historische zalen van het stadhuis van Alkmaar. Dat die stad een rijke geschiedenis heeft, dat is hier meteen voelbaar. Maar voor Nancy de Jong is die geschiedenis op veel meer plekken zo dichtbij. Als stadsarcheologe heeft ze een goed beeld van de vele bodemschatten die Alkmaar verbergt.
De Jong is in het stadhuis om toelichting te geven bij de ‘archeologische verwachtingskaart’ die zij en haar collega’s hebben gemaakt. Daarop is ‘in bonte kleuren’, zoals ze er zelf bij zegt, in beeld gebracht waar in Alkmaar de grootste archeologische rijkdommen zijn te verwachten. (tekst gaat door onder de foto)
“Het klinkt heel tegenstrijdig, maar als archeologen willen we eigenlijk niet graven”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. “Als ik soms zie hoe dat veertig jaar geleden is gedaan, dan denk ik: oh my God. We kunnen er beter van afblijven om de geschiedenis te beschermen.” Ook daarvoor dient te kaart. Zo kunnen grondeigenaren goed inschatten of er voor een bouwproject met eventuele bodemschatten rekening gehouden moet worden.
Het zal niemand verrassen dat de historische binnenstad van Alkmaar op De Jongs ‘bonte’ kaart donkerrood kleurt. “Daar is héél veel te vinden”, bevestigt De Jong. „Het zit vaak echt meteen onder de vloer. Op één perceel ga je dan meteen heel ver in de tijd terug.” Het maakt die percelen in de binnenstad ook heel kwetsbaar. Daar druk je liever niet rücksichtlos een heipaal de grond in.
Hoewel ze de bodem dus het liefst ongemoeid zou laten, komt De Jong wel in actie als er gebouwd gaat worden. Het is dan ook een beetje redden wat er te redden valt – al zal ze het zo negatief niet zeggen. Het enthousiasme krijgt dan toch snel de overhand: “Toen we die huwelijksring van Maria Tesselschade vonden… Ja, dan ga je toch even voelen…” Ze bekent: “Ja, hij paste om mijn pink.”
Bij zo’n vondst komt ook het besef dat die ring vier eeuwen eerder om de vinger van Alkmaars beroemdste dichteres moet hebben gezeten. Het werk van de stadsarcheoloog heeft op zulke dagen natuurlijk wel extra glans. “Maar we zitten dus ook achter ons bureau, om zo’n kaart te maken bijvoorbeeld.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Alkmaar heeft hart voor archeologie. Dat blijkt wel uit het feit dat er stadsarcheologen actief zijn, maar het komt ook naar voren als grondeigenaren niet ontkomen aan archeologisch onderzoek. Dan is de gemeente bereid om mee te betalen en mee te denken.
“Alkmaar doet daar echt wel meer dan veel andere gemeenten”, ziet De Jong. “En dat is ook goed.” Alkmaar is weliswaar niet het oude Athene, toch zijn er hier zeker interessante zaken te verwachten. Vooral de hoge gronden, de oude ‘strandwal’ of duinenrij waarop Alkmaar en Oudorp zijn ontstaan, is belangrijk. Die behoort tot de oudst bewoonde gebieden in wijde omtrek.
“Maar ook nieuwere dingen zijn leuk om te vinden. In Huiswaard troffen we overblijfselen van het ‘Bonanzadorp’, een woonwagenwijkje van vroeger. En bij het ziekenhuis vinden we allemaal moestuintjes. Dan kunnen we weer onderzoeken wat voor groente mensen aten” , vertelt de stadsarcheologe dankbaar.
Nieuwe technologieën, maar bijvoorbeeld ook het werk van amateurarcheologen, heeft steeds betere inzichten opgeleverd. Ook dat heeft zijn weerslag op de nieuwe kaart waarmee de gemeente nu gaat werken. “Je moet het zo zien: eigenlijk alles wat we doen laat sporen achter.” Sporen die nu in kaart zijn gebracht, sporen die het verdienen om te worden bewaard.
Zonder bovenleiding geen treinen, tenminste, niet als de treinen elektrisch zijn. Maar bovenleiding is wel aan slijtage onderhevig. Het deel van de bovenleiding dat met de trein in contact komt moet daarom van tijd tot tijd vervangen worden. ProRail doet dat in Heerhugowaard en daarvoor wordt dat station in november twee nachten afgesloten, met verkeershinder tot gevolg.
Het gaat om dinsdag 5 november vanaf 20:00 uur tot woensdag 6 november 5:00 uur en om woensdag 6 november 20:00 uur tot donderdag 7 november 5:00 uur. De afsluiting van station Heerhugowaard heeft gevolgen voor het treinverkeer in heel Noord-Holland-Noord: er rijden op deze momenten geen treinen tussen Alkmaar en Den Helder en ook niet tussen Alkmaar en Hoorn.
De werkzaamheden vinden dus plaats in de nacht. Toch zullen omwonenden er weinig van merken, verwacht spoorbeheerder ProRail. “Het werk is relatief stil”, vertelt Martijn de Graaf van ProRail. “Ook omdat we geen ‘grondroerende werkzaamheden’ verrichten.” (tekst gaat door onder de foto)
Werk in de grond, dat geeft vaak aardig wat geluid. Maar nu gaat het dus om hetgeen bóven de grond hangt: de bovenleiding, de rijdraden. “We vervangen een drietal rijdraden”, bevestigt De Graaf. “En wat montagemateriaal.”
Dat werk is belangrijk, benadrukt de spoorbeheerder. “Alle rijdraden zijn aan slijtage onderhevig. We dienen ze daarom op tijd te vervangen voordat ze knappen”, vertelt De Graaf. Mochten ze wel knappen, dan zou dat pas écht hinder opleveren.
Tegelijk met de werkzaamheden in Heerhugowaard zijn er ook werkzaamheden in Hoorn. Die nemen meer tijd in beslag. Vanaf dinsdag 22 oktober moeten reizigers van en naar Hoorn rekening houden met werkzaamheden. Die situatie duurt tot in december. Zie ook de website van NS.