Het Wolfpad in de nieuwe Alkmaarse woonwijk Schelphoek krijgt twee nieuwe verkeersdrempels. Dat moet de snelheid van het verkeer minderen en de straat veiliger maken. Ook worden de sluishekjes naar de speeltuin aangepast, zodat kinderen minder makkelijk de straat op kunnen rennen.
De maatregelen van de gemeente volgen naar eigen zeggen nadat de gemeente goed naar vertegenwoordigers van de buurt heeft geluisterd. Dat moet dan een verbeterpuntje zijn geweest uit het verleden, want het contact verliep in het verleden niet altijd even soepeltjes. Na eerdere klachten kwam de gemeente wel in actie, maar de ontevredenheid bij omwonenden bleef.
Al een jaar maakten bewoners van het Wolfpad meldingen aan de gemeente Alkmaar over de onveilige situatie in hun straat; auto’s rijden er veel te hard en het drukbezochte speeltuintje is vanaf naastgelegen weg nauwelijks zichtbaar. Een ongeluk met een overstekend kind lag op de loer en dit gebeurde vervolgens ook. “Het is triest dat wij ons continu hebben laten horen, maar niet gehoord worden”, zei buurtbewoonster Samantha destijds over de situatie.
Pas nadat Streekstad Centraal er aandacht aan besteedde kwam er beweging. Inmiddels hebben er de nodige gesprekken plaatsgevonden tussen gemeente en bewoners van de Schelphoek. Die bewoners wilden ook graag dat hun woonwijk zou worden aangewezen als woonerf. Dat gaat niet gebeuren. Volgens de gemeente zou daar een volledige herinrichting van de wijk voor nodig zijn.
Toch is Samantha “heel blij” met de nieuwe drempels en het nieuwe hekje. Ze hoopt dat het de automobilisten herinnert om de snelheid te minderen op het Wolfpad. “Hopelijk helpen deze maatregelen. En anders moeten we opnieuw in gesprek om te zorgen dat alle verkeer voorzichtig langs het speeltuintje rijdt.”
ProRail, NS, de Provincie Noord-Holland en de gemeente Dijk en Waard hebben hun handtekening gezet onder een ‘intentieovereenkomst’ voor het nieuwe station. Want Heerhugowaard groeit en investeert. Daar hoort een modern OV-knooppunt bij: “Dit is groots denken!”
Harro Homan van ProRail vindt het een ‘teken van lef’: de intentieovereenkomst waar hij en de anderen woensdag hun handtekening onder hebben gezet. “De ambitie die de gemeente Dijk en Waard neerzet is inspirerend”, ervaart Homan.
De intentieverklaring is volgens de ondertekenaars dan ook een belangrijke stap in het proces om van het Heerhugowaardse stationsgebied een representatief stukje stad te maken. (tekst gaat door onder de foto)
Het stationskwartier van de almaar groeiende stad voelt nu misschien nog een beetje als de stille buitenrand. Reizigers stappen er op de fiets om naar hun huis te gaan. Er wordt geparkeerd of op de bus gewacht.
Maar de contouren van de toekomst tekenen zich af: steeds hoger komen de muren. Hier verrijzen woontorens, kantoren en plekken om samen te komen. Het vertrouwde stationnetje, met aan elke kant van het spoor een bescheiden standaardgebouw, het voelt tussen die hoogbouw wat al te landelijk aan.
En dus komt er een nieuw station. Een tunnel onder de sporen, een gebouw dat aan de laatste standaarden voldoet, omgeven door groen: de eerste tekeningen zijn veelbelovend. De partijen zeggen toe dat ze “van het stationskwartier écht een plek maken om de wonen, werken en verblijven.”
De ontwikkeling valt niet los te zien van die ándere forse investering: de ondertunneling van de spoorwegovergang, zodat auto’s en treinen elkaar straks niet meer hoeven te kruisen. Dat, en die ruim 5.000 woningen, onderstreept nog maar eens: deze trein mag Heerhugowaard niet missen. De ontwikkeling zijn te volgen op de website van de gemeente.
Geïntimideerd worden op straat is een heftige ervaring. De herinnering eraan kan lang door iemands hoofd spoken en ertoe leiden dat mensen ‘die ene plek’ maar vermijden. De gemeente Alkmaar wil die plek nadrukkelijk níét zijn. Om straatintimidatie verder tegen te gaan houdt Alkmaar vast aan het meldpunt, maar ook zal een VR-bril worden ingezet.
Dat laat het college van de gemeente Alkmaar weten aan de raad. Die had het onderwerp op de agenda gezet omdat het gevoel overheerste dat Alkmaar te weinig deed om straatintimidatie te voorkomen. VVD-fractievoorzitter John van der Rhee brak er in 2021 een lans voor, na een gesprek met zijn dochters waaruit naar voren kwam hoe váák met name meiden worden geïntimideerd in Alkmaar.
Drie jaar later is er al het nodige gebeurd. Het probleem is beter in beeld. Het college kwam deze week met een strategie om straatintimidatie verder aan te pakken. (tekst gaat door onder de foto)
“We hebben sinds 14 oktober 2021 een meldpunt”, brengt het college in herinnering. Daar kunnen slachtoffers hun verhaal doen. Zo weten gemeente en politie ook beter wat er nou precies gebeurt. “Dit jaar hebben we tot nu toe zestien meldingen van straatintimidatie ontvangen”, zegt de gemeente daarover.
Maar een meldpunt is ook maar een meldpunt. “Het meldpunt lost het probleem niet meteen op”, erkent de gemeente. “Het geeft ons wel een beeld van waar en hoe groot de problemen zijn.” Zodra Alkmaar weet wáár ‘die ene plek’ is geweest, kan daar iets mee worden gedaan. Dan zet Alkmaar bijvoorbeeld ‘pleinstewards’ in.
“Het inzetten van pleinstewards lijkt een positieve werking te hebben”, ziet de gemeente. Zij kunnen het gesprek aangaan met slachtoffers en daders. Dat zorgt er ook voor dat mensen beter weten wat straatintimidatie doet, wat het betekent, dat de impact zo groot is.
Om dat aan nog meer mensen duidelijk te maken komt er een actie in winkelcentrum Ringers, op vrijdag 6 december. Dan wordt ook de VR-bril ingezet: “Mensen in de binnenstad van Alkmaar kunnen een VR-bril opzetten om te zien hoe het voelt om geïntimideerd te worden op straat”, kondigt de gemeente aan. “Na de VR-ervaring en het gesprek krijgen mensen een flyer met tips om te helpen en informatie over waar ze melding kunnen maken.”
Het beperkt zich bij ons vooral tot de grote ketens, ziet de gemeente Alkmaar. Maar het komt dus wel degelijk voor: kopen op afbetaling. Wat op het moment zelf een aantrekkelijk dealtje lijkt kan mensen alleen wél schulden opleveren en dat is niet gewenst. De gemeente wil daarom in gesprek met ondernemers en hun klanten.
Dat blijkt uit een beantwoording van raadsvragen die de ChristenUnie over het kopen op afbetaling had gesteld. Overal in Nederland neemt het gebruik van diensten als Klarna toe, bleek al eerder. Daarmee kunnen mensen een dure aankoop doen zónder die meteen te betalen, de betaling komt dan achteraf pas.
Maar: “Dan bestaat het risico dat inwoners daardoor schulden maken”, schrijft het college, en dat is niet de bedoeling. “Bij schulden geldt, voorkomen is beter dan genezen.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Er is al een campagne om Alkmaarders attent te maken op de risico’s van ‘buy now, pay later’. Onder meer Zaffier zet zich daarvoor in. Maar het college wil ook in gesprek met ondernemers: “Het college is zich bewust van de mogelijke gevolgen en zal winkeliers hierover informeren. Daarbij willen we benadrukken dat preventie het belangrijk uitgangspunt blijft”, zegt het college daarover. “Uiteraard blijven winkeliers vrij om zelf te bepalen welke diensten zij aanbieden.”
Volgens de gemeente Alkmaar is het kopen zonder betalen nog niet algemeen ingeburgerd in Alkmaar. Lokale ondernemers doen er niet zo heel veel mee, het zijn vooral de grote ketens waarbij dit speelt; de ‘landelijk aanwezige grootwinkelbedrijven’ in de woorden van het college.
Het was druk, toch ging het allemaal goed. Dat is het gevoel waarmee de gemeente Alkmaar terugkijkt op Alkmaar Ontzet 2024. Na het grootse jubileumjaar was deze viering weer een ‘gewoon’ Ontzet, op een doordeweekse dag zelfs. Toch was de opkomst groot: 55.000 mensen trokken naar de Alkmaarse binnenstad om de victorie te vieren.
Dat blijkt uit cijfers van de gemeente Alkmaar. Opvallend is dat het vooral erg druk was op de Plattestenenbrug en op de feestlocatie Ritsevoort/Koorstraat. Ook café Bruintje, daar vlakbij, wist veel publiek te trekken, vermeldt de gemeente. “Beide dagen heerste er een gezellige en gemoedelijke sfeer op de evenementlocaties, ondanks dat het op sommige momenten op plekken heel
druk was.”
Op de Plattestenenbrug werd de toeloop van feestvierders gereguleerd om ‘overcrowding’ te voorkomen. Ook dat ging goed. De EHBO was er voor ‘pleisters en paracetamol’, maar hoefde verder dus niet in te grijpen.
Het beeld dat overheerst is dat Alkmaarders op een zeer gemoedelijke manier hun Ontzet vieren. De veiligheidsmaatregelen die dit jaar golden zullen met dat besef in het achterhoofd worden geëvalueerd, schrijft de gemeente: “Hierbij zullen we gezamenlijk kritische in ogenschouw nemen of de ingestelde maatregelen nog noodzakelijk en proportioneel zijn.”
De eerste asielzoekers kunnen pas komend voorjaar terecht in het voormalige belastingkantoor in Alkmaar. Een aantal installaties in het pand aan de Robonsbosweg moet eerst worden vervangen. Het COA heeft al een vergunning voor de verbouwing, maar die wil daarmee pas beginnen nadat dat is gebeurd.
Eerder was de bedoeling dat de 150 asielzoekers deze zomer al naar Alkmaar zouden komen. Dat werd het najaar en nu blijkt hun komst dus opnieuw vertraagd. Naast de asielzoekers komt er aan de Robonsbosweg later ook plek voor 150 Alkmaarse statushouders en 150 spoedzoekers.
“Wij gaan er nu van uit dat in het voorjaar de eerste asielzoekers hun intrek nemen”, licht Heleen Slob van het COA toe aan NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal. Ze vindt het vervelend dat het weer langer gaat duren. “Het is een beetje een dubbel gevoel. Het is natuurlijk heel jammer, maar aan de andere kant zijn we blij dat we er straks 150 mensen kwijt kunnen. De nood voor opvangplekken blijft enorm hoog.”
Het COA neemt straks haar intrek op de bovenste twee etages van het linker gebouw, dat tot 2031 tot hun beschikking staat. “We hebben inmiddels de vergunning binnen om daar te gaan verbouwen, maar dat heeft weinig nut als er nog aan de installaties gewerkt wordt”, duidt Slob. “Het zou namelijk kunnen betekenen dat wat je nu opbouwt later weer gesloopt moet worden, als blijkt dat aan de achterkant nog dingen gefixt moeten worden.”
Vorige maand onderstond er door lekkages waterschade aan plafonds, wanden, vloeren, de elektra en een lift. De reparatie van deze zaken vergt ook tijd, omdat gewacht moet worden op onderdelen.
De vertraging heeft geen directe gevolgen voor asielzoekers op dit moment. “Het is niet zo dat er elders mensen zitten te wachten die nu al weten dat ze naar Alkmaar gaan”, aldus Slob van het COA. “Wie waar heen gaat, blijft een puzzel die we dagelijks moeten leggen. Het gebeurt vaker dat we door praktische zaken of bouwtechnische problemen later dan gewenst een locatie in kunnen. We kunnen daar weinig tegen doen.”
Boerderijtjes met vlechtwerk, in slappe grond, die weer opgegeven werden toen het water steeg. En later alsnóg weer deel van de stad werden. Het is één van de vele verhalen die stadsarcheologe Nancy de Jong uit haar mouw schudt als we haar spreken in het Alkmaarse stadhuis. “Als ik hier de vloer uithaal ga je zó de veertiende eeuw in.”
Hier, dat is één van de historische zalen van het stadhuis van Alkmaar. Dat die stad een rijke geschiedenis heeft, dat is hier meteen voelbaar. Maar voor Nancy de Jong is die geschiedenis op veel meer plekken zo dichtbij. Als stadsarcheologe heeft ze een goed beeld van de vele bodemschatten die Alkmaar verbergt.
De Jong is in het stadhuis om toelichting te geven bij de ‘archeologische verwachtingskaart’ die zij en haar collega’s hebben gemaakt. Daarop is ‘in bonte kleuren’, zoals ze er zelf bij zegt, in beeld gebracht waar in Alkmaar de grootste archeologische rijkdommen zijn te verwachten. (tekst gaat door onder de foto)
“Het klinkt heel tegenstrijdig, maar als archeologen willen we eigenlijk niet graven”, vertelt ze aan Streekstad Centraal. “Als ik soms zie hoe dat veertig jaar geleden is gedaan, dan denk ik: oh my God. We kunnen er beter van afblijven om de geschiedenis te beschermen.” Ook daarvoor dient te kaart. Zo kunnen grondeigenaren goed inschatten of er voor een bouwproject met eventuele bodemschatten rekening gehouden moet worden.
Het zal niemand verrassen dat de historische binnenstad van Alkmaar op De Jongs ‘bonte’ kaart donkerrood kleurt. “Daar is héél veel te vinden”, bevestigt De Jong. „Het zit vaak echt meteen onder de vloer. Op één perceel ga je dan meteen heel ver in de tijd terug.” Het maakt die percelen in de binnenstad ook heel kwetsbaar. Daar druk je liever niet rücksichtlos een heipaal de grond in.
Hoewel ze de bodem dus het liefst ongemoeid zou laten, komt De Jong wel in actie als er gebouwd gaat worden. Het is dan ook een beetje redden wat er te redden valt – al zal ze het zo negatief niet zeggen. Het enthousiasme krijgt dan toch snel de overhand: “Toen we die huwelijksring van Maria Tesselschade vonden… Ja, dan ga je toch even voelen…” Ze bekent: “Ja, hij paste om mijn pink.”
Bij zo’n vondst komt ook het besef dat die ring vier eeuwen eerder om de vinger van Alkmaars beroemdste dichteres moet hebben gezeten. Het werk van de stadsarcheoloog heeft op zulke dagen natuurlijk wel extra glans. “Maar we zitten dus ook achter ons bureau, om zo’n kaart te maken bijvoorbeeld.” (tekst gaat door onder de afbeelding)
Alkmaar heeft hart voor archeologie. Dat blijkt wel uit het feit dat er stadsarcheologen actief zijn, maar het komt ook naar voren als grondeigenaren niet ontkomen aan archeologisch onderzoek. Dan is de gemeente bereid om mee te betalen en mee te denken.
“Alkmaar doet daar echt wel meer dan veel andere gemeenten”, ziet De Jong. “En dat is ook goed.” Alkmaar is weliswaar niet het oude Athene, toch zijn er hier zeker interessante zaken te verwachten. Vooral de hoge gronden, de oude ‘strandwal’ of duinenrij waarop Alkmaar en Oudorp zijn ontstaan, is belangrijk. Die behoort tot de oudst bewoonde gebieden in wijde omtrek.
“Maar ook nieuwere dingen zijn leuk om te vinden. In Huiswaard troffen we overblijfselen van het ‘Bonanzadorp’, een woonwagenwijkje van vroeger. En bij het ziekenhuis vinden we allemaal moestuintjes. Dan kunnen we weer onderzoeken wat voor groente mensen aten” , vertelt de stadsarcheologe dankbaar.
Nieuwe technologieën, maar bijvoorbeeld ook het werk van amateurarcheologen, heeft steeds betere inzichten opgeleverd. Ook dat heeft zijn weerslag op de nieuwe kaart waarmee de gemeente nu gaat werken. “Je moet het zo zien: eigenlijk alles wat we doen laat sporen achter.” Sporen die nu in kaart zijn gebracht, sporen die het verdienen om te worden bewaard.
Er gaat mogelijk aangifte worden gedaan tegen de Castricumse wethouder Paul Slettenhaar. Daarmee gaat de politieke storm rond de VVD’er een nieuwe fase in. Vorige week leidden uitspraken van Slettenhaar al tot het uiteenvallen van het college van de gemeente Castricum.
Aanleiding tot alle ophef is een slepende kwestie in de Castricumse opvang voor statushouders. Daar is sprake van terugkerende wateroverlast. De verantwoordelijk wethouder Slettenhaar heeft over die problemen gezegd dat ze zijn veroorzaakt door de bewoners.
Volgens de beheerder van het pand is de verzegeling van de brandslang verbroken, met alle gevolgen van dien. Daarop concludeerde de wethouder dat de ‘bewoners zélf verantwoordelijk’ zijn voor alle overlast.
Dat de wethouder zonder een en ander te hebben uitgezocht, toch met zulke uitspraken kwam, dat kon niet door de beugel, stelde coalitiepartner GroenLinks. Die partij stapte daarom uit het college. Castricum heeft nu nog maar drie wethouders over en de coalitie heeft niet langer een meerderheid.(tekst gaat door onder de foto)
Maar niet alleen GroenLinks roert zich. Ook de statushouders blijken ‘not amused’. Zij ontkennen iets te maken te hebben met de gevandaliseerde brandslang en de wateroverlast. Het zijn valse beschuldigingen van de wethouder, zetten zij daar tegenover: laster.
“De bewoners hebben een brief gestuurd met het verzoek om een rectificatie”, laat hun advocaat Laas van Eijck weten aan NH, mediapartner van Streekstad Centraal. Zonder rectificatie is de gang naar de rechter niet uitgesloten. Er kan aangifte worden gedaan van smaad en laster, zegt Van Eijck.
“Volgens het onderzoek is de tweede lekkage ontstaan door een interne oorzaak”, legt Van Eijck uit. “Heel vreemd dat de wethouder dan direct concludeert dat statushouders de schuldige zijn. Je verwacht een neutrale houding. Dat oude pand is zo lek als een mandje. Het beschuldigen van deze kwetsbare groep werkt polariserend in de samenleving en kan hen veel schade toebrengen.”
Scholen, sportclubs – maar óók de supermarkten. Alle plekken waar kinderen worden geconfronteerd met keuzes, gezonde of ongezonde keuzes, moeten zo worden ingericht dat ze nou juist die gezonde keuzes stimuleren. Daarvoor is JOGG Alkmaar in het leven geroepen. Die organisatie zoekt daarbij ook de samenwerking met bijvoorbeeld de supermarkt.
JOGG, dat staat voor: Jongeren Op Gezond Gewicht. Maar JOGG doet wel meer dan alleen aandacht vragen voor afvallen, blijkt als Streekstad Centraal spreekt met Lisette Untied van JOGG Alkmaar. “We doen echt van alles. Vloerstickers in supermarkten. Informatie over broodtrommels. En we werken samen met Alkmaar Sport.” Van gezonde schoolkantines tot het promoten van ‘op eigen energie naar school’.
JOGG Alkmaar bestaat uit een klein team, van drie mensen. Maar JOGG is ook landelijk vertegenwoordigd: “Dit is landelijk opgezet, om de omgeving van kinderen gezonder te maken.” Het werk bestaat vooral uit het zoeken van samenwerking met andere partijen, om zo een ‘gezonde eetomgeving’ te promoten.
Bijzonder is dat JOGG daarbij zeker niet alleen de samenwerking met scholen zoekt, maar ook met commerciële partijen. “Ja, dit jaar zijn we begonnen met Spar Vondelstraat, klopt! Maar we hebben ook al samengewerkt met Jumbo Paardemarkt, met AH…” (tekst gaat door onder de foto)
In supermarkten bestaat die samenwerking uit het promoten van gezonde keuzes. Die krijgen bijvoorbeeld opvallende schapkaartjes. Zo hoopt JOGG scholieren te verleiden om in plaats van een kaasbroodje of een frikandel, eens te kiezen voor een gezonde lunch.
“Het is voor de meeste mensen geen nieuws, mijn ervaring is: ouders weten écht wel wat gezond is”, vertelt Untied. “Maar er zijn wel misverstanden. Ouders zeggen dan tegen me: gezond, dat kost te veel tijd. Of dat is te duur. Er zijn genoeg gezonde keuzes die ook passen in een korte lunchpauze, bij een klein budget.” Dit schooljaar is er daarom extra aandacht voor de gezonde broodtrommel.
JOGG is landelijk actief. Dat betekent ook dat resultaten gemonitord worden. Er zijn al wel kritische kanttekeningen gemaakt bij de effectiviteit van JOGG. Toch is die er echt wel, ziet Untied: “De gemeente Alkmaar zet bijvoorbeeld in op waterdrinken op school. Uit de GGD-cijfers blijkt dat Alkmaar daar intussen veel beter op scoort dan andere gemeenten in Noord-Holland-Noord.” (tekst gaat door onder de foto)
Het verschil is inderdaad opvallend: in Alkmaar drinkt 67% van de basisschoolkinderen water in de pauze, en dus geen zoete frisdrank. Voor de regio als geheel komt dat getal net niet op 50% uit, blijkt uit de cijfers. Alkmaar is dus zeker een uitschieter.
JOGG Alkmaar zal zich ook de komende perioden blijven inzetten voor een gezonde omgeving voor opgroeiende Alkmaarders. Maar niet alleen daar, vertelt Untied. Er zijn ook projecten in de regio waarbij ze betrokken is. Want wat Alkmaar doet, dat willen andere gemeenten ook wel. “En wij pikken ook wel eens een idee van ergens ander hoor”, lacht ze.
Gezond eten en genoeg bewegen is belangrijk om overgewicht tegen te gaan, daarom is JOGG in het leven geroepen. Untied wil tegelijk niet betuttelen, nuanceert ze. “Mensen moeten echt zélf bepalen, zélf weten wat ze doen. Maar we willen gezonde keuzes dus wel stimuleren. Hop, pak die druiven!”
De plannen voor een voetgangersbrug over de Westtangent, die Westpoort en het nieuwe bouwproject Urban Connection met het Luipaardpark zou verbinden, is niet haalbaar volgens het college van Dijk en Waard. Dat uit de reactie op vragen van GroenLinks/PvdA. Nu Westpoort wordt ontwikkeld als woonwijk en niet meer als locatie voor een nieuwe ziekenhuis is zo’n verbinding niet meer nodig vindt het college.
GroenLinks/PvdA wilde graag een brug zien om de nieuwe wijken Urban Connection en Westpoort beter aan te laten sluiten op het Luipaardpark. Ze vinden dat het park – ondanks dat het vlakbij is – door de drukke Westtangent moeilijk bereikbaar is voor voetgangers. “Zeker voor gezinnen met (kleine) kinderen is een korte verbinding naar groen van groot belang,” aldus de raadsleden. Een voetgangersbrug zou volgens hen een goede en veilige oplossing zijn om de vierbaansweg te overbruggen.
Het college geeft aan dat zo’n brug inderdaad nodig werd gevonden toen Westpoort nog werd overwogen als locatie voor een nieuw ziekenhuis. De brug zou zo’n 8 miljoen euro moeten kosten. Vanwege de hoge kosten en het ontbreken van echte verkeerskundige noodzaak, vindt het college dat een recreatieve voetgangersbrug geen haalbare optie is.
Wel krijgt de kruising bij de Abe Bonnemaweg een nieuw voetpad en een breder fietspad dat aansluit op de bestaande fietsroutes door Beveland. Verder komt er aan de zuidkant van de kruising een bredere fietsoversteek die met een bruggetje direct naar Westpoort leidt. Hiermee kunnen voetgangers en fietsers straks makkelijker en veiliger oversteken. (foto: Gemeente Dijk en Waard)