Meestal wordt een bouwstart op locatie gevierd met het ‘slaan’ van de eerste paal, maar ja het is december en dan heb je een aardige kans dat het koud, guur en nat is. Als je dan toch warm en droog ergens een feestje wilt vieren, waarom niet in de Grote Kerk? Dat dachten de gemeente en de ontwikkelaars van het veelbesproken project ‘Buitenvaart’ aan de Kanaaldijk.
Woensdag waren alle kopers uitgenodigd voor de officiële bouwstart van Buitenvaart. De meest noordelijke twee van de vijf appartementencomplexen, De Kade en De Sluis, worden als eerste gebouwd. Dat zijn samen 84 koopappartementen, waarvan 27 sociaal. De oudste koper komt uit 1947 en de jongste uit 2004. De verdeling tussen 35-plussers en 35-minners is ongeveer half-half. (tekst gaat verder onder de foto)
Lekker warm en droog in de Grote Kerk van Alkmaar vieren dat je appartement gebouwd wordt langs de Kanaaldijk. (foto: BPD)
“In Alkmaar vieren we dat het Noordhollandsch Kanaal 200 jaar bestaat”, zei wethouder Christian Schouten. “Hoe mooi is het dat we juist nu ook de start van de bouw van Buitenvaart fase 1 kunnen vieren.” De verkoop ging hard, weet hij. “Dat er veel belangstelling voor deze woningen is, verbaast mij niet. Zo’n plek met zo’n uitzicht, daar wil iedereen wel wonen. Ik wens alle bewoners alvast veel geluk met hun nieuwe huis.”
De bouwstart heeft lang op zich laten wachten. In maart 2020 werden de eerste plannen bekend en die leverden felle protesten op vanuit de omgeving. Vooral de bouwhoogte was een probleem en omwonenden wilden ook geen horeca in de plinten. Doe dan woningen op de begane grond. Ook het verkeersplan moest van hen beter en in plaats van 1,5 parkeerplekken per woning gewoon de norm van 1,7. Na aanpassingen werd in februari 2022 een projectbord geplaatst en gingen de woningen van De Kade en De Sluis dit jaar in mei in de verkoop. (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Tijdens het feestje gaven wethouder Schouten en regiodirecteur Peter van Oeveren van ontwikkelaar BPD twee houten stadskaarten bedoeld voor aan de wand in de entreehallen van De Kade en De Sluis. (hoofdfoto: BPD)
De feestdagen zijn in zicht en voor veel mensen rijst de vraag: wat krijg ik dit jaar als kerstpakket van mijn werkgever? Voor werkgevers is het een uitdaging om uit te pakken met een mooi kerstpakket. Een pakket waarmee een lacht op het gezicht van de ontvangers krijgen. Maar wat maakt een Noord-Hollands kerstpakket echt bijzonder? Waarmee kun je in wel of helemaal niet aankomen?
Producten die een verhaal vertellen
Waarmee raak je het hart van Noord-Hollanders? Met producten die een verhaal vertellen. Zorg ervoor dat je een pakket samenstelt binnen een bepaald thema en met een boodschap. En ga dus niet lukraak producten bij elkaar verzamelen om er een pakket van te maken. Denk bijvoorbeeld aan de volgende thema’s:
Het Waterland pakket: geïnspireerd op de waterrijke natuur van Noord-Holland, inclusief scheepvaartbier, ansichtkaarten met illustraties van iconische plekken en de kustwandelgids met mooie wandelroutes langs de Noordzeekust en het IJsselmeer.
Hollands Glorie: een ode aan de culturele iconen van Noord-Holland, zoals miniatuur molens, koffie uit Amsterdamse branderijen en een kaasmes met Beemster opdruk.
Beleef het in Noord-Holland: een kerstpakket met producten én belevenissen zoals een bon voor een rondvaart in Amsterdam, een kaasmakerij-tour in de Beemster en een workshop Zaanse Mosterd maken.
De dranken maken het af
Een kerstpakket is niet compleet zonder een drankje. En mocht je nog twijfelen of je wel of geen alcoholische dranken in het kerstpakket moet opnemen, dan is hier een antwoord op vanuit het onderzoek wat mensen wel of niet willen krijgen als kerstpakket. Voor 46% is een flesje wijn of andere alcoholhoudende versnapering een schot in de roos. En in Noord-Holland hebben we heerlijke dranken, zoals Texels Skuumkoppe of de klassieke jenever. En vergeet de lokale wijnen uit de duingebieden niet.
Luxe, maar niet in overdreven mate
Noord-Hollanders zijn pragmatisch ingesteld. Ze waarderen luxe, maar niet in overdreven mate. Een kerstpakket vol met generieke of overbodige producten zoals onpraktische woonaccessoires valt minder goed in de smaak dan een pakket met eerlijke, kwalitatieve streekproducten.
Wat liever niet in een Noord-Hollands kerstpakket
Een aantal voorbeelden passeerden al even de revue, maar over het algemeen sla je met overdreven luxe of producten zonder binding met de regio al snel de plank mis. Ga niet voor een standaardpakket met massaproducten zonder een regionaal accent, maar laat zien dat je aandacht besteed hebt aan het kerstpakket. En ga niet voor producten die versheid verliezen zoals ingeblikte vis of kaas van mindere kwaliteit. En mocht je nog twijfelen of je niet beter geld kunt geven dan een kerstpakket, doe dat dan niet. Uit onderzoek op Nu.nl blijkt dat een persoonlijk kerstpakket veel beter scoort.
Een Noord-Hollands kerstpakket draait om kwaliteit, traditie en een vleugje nationale regionale trots. Want zeg nou zelf: niets smaakt beter tijdens de feestdagen dan een cadeau dat voelt als thuis. En denk ook eens aan anderen die normaal gesproken geen kerstpakket krijgen. Zo heeft Stichting Present kerstpakketten uitgedeeld aan ouderen. En krijg je dan alsnog een kerstpakket dat je niet graag wilt? Doneer deze dan aan anderen die het goed kunnen gebruiken. Zo ga je met een extra goed gevoel de feestdagen tegemoet!
Het is juli 2022. Vier bestuurders kijken blij naar de camera: een overeenkomst is bereikt! Tweeënhalf jaar later is er op diezelfde plek nog steeds niets te zien van die overeenkomst. Het geduld van de Fietsersbond wordt in ieder geval op de proef gesteld: “Het duurt allemaal veel te lang.”
In 2022 leek de financiering rond om het drukke oversteekpunt tussen Alkmaar en Bergen aan te pakken. De bestuurders dachten toen dat de bouwers rond deze tijd druk bezig zouden zijn, maar dat blijkt inmiddels niet het geval te zijn. Ook het budget van toen is ingehaald door de realiteit en almaar stijgende bouwkosten.
Duizenden fietsers steken op een doordeweekse dag bij de kruising met de Kogendijk de Steve Bikoweg over. Op zomerse dagen zijn dat er nog veel meer. Ongeveer 90 procent rijdt ook over de Koedijkervlotbrug. De kruising is met verkeerslichten beveiligd, en dat zorgt tot langere wachttijden voor het autoverkeer. (tekst loopt door onder de foto)
De Fietsersbond stelde eerder een diagonale fietstunnel onder de N9 voor, zodat vanaf de Koedijkervlotbrug ook de Helderseweg niet meer hoeft te worden overgestoken.
Een fietstunnel waarmee fietsers de kruising kunnen omzeilen werd 15 jaar geleden al bepleit door de Fietsersbond. Na jarenlang overleg tussen provincie, Rijkswaterstaat en gemeenten Bergen en Alkmaar leek er in 2022 een doorbraak: samen wisten de vier overheden voldoende geld te reserveren voor de aanleg: 7,5 miljoen euro. Na de aanleg zou de kruising worden vervangen door een turborotonde.
Dus werd een tijdlijn opgesteld: gedacht werd dat het werk na anderhalf jaar wel aanbesteed zou zijn. De eerste spade zou mogelijk al voor 2024 de grond in gaan. Maar wie er nu een kijkje neemt, ziet geen enkele aanwijzing dat hier aan een fietstunnel wordt gewerkt.
De grond waar de fietstunnel moet komen, is grotendeels van het Rijk, dus lijkt het logisch dat Rijkswaterstaat het project zou trekken. Die kwam echter niet in beweging. Andere plekken langs de N9 die veiliger gemaakt moesten worden kregen voorrang. Vorig jaar trok Alkmaar daarom de projectleiding naar zich toe en ging op zoek naar een projectleider. (tekst loopt door onder de foto)
De Kogendijk is een populaire fietsverbinding tussen Alkmaar en Bergen. Op gewone werkdagen passeren duizenden fietsers de kruising, op zomerse dagen zijn dat er nog veel meer (foto: Google Maps)
Die projectleider is inmiddels een jaar bezig. “Het project is vervolgens verkeerskundig en financieel opnieuw doorgerekend, onder meer omdat de prijzen de laatste jaren fors zijn gestegen.” Daar knelt het, want in tegenstelling tot bij Alkmaar is het gereserveerde budget bij de provincie en de gemeente Bergen niet geïndexeerd, dus niet meegestegen met de inflatie.
“Omdat het hier om een project gaat met vier partijen is het van belang dat de afspraken over de voorbereiding, realisatie en het geld juridisch goed zijn vastgelegd”, laat Alkmaar weten: “Dit doen we in een samenwerkingsovereenkomst. Die wordt nu voorbereid.” Alkmaar verwacht dat die begin 2025 kan worden ondertekend. Maar dat lukt natuurlijk alleen als er nieuwe afspraken kunnen worden gemaakt tussen de partijen.
Volgens Alkmaar start daarna pas de feitelijke technische voorbereiding en participatie. Het verklaart waarom de Fietsersbond nog steeds niet is benaderd om hun ideeën te horen over een goede fietstunnel. Reijnoud den Haan van de Fietsersbond, afdeling Bergen vindt het allemaal wel erg lang duren. “Ons geduld wordt wel op de proef gesteld zo.”
Het is níét een stedenband als alle andere. De link tussen Alkmaar en Bath is anders. Ouder, dieper – echt anders. Daarom wil het samenwerkingscomité dolgraag alle unieke verhalen die bij dit partnerschap horen verzamelen. “Die link is er echt wel. Bath voelt als thuis.”
Streekstad Centraal liet zich inspireren door de oproep van het Alkmaars Uitwisselings Comité (AUC) en legde contact met Thea Forse-Bakker in Engeland. Dwars door het tijdsverschil heen, en zeker niet gehinderd door een taalbarrière: Thea is een echte Alkmaarse en spreekt zelfs na 38 jaar nog vloeiend Nederlands. “En mijn man ook”, verzekert ze. “Hij is een Engelsman, maar hij spreekt heel goed Nederlands!” Ook daar blijkt een verhaal aan te zitten.
Verhalen, foto’s, andere tastbare herinneringen: ze zijn er genoeg. De stedenband tussen Bath en Alkmaar is volgend jaar 80 jaar oud. Daarmee is het volgens het AUC zelfs de oudste stedenband ter wereld. Om dat bijzondere jubileum te vieren is het comité dus op zoek naar verhalen zoals Thea die kan vertellen. (tekst gaat door onder de foto)
De Alkmaar Room in het stadhuis van Bath en de laatste aanwinst van de Forse Family. (foto: aangeleverd)
Eerst maar dat Nederlands. Het is duidelijk niet de moedertaal van Thea’s man. Ze leerde hem kennen toen ze een jaar of veertien was, gewoon, op vakantie. Dat hij Engels sprak was voor haar zeker geen probleem, ze zou later zelfs Engels gaan studeren. “Maar ja, als hij bij ons in Alkmaar was, op die echt Nederlandse kringverjaardagen… Dan verstond hij daar niks van natuurlijk.”
Aangemoedigd door het vlekkeloze Engels van zijn aanstaande trok deze Brit zijn stoute schoenen aan. In het geniep, zonder er aan Thea een woord over te zeggen, begon hij aan een cursus Nederlands. “Toen zag ik hem na een paar maanden weer en wat denk je? Hij sprak Nederlands tegen me!”
Uiteindelijk verhuisde Thea wel naar Engeland, naar de omgeving van Bath. Die stad trok haar toen al, juist ook door de band die er tussen Alkmaar en Bath bestaat. “Ik heb daar echt wel een beetje voor gekozen door die verbinding”, bekent ze. “Ik kende het al van vakanties. Je hebt hier een park” – dat woord spreekt ze wél Engels uit – “en dat park heet Alkmaar Gardens.” Vorig jaar nog werd er een plaquette onthuld vanwege de stedenband.
Bath is een historische stad, net als Alkmaar. De stad trekt veel toeristen, ook dat draagt bij aan de typische sfeer van deze Engelse stad. En dan zijn er dus al die directe aanwijzingen van het partnerschap van Bath en Alkmaar. Thea voelt zich er thuis, vertelt ze. “Mijn moeder heeft hier met haar koor gezongen, in de kerk”, haalt ze aan. Een prachtige herinnering. “Ook dat was weer vanwege de stedenband.” (tekst gaat door onder de foto)
Thea en Mike ‘ergens op de wereld’. (foto: aangeleverd)
Haar kinderen spreken Engels, maar ook nog een beetje Nederlands. Ze verstaan het perfect. “Klap eens in je handjes, blij, blij, blij… Dat zingt mijn schoondochter ook hoor! Dat kennen we allemaal bij ons thuis.”
Die liedjes. En hagelslag, natuurlijk. Maar in deze tijd van het jaar dwalen de gedachten vanzelf naar dat éne feest, dat voor Nederlanders overal ter wereld bijzonder is en blijft. “Ja, zeker vierden wij Sinterklaas! Dat zijn we als gezin altijd blijven doen.” Maar vind maar eens een echte Sint in Bath. “Dat deed mijn man, die is meerdere keren zélf Sinterklaas geweest!”
Zo is de uitwisseling wel compleet, zou je denken. Ze leerden elkaars taal, elkaars liedjes, hij verkleedde zich als Sinterklaas. Maar dat was voor deze familie blijkbaar nog niet genoeg. Dit jaar werd de stedenband pas écht met goud omrand: “Ons jongste kleinkind”, zegt Thea. “Dat is op een bijzondere dag geboren. Op 8 oktober!”
Van hotelplan tot opening in enkele weken tijd: het kan dus wel. Drie leerlingen van het Jan Arentsz College zijn de geestelijk vaders van een nieuw insectenhotel op Golf & Padel Sluispolder. Daar biedt de creatie van Fedde Stalenberg, Filip Blokker en Julian Dantas-Doerga nu een thuis aan allerlei insecten.
“Mijn broer golft bij Sluispolder,” vertelt Fedde, “en toen we het over een plek hadden, dacht ik meteen aan de golfbaan. Er is daar zoveel natuur!”
Renate Roeleveld, General Manager van Golf & Padel Sluispolder bevestigt dat een insectenhotel daar prima tussen past: “We zijn ontzettend blij met het insectenhotel én met de reden waarom de jongens voor onze baan hebben gekozen. Het klopt helemaal: een golfbaan heeft vaak een rijke biodiversiteit. Bij ons vind je bijzondere flora en fauna, zoals de rietorchis en zelfs een vos die hier woont.”
Golfen tussen de bloemetjes en de bijtjes. (foto: Golf & Padel Sluispolder)
Bij het bouwen van het insectenhotel hebben de jongens flink wat vaardigheden opgedaan. Naast zagen en timmeren, maakten ze ook gebruik van lasertechniek om de ruimte voor vlinders te creëren. Het hotel bevat natuurlijke materialen achter gaas, wat metselbijen, spinnen en andere insecten een veilige plek biedt. “Naast handenarbeid was het ook een belangrijk leermoment,” vertelt Julian. “We hebben inzicht gekregen in het belang van insecten voor ons ecosysteem en hoe eenvoudige acties kunnen bijdragen aan natuurbehoud.”
De biodiversiteit bij Golf & Padel Sluispolder is indrukwekkend: de koekoek, ijsvogel en aalscholver voelen zich er net zo thuis als de vele ganzen – al zijn die laatste soms wel wat té enthousiast aanwezig. Ed Voogt, Hoofd Greenkeeper en verantwoordelijk voor het natuurbeheer, vertelt: “Dit insectenhotel is een mooie toevoeging aan onze baan en helpt ons nog beter om de natuur te ondersteunen. Op een golfbaan is zoveel onaangetaste natuur, dat maakt het een perfecte plek voor insecten.”
De jongens zijn trots op hun werk en blij dat hun hotel een plek heeft gevonden waar het echt iets bijdraagt. “Zo kunnen we ook andere mensen laten zien hoe belangrijk het is om goed voor de natuur te zorgen,” zegt Filip enthousiast.
Sinds 2019 wordt er al aan gewerkt, de plannen voor woningbouw op de locatie van voormalig camping Duinzicht in Heiloo. In maart 2022 werden de handtekeningen gezet onder een intentieovereenkomst voor 23 sociale huurwoningen op deze plek. Toen al leek iedereen doordrongen van de woningnood en de dringende behoefte. En nu, bijna drie jaar later kan de aannemer aan het werk. De nieuwe bewoners krijgen waarschijnlijk begin 2026 de sleutel.
Eigenaar van de nieuwe woningen wordt Kennemer Wonen. Krista Walter, directeur-bestuurder van Kennemer Wonen gaf deze week opdracht aan de aannemer. Dat is bouwbedrijf Van Wijnen Noord-Oost geworden. De eerste spade gaat begin volgend jaar de grond in.
Net als in 2022 herhaalt Krista Walter tijdens de ondertekening dat de woningnood hoog is, en nieuwe sociale huurwoningen dringend nodig zijn. “Het is mooi dat we in Heiloo weer 23 nieuwbouw sociale huurwoningen in Heiloo kunnen toevoegen.”
Weinig zal er straks meer aan herinneren dat hier voorheen de voormalige camping Duinzicht in Heiloo was gevestigd.
Het gaat om appartementen met twee en drie kamers. De woningen worden voorzien van een warmte- en koude opslag (WKO) in de bodem en alle appartementen zijn individueel voorzien van zonnepanelen.
Op hetzelfde terrein komt een seniorenhofje met zeventien huurwoningen in het middensegment. Daarnaast kunnen er twaalf twee-onder-een-kapwoningen en vier vrijstaande woningen worden gekocht.
Volgens een woordvoerder van Kennemer Wonen is de gemiddelde doorlooptijd van een project zeven jaar. In dit geval moest ook nog een bestemmingsplan worden aangepast. Daarmee is hier volgens de woordvoerder sprake van een normaal ontwikkeltempo.
De buschauffeur en de twee toezichthouders op elke bus worden niet meegeteld, toch zijn de stoeltjes in de nieuwe nachtbus van Alkmaar naar Den Oever meestal goed bezet. Nachtlijn N50 vervoert vier maanden na de start gemiddeld 50 passagiers per zaterdagnacht. En er zit de laatste weekenden een flink stijgende lijn in. Connexxion is ‘hoopvol gestemd’ over de toekomst van de nieuwe buslijn.
De nieuwe nachtbus rijdt sinds eind juli bij wijze van proef drie keer in de nacht van zaterdag op zondag. Vanaf station Alkmaar volgt deze een route door Broek op Langedijk en Noord- en Zuid-Scharwoude. Vanaf Oudkarspel rijdt de bus een traject dat Arriva-buslijn 350 overdag aflegt over de N242 langs Waarland, Verlaat, Nieuwe Niedorp, Middenmeer en Wieringerwerf. De nachtbus rijdt niet in tegengestelde richting.
Het idee van de nachtbus is dat reizigers uit Den Oever, Wieringerwerf, Middenmeer, Nieuwe Niedorp, Waarland en de omliggende dorpen met de reguliere bus naar Alkmaar kunnen reizen om daar te stappen in het uitgaansleven. Met lijn N50 (vertrek 00:14, 02:07 en 03:44) komen zij daarna weer thuis. De buslijn biedt in Alkmaar ook aansluiting op nachttreinen uit Amsterdam. (tekst gaat verder onder de foto)
Vrijwel alle passagiers van de nieuwe nachtlijn N50 stappen op bij het Alkmaarse station (foto: Streekstad Centraal)
De eerste twee maanden telde de nieuwe lijn 25 passagiers per nacht. In oktober en november is dat gemiddelde verdubbeld tot 50 reizigers. Twee nachten steken er bovenuit, met uitschieters van 74 en 71 reizigers.
Vrijwel alle reizigers stappen op bij Alkmaar Station. De populairste uitstaphaltes waren in de zomerperiode twee haltes aan het begin van de nachtelijke route: De Mossel in Noord-Scharwoude en de Laansloot in Broek op Langedijk.
In de herfstmaanden is de top-5 van populaire uitstaphaltes helemaal omgedraaid: de meeste reizigers stappen dan uit in Nieuwe Niedorp. Op de tweede plek staat halte Molenkade in Noord-Scharwoude. Daarna stappen de meeste passagiers uit op het eindpunt: het busstation in Den Oever. Haltes Laansloot in Broek op Langedijk en De Mossel in Noord-Scharwoude sluiten in oktober en november de top-5 af. (tekst gaat verder onder de foto)
Nachtlijn N50 is speciaal bedoeld voor uitgaanspubliek uit de dorpen in de Noordkop. De buslijn rijdt opvallend genoeg niet via de Kanaalkade in Alkmaar, terwijl deze halte naast het uitgaansgebied ligt. (foto: Streekstad Centraal)
“De stijgende populariteit van de nachtlijn is mogelijk te danken aan een reclamecampagne die we online hebben gehouden en in de Alkmaarse horeca”, stelt woordvoerder Rick de Vries van Connexxion: “We zijn hoopvol gestemd dat deze buslijn voorziet in een behoefte en kan blijven in ons nachtnet. Maar die beslissing is uiteindelijk aan de provincie.”
Gedeputeerde Jeroen Olthof van Mobiliteit vindt het mooi om te zien dat steeds meer reizigers gebruik maken van de nachtbus N50: “Later deze maand besluiten we over het vervolg van de proef.”
Wie door de Graft en De Rijp loopt, wordt al snel overspoeld met historie en nostalgie. Parels binnen de Alkmaarse gemeentegrenzen. Als je heel goed je best doet kun je jezelf wijsmaken dat je nog een lichte geur van walvis en haring waarneemt. Die tijd ligt ver achter ons maar aan cultuur en geschiedenis ontbreekt het in de dorpen niet.
Maar wat maakt de dorpen De Rijp en Graft nou écht uniek? Dat moet worden vastgelegd in de nieuwe dorpsagenda. Een document waarin ook staat hoe dat zo moet blijven. Inwoners kunnen deze maand in een enquête laten weten hoe zíj daarover denken. “De belangrijkste resultaten leggen we bij de gemeente neer”, aldus Sjaak Stoop (foto), de tijdelijke voorzitter van Dorpsraad Graft De Rijp.
Volgens de gemeente worden dorpsagenda’s gemaakt om te beschrijven wat een dorp een fijne plek maakt om er te wonen. Ook beschrijft het wat er voor nodig is om dat voor elkaar te krijgen. Toch was de dorpsraad van Graft en De Rijp nog niet tevreden met de voorgestelde agenda. Daarom zet de dorpsraad nu in op het opstellen van mogelijke aanvulling daarvan. (tekst gaat door onder de foto)
Graft gezien vanuit de lucht. Een karakteristieke kern omringd door polder en water. (foto: Streekstad Centraal)
De nieuwe agenda moet er voor zowel Graft als De Rijp komen, en volgens de dorpsraad kunnen de twee dorpen worden beschouwd als één. De dorpen zijn in 2015 gefuseerd met de gemeente Alkmaar. Sjaak legt uit waarom er destijds gekozen is voor Alkmaar: “We waren te klein om zelfstandig door te gaan, en kozen voor Alkmaar omdat we daar als dorpelingen al een band mee hadden.” Stoop benoemt dat veel van de bewoners van Graft en De Rijp bijvoorbeeld naar school gingen in Alkmaar.
Door de fusie kregen De Rijp en Graft volgens Sjaak meer bestuurlijke ervaring en zijn er culturele activiteiten bij gekomen. Ook niet te vergeten: Alkmaar onderhoudt de sportvelden in het dorp via Alkmaar Sport. Toch heeft de fusie ook nadelen gebracht.
“Wij hadden vóór de fusie heel makkelijk toegang tot wethouders, raadsleden en burgemeesters. Het waren allemaal korte lijntjes.” Nu is dat volgens hem minder: “De gemeente staat verder van ons af. We krijgen vaker te maken met tussenpersonen.” De dorpsagenda moet de gemeente dichter bij de dorpen brengen.
Op die agenda is de tijdelijke voorzitter dus kritisch. “We zijn tevreden over wat er benoemd wordt in de door de gemeente gemaakte agenda’s, maar we vinden toch dat er wat mist. Daarom willen we de agenda aanvullen.” Sommige thema’s staan er volgens hem niet hoog genoeg op de agenda: “Denk aan thema’s als diversiteit in wonen, verkeer, groen, toerisme.” (tekst gaat door onder de foto)
De Rijp met de Grote Kerk prominent in het centrum aanwezig. (foto: Streekstad Centraal)
Ook gemeenschapszin moet volgens hem meer aandacht krijgen: “Om de gemeenschapszin te behouden, is het belangrijk om voor jongeren en ouderen passende woningen te bouwen. Als de jeugd uit het dorp vertrekt omdat ze hier niet kunnen wonen, ontstaat er vergrijzing. Dat gaan scholen, verenigingen en ondernemers merken.”, laat Sjaak Streekstad Centraal weten.
Dat de gemeenschapszin leeft, merk je als je aan mensen op straat vraagt wat ze belangrijk vinden voor het dorp: “Iedereen is hier open en vriendelijk, er is een gevoel van saamhorigheid”, zegt iemand op straat. Een ander voegt daaraan toe: “Ik ben import, maar ik heb nooit het gevoel dat ik hier met de nek wordt aangekeken.”
Om erachter te komen wat de inwoners van Graft en De Rijp écht belangrijk vinden, is het volgens hem daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat er leeft bij hen. “In december rollen wij een enquête uit, en in januari is er een inloopavond in Graft en een inloopavond in De Rijp. De belangrijkste resultaten leggen we bij Alkmaar neer.”
Eerder werden in april door de gemeente twee avonden georganiseerd om te helpen met het maken van de dorpsagenda’s voor Graft en De Rijp: “De eerste avond ging goed, maar de tweede avond was een soort enquête, en er was verwarring over de vraagstelling.” Stoop legt uit: “Er moest met rode en groene stickertjes geplakt worden, maar daar ontstond verwarring over. Zelfs de medewerkers begrepen het niet.” (tekst gaat verder onder de foto)
Vlak voor de fusie – in dit geval november 2014 – stonden de dorpsraden al op de agenda. In dit geval tijdens een politiek debat in de voormalige gemeente Schermer. (foto: Streekstad Centraal)
Eén van die ’tussenpersonen’ waar Sjaak het over heeft is de gemeentelijke programmamanager die de dorpsagenda’s onder haar hoede heeft (en liever niet bij naam genoemd wil worden). “Wij vinden het belangrijk om de dorpen een belangrijke plek in de gemeente te geven, en om de lijntjes kort te houden”, zegt ze over het belang van de dorpsagenda.
De eerder georganiseerde avonden voor het maken van de agenda vond ze een succes, maar ze ontkent niet dat er ook ruimte is voor verbetering: “Maar het is ook voor de gemeente een nieuw iets, we hebben het nog nooit eerder gedaan. We zijn met Graft en De Rijp en Grootschermer begonnen, daar trekken we dan weer lessen uit voor de toekomst.”
Voor nu is het dorp dus aan zet. Met de enquête en de inloopavonden hoopt de dorpsraad een beter beeld te krijgen van de wensen van het dorp: “Omdat wij nog heel lang veilig en saamhorig met elkaar in dit mooie dorp willen blijven wonen.”
Niks aan de hand, geen nationale dreiging, het is slechts een oefening. Op vrijdag 13 december strijkt een deel van het 20 Infanteriebataljon Bewaken en Beveiligen van de Nationale Reserve neer in de regio voor een grote tweedaagse oefening. De uitvalsbasis is het Mobilisatiecomplex Bergen, oftewel het oude vliegveld.
Defensie wil de reservisten van het 20 Infbat BB KNR goed voorbereiden op hun taken en soms moeten ze daarvoor de ‘echte wereld’ in. In het openbaar, in de samenleving, dat is toch heel anders trainen op een oefenterrein. Dit soort oefeningen doet het bataljon in eigen land en soms ook in andere NAVO-landen.
Het 20 Infat BB KNR bestaat bij elkaar uit 900 reservisten die, zoals de naam al aangeeft, ingezet worden voor bepaalde bewakings- en beveiligingstaken. Bijvoorbeeld bewaking van kazernepoorten, ontruimde gebieden en vitale objecten als energiecentrales. Ook wordt het bataljon ingezet bij rampen, zoals (dreigende) overstromingen, de uitbraak van besmettelijke dierziekten en eventueel ter ondersteuning van de politie. Ook verlenen steun aan de Nederlandse krijgsmacht tijdens vertrek of terugkeer van uitzending en zijn ze aanwezig bij grote evenementen als de Nijmeegse Vierdaagse.
Wat gaan mensen zien van de oefendagen? Er doen 100 militairen mee aan de oefendagen en ze maken gebruik van tien pick-up trucks en twee vrachtwagens. Vanzelfsprekend doen ze dat volledig uitgerust. Ze blijven in het openbaar en eventueel met verkregen toestemming op privéterrein.
Voor velen staat de winter symbool voor warmte en gezelligheid, maar voor sommigen betekent het koude voeten en harde keuzes tussen eten of een warme plek. De Alkmaarse ReShare Store roept alle inwoners op om stevige schoenen die ze niet meer gebruiken, maar wel nog goed zijn, te doneren. Ook mutsen, sjaals, handschoenen en sokken zijn zeer welkom.
De ReShare Store keten valt in onder het Leger des Heils en verkoopt tweedehands – en vintage kledingwinkel voor sociale prijzen. Niet alleen aan mensen met een klein budget, ook aan mensen die bijvoorbeeld graag duurzaam leven. In de winter schakelen de winkels op en worden goede tweedehands schoenen uitgedeeld aan mensen die deze het hardst nodig hebben: dak- en thuislozen, gezinnen die niet of nauwelijks kunnen rondkomen en anderen die heel goed wat extra steun kunnen gebruiken.
“Eén paar schoenen kan een groot verschil maken”, zegt Felipe Buter van de ReShare Store. “Met jouw donatie zorg je ervoor dat iemand warme, stevige schoenen heeft om de winter te trotseren.”
De inzamelingsactie van de ReShare Store loopt tot en met donderdag 19 december. Het adres van de Alkmaarse winkel is Payglop 15. De actie wordt uitgevoerd in samenwerking met Reakt, een Alkmaarse organisatie die mensen met psychische problemen of een verslavingsachtergrond helpt.