750 jaar Amsterdam. Die bijzondere verjaardag is voor regisseur Dick Maas een aanleiding om het langverwachte vervolg op zijn klassieker ‘Amsterdamned’ uit te brengen in het jaar 2025. Maar de grachten waar het in deze thriller allemaal om draait zijn niet alleen maar Amsterdamse grachten. Maas en zijn crew filmden deze week namelijk in Alkmaar.
Iedere trotse Alkmaarder kan het bevestigen: ‘ons’ Luttik Oudorp doet heus niet onder voor het Singel of de Herengracht in Amsterdam. Want onder meer die bekende Alkmaarse gracht dient als decor voor Amsterdamned 2. Al is het niet zo waarschijnlijk dat we uiteindelijk de Waag en het Huis met de Kogel terug zullen zien in het resultaat. (tekst gaat door onder de afbeelding)
Dick Maas aan het werk langs het water van het Luttik Oudorp. (foto: Streekstad Centraal)
“We filmen onder de brug”, helpt regisseur Dick Maas de Alkmaarders meteen uit die droom. Streekstad Centraal sprak de meester tijdens de opnames, ter hoogte van het bekende bruggetje naast het Huis met de Kogel.
Voor de eerste Amsterdamned filmde Maas al in Utrecht, nu dus in Alkmaar – maar voor beide films toch zeker ook wel in het échte Amsterdam. “We hadden een scène gepland in Amsterdam bij een vergelijkbare brug”, vertelt Maas daarover. “Maar die was in onderhoud.” Door dat onderhoud ging filmen ónder de brug niet lukken. “Onder de brug, dat doen we hier eigenlijk.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Onder de brug wordt gefilmd. (foto: Streekstad Centraal)
Al is het dan alleen maar de onderkant van een brug, tóch zijn Alkmaarders best nieuwsgierig naar het filmproject. Er zijn de nodige buurtbewoners naar de set gekomen om het gebeuren even mee te maken. “Ik ben wel trots op mijn stadje”, reageert één van de omstanders. “Het is een mooi decor.”
Of er echt wat van Alkmaar te herkennen zal zijn in het resultaat, dat moet volgend jaar blijken. De première is gepland voor december 2025.
De pleinen, de haventjes, natúúrlijk de stranden: het zijn typisch plekken waar mensen samen komen voor een hapje en een drankje in goed gezelschap. Het verwondert dan ook niet dat juist Noord-Holland, met al z’n stranden en pittoreske stads- en dorpskernen, uit de bus komt als dé horecaprovincie van Nederland. Wel 25% van alle eet- en drinkgelegenheden in Nederland is te vinden in onze provincie.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Niet alleen is Noord-Holland koploper als het gaat om gezelligheid buiten de deur, het aantal horecazaken neemt hier ook nog eens fors toe. Over de periode 2007-2024 berekende het CBS een stijging van 144%. Alleen in Flevoland steeg het aanbod sneller. In Noord-Holland telt het CBS de meeste horecazaken per inwoner. (tekst gaat door onder de foto)
Gezelligheid in de Alkmaarse binnenstad. (foto: Streekstad Centraal)
Horecazaken vinden we traditioneel het meest aan de Noordzeekust, op de Wadden en in de grote steden. Noord-Holland heeft met Amsterdam en Texel dus twee belangrijke troeven in handen, maar ook de stranden van Egmond en Bergen en natuurlijk de oude binnenstad van Alkmaar zijn goede plekken om een glaasje te bestellen.
Daar hoort dan wel steeds vaker ook een goede maaltijd bij, blijkt uit de cijfers van het CBS. Restaurants zijn in opkomst, terwijl de ouderwetse kroeg met alleen een tosti en een gehaktbal uit het straatbeeld verdwijnt. Het aantal cafés nam landelijk af met wel 33%.
Boerderijtjes met vlechtwerk, in slappe grond, die weer opgegeven werden toen het water steeg. En later alsnóg weer deel van de stad werden. Het is één van de vele verhalen die stadsarcheologe Nancy de Jong uit haar mouw schudt als we haar spreken in het Alkmaarse stadhuis. “Als ik hier de vloer uithaal ga je zó de veertiende eeuw in.”
Hier, dat is één van de historische zalen van het stadhuis van Alkmaar. Dat die stad een rijke geschiedenis heeft, dat is hier meteen voelbaar. Maar voor Nancy de Jong is die geschiedenis op veel meer plekken zo dichtbij. Als stadsarcheologe heeft ze een goed beeld van de vele bodemschatten die Alkmaar verbergt.
De Jong is in het stadhuis om toelichting te geven bij de ‘archeologische verwachtingskaart’ die zij en haar collega’s hebben gemaakt. Daarop is ‘in bonte kleuren’, zoals ze er zelf bij zegt, in beeld gebracht waar in Alkmaar de grootste archeologische rijkdommen zijn te verwachten. (tekst gaat door onder de foto)
Nancy De Jong in actie (met de microfoon) tijdens een stadswandeling geïnspireerd door de boeken van Simone van de Vlugt (in de gele bloes). (foto: Streekstad Centraal)
“Het klinkt heel tegenstrijdig, maar als archeologen willen we eigenlijk niet graven”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. “Als ik soms zie hoe dat veertig jaar geleden is gedaan, dan denk ik: oh my God. We kunnen er beter van afblijven om de geschiedenis te beschermen.” Ook daarvoor dient te kaart. Zo kunnen grondeigenaren goed inschatten of er voor een bouwproject met eventuele bodemschatten rekening gehouden moet worden.
Het zal niemand verrassen dat de historische binnenstad van Alkmaar op De Jongs ‘bonte’ kaart donkerrood kleurt. “Daar is héél veel te vinden”, bevestigt De Jong. „Het zit vaak echt meteen onder de vloer. Op één perceel ga je dan meteen heel ver in de tijd terug.” Het maakt die percelen in de binnenstad ook heel kwetsbaar. Daar druk je liever niet rücksichtlos een heipaal de grond in.
Hoewel ze de bodem dus het liefst ongemoeid zou laten, komt De Jong wel in actie als er gebouwd gaat worden. Het is dan ook een beetje redden wat er te redden valt – al zal ze het zo negatief niet zeggen. Het enthousiasme krijgt dan toch snel de overhand: “Toen we die huwelijksring van Maria Tesselschade vonden… Ja, dan ga je toch even voelen…” Ze bekent: “Ja, hij paste om mijn pink.”
Bij zo’n vondst komt ook het besef dat die ring vier eeuwen eerder om de vinger van Alkmaars beroemdste dichteres moet hebben gezeten. Het werk van de stadsarcheoloog heeft op zulke dagen natuurlijk wel extra glans. “Maar we zitten dus ook achter ons bureau, om zo’n kaart te maken bijvoorbeeld.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Een uitsnede uit de archeologische verwachtingskaart laat goed zien hoe de Alkmaarse binnenstad er uitspringt, maar ook de Mijzenpolder blijkt veel schatten te verbergen. (beeld: Gemeente Alkmaar)
Alkmaar heeft hart voor archeologie. Dat blijkt wel uit het feit dat er stadsarcheologen actief zijn, maar het komt ook naar voren als grondeigenaren niet ontkomen aan archeologisch onderzoek. Dan is de gemeente bereid om mee te betalen en mee te denken.
“Alkmaar doet daar echt wel meer dan veel andere gemeenten”, ziet De Jong. “En dat is ook goed.” Alkmaar is weliswaar niet het oude Athene, toch zijn er hier zeker interessante zaken te verwachten. Vooral de hoge gronden, de oude ‘strandwal’ of duinenrij waarop Alkmaar en Oudorp zijn ontstaan, is belangrijk. Die behoort tot de oudst bewoonde gebieden in wijde omtrek.
“Maar ook nieuwere dingen zijn leuk om te vinden. In Huiswaard troffen we overblijfselen van het ‘Bonanzadorp’, een woonwagenwijkje van vroeger. En bij het ziekenhuis vinden we allemaal moestuintjes. Dan kunnen we weer onderzoeken wat voor groente mensen aten” , vertelt de stadsarcheologe dankbaar.
Nieuwe technologieën, maar bijvoorbeeld ook het werk van amateurarcheologen, heeft steeds betere inzichten opgeleverd. Ook dat heeft zijn weerslag op de nieuwe kaart waarmee de gemeente nu gaat werken. “Je moet het zo zien: eigenlijk alles wat we doen laat sporen achter.” Sporen die nu in kaart zijn gebracht, sporen die het verdienen om te worden bewaard.
Zonder bovenleiding geen treinen, tenminste, niet als de treinen elektrisch zijn. Maar bovenleiding is wel aan slijtage onderhevig. Het deel van de bovenleiding dat met de trein in contact komt moet daarom van tijd tot tijd vervangen worden. ProRail doet dat in Heerhugowaard en daarvoor wordt dat station in november twee nachten afgesloten, met verkeershinder tot gevolg.
Het gaat om dinsdag 5 november vanaf 20:00 uur tot woensdag 6 november 5:00 uur en om woensdag 6 november 20:00 uur tot donderdag 7 november 5:00 uur. De afsluiting van station Heerhugowaard heeft gevolgen voor het treinverkeer in heel Noord-Holland-Noord: er rijden op deze momenten geen treinen tussen Alkmaar en Den Helder en ook niet tussen Alkmaar en Hoorn.
De werkzaamheden vinden dus plaats in de nacht. Toch zullen omwonenden er weinig van merken, verwacht spoorbeheerder ProRail. “Het werk is relatief stil”, vertelt Martijn de Graaf van ProRail. “Ook omdat we geen ‘grondroerende werkzaamheden’ verrichten.” (tekst gaat door onder de foto)
Wachten bij de spoorwegovergang, dat hoeft dan weer niet als de treinen niet rijden. (foto: Streekstad Centraal)
Werk in de grond, dat geeft vaak aardig wat geluid. Maar nu gaat het dus om hetgeen bóven de grond hangt: de bovenleiding, de rijdraden. “We vervangen een drietal rijdraden”, bevestigt De Graaf. “En wat montagemateriaal.”
Dat werk is belangrijk, benadrukt de spoorbeheerder. “Alle rijdraden zijn aan slijtage onderhevig. We dienen ze daarom op tijd te vervangen voordat ze knappen”, vertelt De Graaf. Mochten ze wel knappen, dan zou dat pas écht hinder opleveren.
Tegelijk met de werkzaamheden in Heerhugowaard zijn er ook werkzaamheden in Hoorn. Die nemen meer tijd in beslag. Vanaf dinsdag 22 oktober moeten reizigers van en naar Hoorn rekening houden met werkzaamheden. Die situatie duurt tot in december. Zie ook de website van NS.
‘De Brouwerij danst!’ Onder die titel worden er vanaf zondag 3 november maar liefst tien dansmiddagen georganiseerd in Podiumcafé De Brouwerij aan het Luttik Oudorp. En uiteraard gaan dan de voetjes van de vloer. Zowel beginners als ervaren dansers zijn van harte welkom.
Sonny Zichem van Dance Amsterdam verzorgt de middagen, waarbij zeker ook wat geleerd zal worden. Er komen verschillende dansstijlen en danspassen aan bod. Sonny Zichem heeft veel ervaring met het geven van danslessen en zorgt daarbij voor een gezellige sfeer, zodat iedereen wordt geprikkeld om mee te doen.
De dansmiddagen beginnen om 14:00 uur en duren tot 16:00 uur. De eerste is op zondag 3 november en daarna volgen dus nog negen andere dansmiddagen. Entree is 5 euro, contant. Voor meer informatie kunnen mensen mailen naar reserverendebrouwerij@gmail.com.
De Alkmaarse binnenstad was zondag één groot theater. Meer dan honderd optredens, búíten de muren van de schouwburg, maar wel georganiseerd door TAQA Theater De Vest: dat is ‘Vest in de Stad’, inmiddels een jaarlijkse traditie. “Ik zou dit elke week wel willen doen.”
Bezoekers genieten zichtbaar van de grote variëteit aan optredens. Muziek, humor, ‘spoken word’, of een opmerkelijke presentatie: alle vormen van theater komen aan bod tijdens Vest in de Stad. Niet altijd, maar wel vaak is het optreden ook echt buiten. Zo komen jong én oud in aanraking met theater en dat is precies de bedoeling.
“We verrassen het winkelend publiek”, legt Dorus Smit van Theater De Vest uit aan Streekstad Centraal. “Het is echt een festival, in de binnenstad van Alkmaar. (tekst gaat door onder de foto)
Ook kinderen werden betrokken bij het theaterfestival. (beeld: Streekstad Centraal)
En dus gaat het van ’trillende snorharen’ tot een ‘poppetje dat per ongeluk op een skateboard stapt van iemand anders’ – wat zeker wel kan leiden tot hilariteit, zo blijkt uit de reacties op straat.
Behalve op straat is er ook theater in verschillende winkels in de stad. Dat is heel knus, merken zowel bezoekers als artiesten. Hierin zit voor een deel de charme van dit bijzondere festival. “Het publiek is heel lief”, reageert Justin Samgar. “Iedereen vindt het hartstikke leuk!”
Er gaat mogelijk aangifte worden gedaan tegen de Castricumse wethouder Paul Slettenhaar. Daarmee gaat de politieke storm rond de VVD’er een nieuwe fase in. Vorige week leidden uitspraken van Slettenhaar al tot het uiteenvallen van het college van de gemeente Castricum.
Aanleiding tot alle ophef is een slepende kwestie in de Castricumse opvang voor statushouders. Daar is sprake van terugkerende wateroverlast. De verantwoordelijk wethouder Slettenhaar heeft over die problemen gezegd dat ze zijn veroorzaakt door de bewoners.
Volgens de beheerder van het pand is de verzegeling van de brandslang verbroken, met alle gevolgen van dien. Daarop concludeerde de wethouder dat de ‘bewoners zélf verantwoordelijk’ zijn voor alle overlast.
Dat de wethouder zonder een en ander te hebben uitgezocht, toch met zulke uitspraken kwam, dat kon niet door de beugel, stelde coalitiepartner GroenLinks. Die partij stapte daarom uit het college. Castricum heeft nu nog maar drie wethouders over en de coalitie heeft niet langer een meerderheid.(tekst gaat door onder de foto)
De bewuste brandslang, waarvan het zegel werd verbroken. (foto: Gemeente Castricum)
Maar niet alleen GroenLinks roert zich. Ook de statushouders blijken ‘not amused’. Zij ontkennen iets te maken te hebben met de gevandaliseerde brandslang en de wateroverlast. Het zijn valse beschuldigingen van de wethouder, zetten zij daar tegenover: laster.
“De bewoners hebben een brief gestuurd met het verzoek om een rectificatie”, laat hun advocaat Laas van Eijck weten aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Zonder rectificatie is de gang naar de rechter niet uitgesloten. Er kan aangifte worden gedaan van smaad en laster, zegt Van Eijck.
“Volgens het onderzoek is de tweede lekkage ontstaan door een interne oorzaak”, legt Van Eijck uit. “Heel vreemd dat de wethouder dan direct concludeert dat statushouders de schuldige zijn. Je verwacht een neutrale houding. Dat oude pand is zo lek als een mandje. Het beschuldigen van deze kwetsbare groep werkt polariserend in de samenleving en kan hen veel schade toebrengen.”
Scholen, sportclubs – maar óók de supermarkten. Alle plekken waar kinderen worden geconfronteerd met keuzes, gezonde of ongezonde keuzes, moeten zo worden ingericht dat ze nou juist die gezonde keuzes stimuleren. Daarvoor is JOGG Alkmaar in het leven geroepen. Die organisatie zoekt daarbij ook de samenwerking met bijvoorbeeld de supermarkt.
JOGG, dat staat voor: Jongeren Op Gezond Gewicht. Maar JOGG doet wel meer dan alleen aandacht vragen voor afvallen, blijkt als Streekstad Centraal spreekt met Lisette Untied van JOGG Alkmaar. “We doen echt van alles. Vloerstickers in supermarkten. Informatie over broodtrommels. En we werken samen met Alkmaar Sport.” Van gezonde schoolkantines tot het promoten van ‘op eigen energie naar school’.
JOGG Alkmaar bestaat uit een klein team, van drie mensen. Maar JOGG is ook landelijk vertegenwoordigd: “Dit is landelijk opgezet, om de omgeving van kinderen gezonder te maken.” Het werk bestaat vooral uit het zoeken van samenwerking met andere partijen, om zo een ‘gezonde eetomgeving’ te promoten.
Bijzonder is dat JOGG daarbij zeker niet alleen de samenwerking met scholen zoekt, maar ook met commerciële partijen. “Ja, dit jaar zijn we begonnen met Spar Vondelstraat, klopt! Maar we hebben ook al samengewerkt met Jumbo Paardemarkt, met AH…” (tekst gaat door onder de foto)
Ook met Alkmaar Sport wordt samengewerkt. (foto: Alkmaar Sport)
In supermarkten bestaat die samenwerking uit het promoten van gezonde keuzes. Die krijgen bijvoorbeeld opvallende schapkaartjes. Zo hoopt JOGG scholieren te verleiden om in plaats van een kaasbroodje of een frikandel, eens te kiezen voor een gezonde lunch.
“Het is voor de meeste mensen geen nieuws, mijn ervaring is: ouders weten écht wel wat gezond is”, vertelt Untied. “Maar er zijn wel misverstanden. Ouders zeggen dan tegen me: gezond, dat kost te veel tijd. Of dat is te duur. Er zijn genoeg gezonde keuzes die ook passen in een korte lunchpauze, bij een klein budget.” Dit schooljaar is er daarom extra aandacht voor de gezonde broodtrommel.
JOGG is landelijk actief. Dat betekent ook dat resultaten gemonitord worden. Er zijn al wel kritische kanttekeningen gemaakt bij de effectiviteit van JOGG. Toch is die er echt wel, ziet Untied: “De gemeente Alkmaar zet bijvoorbeeld in op waterdrinken op school. Uit de GGD-cijfers blijkt dat Alkmaar daar intussen veel beter op scoort dan andere gemeenten in Noord-Holland-Noord.” (tekst gaat door onder de foto)
Flessen waaraan ze zien hoever ze zijn met drinken kunnen kinderen stimuleren meer water te drinken. (foto: Wikimedia Commons)
Het verschil is inderdaad opvallend: in Alkmaar drinkt 67% van de basisschoolkinderen water in de pauze, en dus geen zoete frisdrank. Voor de regio als geheel komt dat getal net niet op 50% uit, blijkt uit de cijfers. Alkmaar is dus zeker een uitschieter.
JOGG Alkmaar zal zich ook de komende perioden blijven inzetten voor een gezonde omgeving voor opgroeiende Alkmaarders. Maar niet alleen daar, vertelt Untied. Er zijn ook projecten in de regio waarbij ze betrokken is. Want wat Alkmaar doet, dat willen andere gemeenten ook wel. “En wij pikken ook wel eens een idee van ergens ander hoor”, lacht ze.
Gezond eten en genoeg bewegen is belangrijk om overgewicht tegen te gaan, daarom is JOGG in het leven geroepen. Untied wil tegelijk niet betuttelen, nuanceert ze. “Mensen moeten echt zélf bepalen, zélf weten wat ze doen. Maar we willen gezonde keuzes dus wel stimuleren. Hop, pak die druiven!”
Een ‘hele goeie band’, een goedgevulde tap en de zekerheid dat er veel, héél veel bekenden komen. Dat zijn de ingrediënten van het verjaardagsfeest van Buurthuis Oud Overdie. “Mensen komen hiervoor helemaal uit Brabant vandaan.”
Nies Speets draait al even mee bij Buurthuis Oud Overdie en ze blijkt de geschiedenis van dit wijkcentrum tot in de details te kennen. “Ja, klopt, in 1974 zijn we opgericht”, antwoordt ze bevestigend als Streekstad Centraal vraagt naar het 50-jarig jubileum. “Maar om echt precies te zijn: we schreven ons pas in 1975 in bij de KvK.”
Maar dát staat niet op de vlaggen. En dus is het dit weekend al feest, met muziek, met buurtbewoners – en zelfs met oud-buurtbewoners. “Er komen heel veel Indische mensen, want onze buurt, dat was echt een Indische buurt vroeger. Nu wonen die mensen overal in het land. Helemaal uit Brabant komen ze.” (tekst gaat door onder de foto)
In 2018 opende het vernieuwde buurthuis, maar de geschiedenis gaat terug tot 1974. (foto: Streekstad Centraal)
In vijftig jaar verandert er veel, dat spreekt vanzelf, maar veel is ook hetzelfde gebleven. Mensen zijn trouw aan het Buurthuis, merkt Speets. “Mensen komen hier twee keer per week op de koffie, dat is echt belangrijk voor ze. Veel ouderen komen hier.” Aan verhalen is in het Buurthuis nooit gebrek.
Ook het team vrijwilligers dat het wijkcentrum draaiende houdt bestaat in hoofdzaak uit oudere vrijwilligers. Jongeren aantrekken, dat is niet altijd makkelijk, merkt Speets. “Maar we hebben nog een vacature voor een gastvrouw of gastheer. Kom langs, zou ik zeggen. Heel Alkmaar is welkom!”
Wie zondag langskomt kan een middag vol muziek verwachten, verzorgd door de band Memphis. Geen onbekende in de regio en zeker niet in Buurthuis Oud Overdie. “Jazeker, de zanger, die komt ook uit de buurt!”
De overheid, dat zijn we eigenlijk allemaal. Al lijken we dat ook allemaal wel eens te vergeten. Wantrouwen bij burgers, wantrouwen bij overheden: vaak is er over bericht, in landelijke én lokale pers. Het college van Alkmaar ziet het als één van zijn hoofdtaken om dat wantrouwen te doorbreken. “Het is niet altijd pais en vree, nee.”
In gesprek met wethouder Anjo van de Ven komt het ideaal van een betrouwbare, open overheid al gauw op tafel. Het is voor haar een belangrijk punt uit het coalitieprogramma van het college waar ze wethouder van is. Maar het is óók een wens van de raad, benadrukt ze. “Kijk: Alkmaar maken we samen, staat hier. Maar dat is mooi gezegd hè. Het gaat om hoe je het dóét.”
Want dat gaat niet vanzelf. De dagelijkse politieke praktijk is nu eenmaal een wereldje op zich, van vergaderzalen en lange debatten achter de komma. Dat er bij burgers vaak weinig enthousiasme bestaat over het openbaar bestuur, dat merkt de wethouder ook. (tekst gaat door onder de foto)
Een participerende wethouder, letterlijk met de voeten in de klei. (foto: Streekstad Centraal)
Om daar ‘handen en voeten’ aan te geven wordt samenwerking van gemeente en inwoners de standaard. Dat is de ‘participatievisie’. “Een participatieplan wordt verplicht”, legt de wethouder uit. “We hebben dat wel versimpeld. Het gaat erom dat we vóór een voorstel naar de raad gaat, participeren.” Samenwerken dus, samen praten, samen overleggen.
Beleid heeft nu eenmaal vaak impact. Er iets over kunnen zeggen doet dan veel. “Zeker als het bij je in de buurt is, dan is de betrokkenheid heel groot”, merkt wethouder Van de Ven. “Het is goed om daar rekening mee te houden.” (tekst gaat door onder de foto)
Participatie in de praktijk: de opvang aan de Robonsbosweg. (foto: NH Nieuws)
Op participatiebijeenkomsten kunnen mensen met ideeën komen, of kritiek geven op ideeën van de gemeente. En dat mag schuren, vindt de wethouder. “Het is niet altijd pais en vree, maar dat hóéft ook niet. Je zal nooit maximaal draagvlak krijgen. Maar je kunt wel met elkaar in gesprek gaan.”
Het schrikbeeld van eindeloze vergaderingen en bijeenkomsten, waardoor bijvoorbeeld woningbouwprojecten nóg verder vertraagd worden, wijst de wethouder van de hand. “Die participatie komt vóór het raadsvoorstel. Door op dat moment al te investeren, win je juist tijd terug, want de kans wordt kleiner dat mensen ná het raadsvoorstel met zienswijzen komen. Omdat we dat al hebben besproken met elkaar.”
Daarbij moet de overheid ook eerlijk zijn, vindt wethouder Van de Ven. “Niet alles kán. Daar moet je vooraf ook duidelijk zijn. Het is een complexe wereld met heel veel belangen.” Ook in de kwestie over de Robonsbosweg was al duidelijk dat de asielopvang er echt moest komen, maar dat er tegelijk wel overleg met de buurt mogelijk was. (tekst gaat door onder de foto)
Ook in de raadszaal kunnen inwoners hun zegje doen. (foto: Streekstad Centraal)
Participatie kan processen ook versimpelen. Maar het belangrijkste is het herstel van vertrouwen, vindt wethouder Van de Ven. “Het gaat erom dat burgers vertrouwen hebben in de democratie. Maar ook het omgekeerde: dat de overheid vertrouwen heeft in haar burgers.”
Dat dat wel eens verkeerd is gegaan, ook landelijk, dat ziet de wethouder ook. “Daar kunnen we lang over filosoferen, zeker. Ik heb daar veel gedachten over.” Alleen: niet nu, want nu is er eerst de participatievisie ‘Alkmaar maken we samen’ . “En die moet naar de raad. Ja, dat moet eerst.”