Op de N245 van Alkmaar naar Schagen is dinsdagmorgen een zwaar ongeluk gebeurd ter hoogte van Oudkarspel. Bij dat ongeluk zijn meerdere gewonden gevallen. Om snel hulpverlening te kunnen bieden werd de traumahelikopter ingezet.
De toedracht van het ongeluk is nog onduidelijk. Er zijn meerdere auto’s bij betrokken en ook meerdere personen gewond geraakt. De betrokkenen zijn naar het ziekenhuis gebracht voor verpleging en verder onderzoek.
Ook de materiële schade was groot. Het opruimen van de brokstukken zou volgens de hulpdiensten uren in beslag gaan nemen. Verkeer wordt daarom omgeleid over andere wegen.
Voor heel wat Alkmaarse scouts is ze een vanzelfsprekendheid, iemand die véél herinneringen kleur heeft gegeven: Mirjam van der Laan. Al sinds 1981 zet zij zich in voor scouting Marco Polo en voor die jarenlange inzet kreeg Van der Laan dit weekend een koninklijke onderscheiding. Daarvoor kwam burgemeester Anja Schouten speciaal naar de scouts.
Zomerkampen, weekendactiviteiten én het bestuur: Van der Laan was op vele manieren onmisbaar voor scouting Marco Polo. In 1987 werd ze jeugdleidster voor meisjes van 11 tot 16 jaar. Ze was penningmeester en voorzitter. Andere bestuurders konden bij haar ook altijd terecht voor vragen. Maar dit jaar legde ze haar taken neer en nam Van der Laan afscheid van ‘haar’ Marco Polo.
Zaterdag kwam burgemeester Anja Schouten naar dat afscheid met een bijzondere verrassing. Koning Willem Alexander had aan Van der Laan een Koninklijke Onderscheiding toegekend. Daarmee kreeg de afscheidsborrel een koninklijk tintje en was de dankbaarheid van vele Alkmaarders tastbaar gemaakt. (foto: JJ Foto)
Wekenlang was ze er wel, maar toch ook niet. Ze ging schuil achter hoge rekken. In het Victoriepark in Alkmaar werd hard gewerkt. Maar vrijdagmorgen, maar enkele dagen vóór de plechtige herdenking op maandag 7 oktober, kwam ze dan eindelijk weer helemaal tevoorschijn: Victorientje. En dan niet als vanouds, maar net even anders.
Weinig beelden zijn zó iconisch voor Alkmaar en zijn geschiedenis als Victorientje. Daarom staat ze op 7 oktober ook in het middelpunt van de herdenkingsbijeenkomst. “Ze is echt het symbool van Alkmaar Ontzet”, zei Frits Westerkamp van de 8 October Vereeniging er eerder al over.
Dat Victorientje voorafgaand aan de viering even wordt opgepoetst, dát is niet eens zo bijzonder. Dat gebeurde de afgelopen jaren wel vaker. Maar deze keer onderging ze een ware metamorfose. (tekst gaat door onder de foto)
Voorlopig is de Kunstwacht weer even klaar met de Alkmaarse Victorientje. (foto: Streekstad Centraal)
“Wat is dit nou weer?” horen we als Streekstad Centraal vrijdag een kijkje komt nemen in het Victoriepark. Goed, ze ziet er inderdaad anders uit na haar verjongingskuur, maar onherkenbaar, nee, dat is ze toch ook niet. Het groepje dat bij Victorien staat komt dan ook niet uit Alkmaar, zo blijkt. Ze nemen deel aan een speurtocht.
De echte Alkmaarders, die blijven wel even staan kijken. Zó is ze dus geworden, na de ingrijpende restauratie. De oude verflagen, die het beeld verstikten, moesten er toch echt eens af, oordeelde Kunstwacht aan het begin van de werkzaamheden.
En dus ging Victorientje zelfs even schuil achter grote rookwolken, toen die verflagen eraan moesten geloven. Daarna kwam er een grondig onderzoek en kregen de restaurateurs de oorspronkelijke kleuren weer in beeld. Zoals Victorientje er de laatste jaren uit zag, zo was ze eigenlijk niet bedoeld. (tekst gaat door onder de foto)
Wekenlang ging vooral de sokkel schuil achter de schermen, maar inmiddels is ook die weer in alle pracht te bewonderen. (foto: Streekstad Centraal)
‘Warmwit’ moest ze worden, beloofde wethouder erfgoed Anjo van de Ven toen de pers zich halverwege september verzamelde rondom de hekken. En warmwit wérd Victorientje, zo bleek vrijdagmorgen in het Victoriepark. Met een sokkel die veel donkerder oogt dan eerst. In de nieuwe laag verf is hier de oorspronkelijke roodbruine tint van het natuursteen teruggebracht.
Voor de Kunstwacht zit het werk er nu weer op. De spullen worden in de wagen geladen. Nog even, en Victorientje staat hier weer alleen, zonder schermen. Maar dat zal niet lang duren. Maandagavond is hier immers de herdenking. Dan zijn alle ogen op haar gericht.
Dat komt goed, weet de deskundige van de Kunstwacht. Even blijft hij staan en kijkt hij terug. “Ja”, klinkt het tevreden. “Ze ziet er echt weer verzorgd uit.”
Alkmaar heeft meerdere keren voetbalgeschiedenis geschreven. De eerste wedstrijd in het betaald voetbal, bijvoorbeeld, in 1954. Natuurlijk met de kampioensschaal. Of nu: met de eerste vrouwelijke scheidsrechter in het betaald voetbal: de Alkmaarse Shona Shukrula. Maar óók in de jaren zestig was Alkmaar eigenwijs met de allereerste opleiding voor vrouwelijke scheidsrechters: “Dit was internationaal een doorbraak.”
Of er iets in die Alkmaarse kaas zit, wil sporthistoricus Jurryt van de Vooren weten, als Streekstad Centraal hem spreekt over zijn onderzoek. Alkmaar is wel vaker ‘puur ongehoorzaam’ geweest. Die veelbesproken eerste wedstrijd uit 1954 bijvoorbeeld, daar waren de autoriteiten toen helemaal niet blij mee. Ook de Alkmaarse vrouwelijke scheidsrechters uit 1961 en 1962 zetten mannenbolwerk KNVB behoorlijk op zijn kop.
“Ze hadden het er zeker over in vergaderingen, blijkt uit de notulen”, vertelt Van de Vooren. “De meerderheid van de KNVB was er echt tegen. Dat kunnen we ons nu niet meer voorstellen. Maar wat ook bleek, in die vergaderingen: ze gaan gewoon door, daar in Alkmaar.” (tekst gaat door onder de foto)
Ineke Boom, Klasina Laan en Nel Rentenaar waren de allereerste vrouwelijke scheidsrechters. (foto: Regionaal Archief)
De KNVB wilde het wel, maar het lukte niet om die ongehoorzame Alkmaarders te stoppen. Eén van die Alkmaarders was Teun Bakker, de drijvende kracht achter de scheidsrechtersopleiding voor vrouwen. Maar ook Ineke Boom, Klasina Laan en Nel Rentenaar hielden hun lippen stijf op elkaar na hun eerste proefwedstrijd. Toen was alles strikt geheim.
“Later veranderde dat”, nuanceert Van de Vooren. “Toen schreven alle kranten erover. Ik heb prachtige kleurenfoto’s teruggevonden, uit de Margriet. Maar hun allereerste proefwedstrijd hebben de vrouwen inderdaad geheim gehouden, tot een openbaar jeugdtoernooi in 1961.”
Die geheimhouding tekent de gespannen verhoudingen van die tijd. Handballen, dat mochten vrouwen wel, maar voetbal was een mannenzaak, leek toen de heersende overtuiging. Toch kon de KNVB de Alkmaarders niet stoppen. In 1962 ging de bond zelf overstag.
“De Alkmaarders hadden daar zelf om gevraagd”, vertelt Van de Vooren. “Na een jaar hadden al 32 vrouwen de opleiding afgerond. De KNVB moest daar wat mee.” Er was geen houden meer aan, de bond erkende de vrouwelijke scheidsrechters in 1962. Daarna kwamen ze ook in andere steden, andere provincies aan bod. Maar die victorie was dus echt in Alkmaar begonnen. (tekst gaat door onder de foto)
Shona Shukrula staat in een Alkmaarse traditie. (foto: Wikimedia Commons / Erwin Spek)
“Alkmaar was niet alleen landelijk, maar zelfs wereldwijd de eerste met zo’n opleiding”, zegt Van de Vooren. “Het was internationaal doorbraak. Er was belangstelling vanuit Duitsland, Zwitserland, Engeland…”
Inmiddels treedt de Alkmaarse Shona Shukrula in de voetsporen van lang geleden. Vrijdag fluit ze als eerste vrouw ooit een wedstrijd in het Nederlands betaald voetbal. Van de Vooren heeft Shukrula gesproken en over haar wegbereiders verteld. Het is nu een vergeten geschiedenis, heeft hij al gemerkt.
En dat terwijl er ook lessen uit deze geschiedenis getrokken kunnen worden, ziet Van de Vooren. Die ongehoorzaamheid van Teun Bakker, die wist dat hij ervoor geroyeerd kon worden, maar toch doorzette: Van de Vooren heeft er bewondering voor. “Bestuurders van nú kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Soms moet je ongehoorzaam durven zijn.” (tekst gaat door onder de foto)
In het Regionaal Archief bleek nog veel materiaal voorhanden. (foto: Streekstad Centraal)
Van de Vooren werkt aan een boek over deze bijzondere Alkmaarse geschiedenis. Daarbij heeft hij veel aan het Regionaal Archief in Alkmaar. Met Nel Rentenaar heeft hij inmiddels gesproken. Ook de andere vrouwen heeft hij in beeld. “Maar ik ben ook op zoek naar de jongens die voetbalden, toen, en die vrouwen als scheidsrechter hadden. Hoe hebben ze dat ervaren, wat weten ze er nog van, dat wil ik weten.”
De betrokkenen van toen zijn intussen tachtigers. Sommigen zullen zijn verhuisd, anderen overleden. Maar Van de Vooren heeft goede hoop nog meer verhalen terug te vinden in en om Alkmaar. “Als mensen zelf nog materiaal hebben, de vrouwen zelf of hun kinderen, of die voetballende jongens, dan kom ik graag in contact.”
Een bijzondere wens heeft Van de Vooren nog wel. “Ik weet niet of het er nog is, het is zo lang geleden. Maar wie weet… Als iemand nog een scheidsrechterspak heeft liggen uit die tijd, dan zou dat echt fantastisch zijn.”
Jurryt van de Vooren is te bereiken via jurryt@sportgeschiedenis.nl.
Twintig jaar geleden werd hij vermoord: Theo van Gogh. Filmmaker, columnist, luis in de pels én geliefd interviewer. De veelzijdigheid van Van Gogh inspireerde biograaf Jaap Cohen tot zijn dikke en door velen zeer gewaardeerde boek ‘De Bolle Gogh’. Zondag 20 oktober vertelt Cohen erover in De Alkenaer.
Voor zijn biografie voerde Cohen vele gesprekken. Met vrienden, maar ook met vijanden van Van Gogh. Met familie. De ingewikkelde relatie die Theo van Gogh had met zijn moeder vormt een rode draad in de biografie, misschien ook wel in het leven van ‘de bolle’. Maar ook zijn er talloze anekdotes, van de pantoffels waarmee Van Gogh door New York liep, tot de historische drinkgelagen die hij aanlegde met vrienden en collega’s.
In De Alkenaer laat Jaap Cohen zich zondag 20 oktober interviewen over dit boek en over zijn kijk op Theo van Gogh. Om 16:00 begint het interview, in de sfeervolle achterzaal van De Alkenaer. Deelname kost 15 euro. Kaarten zijn verkrijgbaar via de website van De Alkenaer.
Zeg Alkmaar en mensen denken… Kaas. En AZ. Of Alkmaars victorie. Maar ergens in dat lijstje hoort toch ook de Alkmaarse Bol, vindt Kees Elhorst van Stadsbrasserie Elhorst. Veertig jaar geleden vond hij hem uit, die Alkmaarse Bol: véél room, een beetje advocaat, goede chocolade en natuurlijk die knapperige soes. “Deze eet je zéker met mes en vork, ja!”
Streekstad Centraal laat het zich geen twee keer zeggen als Kees ons een Alkmaarse Bol aanbiedt. Een fotograaf en deze verslaggever spoeden zich naar de binnenstad. In de bekende ‘stadsbrasserie’ aan de Laat staat de koffie dan al klaar. “Die bol, die maak ik vers”, zegt Kees. “Dan is ‘ie echt het lekkerst.”
Kees was twintig jaar oud toen hij de Alkmaarse Bol bedacht. Hij werd geboren boven de zaak, groeide op tussen de slagroom en de koeken. Dat er uit al die inspiratie een keer een bijzonder recept zou rollen, dat zat er dik in. “Toen werkte ik hier nog voor mijn vader. En die zei geen nee toen ik hiermee aankwam!” (tekst gaat door onder de foto)
De uitvinder van de Alkmaarse Bol: Kees Elhorst. (foto: Streekstad Centraal)
De zaak zelf bestaat al langer dan de bol, zestig jaar inmiddels. Het familiebedrijf koestert de traditie. “Ik verander ook dingen, zeker wel. Maar stapsgewijs, af en toe eens wat nieuws. Als je dat doet zie je dat mensen van generatie op generatie terugkomen.”
Die generaties, dat zijn heel vaak Alkmaarders. Een bezoek aan Elhorst hoort voor veel mensen bij het vaste rondje ‘statten’. Maar ook Duitsers weten de zaak én de Alkmaarse Bollen te vinden. “Duitsers bestellen er vaak twee”, weet Kees. “En dat vind ik een compliment. Als je in Duitsland kijkt… Die mensen weten wat kwaliteit is hoor.”
Voor Kees is ‘kwaliteit’ simpel en krachtig samen te vatten: “Geen troep!” Het moet echt goed zijn, niet een beetje, niet half. “Als je denkt: nou, het kan nog net… Dan kan het dus níét! Wij zijn altijd bezig met het zoeken naar kwaliteit.” (tekst gaat door onder de foto)
“Echte slagroom, dat proef je”, vindt Kees. (foto: Streekstad Centraal)
Zeg Alkmaarse Bol, en mensen zeggen… Den Bosch. Want dat is de stad van de Bossche Bol. En al zou Kees het misschien liever anders zien, de Bossche Bol is in Nederland wel veel bekender. Al kan dat de komende veertig jaar nog veranderen.
“Natuurlijk is die knipoog er, daarom heb ik hem Alkmaarse Bol genoemd”, geeft Kees toe. “Maar het is echt helemaal wat anders hoor. Dat krokante van de Alkmaarse Bol, dat heeft die Bossche niet. Daar spuiten ze de slagroom ín. Dat zou met onze Bol niet eens kunnen.” (tekst gaat door onder de foto)
Uw verslaggever van Streekstad Centraal is duidelijk onder de indruk van de jarige Alkmaarse Bol. (foto: Streekstad Centraal)
Een bijzonder ingrediënt is de advocaat. Dat geeft een extra diepte aan de smaak, ook door de alcohol natuurlijk. “Maar je moet wel twintig bollen eten wil je er last mee krijgen. Het is maar een klein beetje.” En hoewel Duitse gasten er dus best twee soldaat maken, is twintig toch eigenlijk niet haalbaar. De Alkmaarse Bol is vullend, máchtig.
En dat is ‘ie nu dus al veertig jaar. Precies zó, precies als in het begin, in 1984. “Het recept is nooit veranderd. Ik weet dat iemand in den lande een variant heeft bedacht waar ook boerenjongens in gaan. Tja, dat mag. Maar dan is het geen Alkmaarse Bol.”
Het is weer fris, het is weer geurig en kleurig. Het is herfst. En dat is ook te merken in de natuur, waar paddenstoelen meer en meer de aandacht trekken en waar de dieren zich voorbereiden op de winter. Dit bijzondere jaargetijde staat centraal op de ‘Herfstdag’ die op zondag 13 oktober wordt georganiseerd in Bergen.
De Herfstdag is een actieve dag, buiten en binnen. De locatie is bezoekerscentrum ‘De Duinheide’, bij veel mensen ook nog wel bekend onder de vroegere naam ‘De Schaapskooi’, aan de Zeeweg in Bergen. Er is een kleine markt, een voorstelling met kabouters, er wordt geknutseld en de boswachter vertelt over wat er in deze tijd van het jaar allemaal gebeurt in de natuur.
Natuurlijk vindt iedereen het heel bijzonder, maar eigenlijk willen ze dát juist niet zijn. Kinderburgemeesters zijn ‘gewoon’, benadrukken Vajèn, Vigo en Christiaan. Alle drie dragen zij de ambtsketen van hun gemeente. Maar ze gaan ook alle drie gewoon naar school en kijken alle drie uit naar de intocht van Sinterklaas. “Kinderen zijn niet alleen maar herrieschoppers.”
Streekstad Centraal sprak met de kinderburgemeesters van Bergen, Uitgeest en Heiloo in het gemeentehuis van die laatste gemeente. Het terrein van Vigo de Boer, die in juli de keten overnam van Fleur Bakker. Het terrein ook van grotemensenburgemeester Mascha ten Bruggencate, die de drie burgemeesters in ‘haar’ gemeentehuis begroet: “Wat zien jullie er burgemeesterlijk uit!”
Het is wat Vigo juist in Ten Bruggencate bewondert, had hij net daarvoor verteld. Hoe ze op hoge hakken zó de modder instapte, toen ze samen ‘The Spot’ openden, dat was toch ook wel heel burgemeesterlijk. “Nou, vandaag heb ik gewoon een spijkerbroek aan”, lacht Ten Bruggencate. Het is wel duidelijk wie op deze dinsdagmiddag de sterren zijn. (tekst gaat door onder de foto)
Het trio kinderburgemeesters krijgt een collegiale groet en hand van grotemensenburgemeester Mascha ten Bruggencate. (foto: Streekstad Centraal)
Voor de kinderburgemeester van het naburige Bergen is Heiloo bepaald geen onbekend terrein. “Christiaan zit bij mij in de klas!”, stelt Vigo zijn collega voor. Christiaan Verbaas werd vorige week benoemd en begint dus net aan zijn taken.”Vigo heeft mij wel een beetje geïnspireerd, ja”, zegt Christiaan over zijn klasgenoot.
Vajèn van Velzen is die middag met de trein naar Heiloo gekomen, vanuit haar gemeente Uitgeest. Ook zij is nog maar net geïnstalleerd, vertelt ze. “Ik wil kinderen met problemen helpen”, vertelt ze. “En kinderen die een goed idee hebben, maar waar niet naar wordt geluisterd.”
Elk hebben ze hun eigen ambitie. Vigo wil het pesten aanpakken. Christiaan wil werk maken van de toegankelijkheid van Bergen met de rolstoel. Dat gaat verder dan stoepjes: “Er zijn een aantal winkels waar de schappen te dicht bij elkaar staan. Ik zou een standaardmaat willen introduceren… Maar zo ver ben ik nog niet hoor!”(tekst gaat door onder de foto)
Natuurlijk hebben óók de kinderburgemeesters een ambtsketen. Links staat Christiaan Verbaas van Bergen, in het midden Vajèn van Velzen van Uitgeest en rechts Vigo de Boer van Heiloo. (foto: Streekstad Centraal)
Bescheiden, maar toch ook ambitieus: het kenmerkt de kinderburgemeesters. Voor Christiaan is het een ook persoonlijke strijd. Hij zat zelf enige tijd in een rolstoel, toen hij erg ziek was. Kanker. “Maar dat is nu genezen!” En dus is hij nu kinderburgemeester, om het voor ánderen beter te maken.
Voor de drie kinderburgemeesters is het bijzonder om eens samen te zijn, om elkáár te spreken. “Dat is heel goed, samenwerken”, vindt Vigo, en daarmee krijgt hij de handen wel op elkaar. Heiloo, Bergen, Uitgeest – toch drie van de vier BUCH-gemeenten. Ze willen het kinderburgemeesterloze Castricum graag overtuigen, want kinderburgemeesters zijn nuttig.
“Juist omdat ik ook nog gewoon kind ben, durven mensen met mij te praten”, overweegt Vajèn. “Dat vind ik heel belangrijk.” Met alles moeten Uitgeesters bij haar terecht kunnen. Op school zet ze zich in voor de leerlingenraad, dus ze heeft al een goed netwerk. Ze heeft leren improviseren: “Je weet nooit wat mensen gaan vragen.” (tekst gaat door onder de foto)
Alle kinderburgemeesters uit de BUCH bij elkaar. Dat gebeurt niet zo vaak dus dat mag niet onopgemerkt voorbijgaan! (foto: Streekstad Centraal)
Improviseren leren ze alle drie. Een speech voorbereiden is leuk, maar als je bij zo’n opening staat en iemand anders zegt al de helft van wat je voor hebt bereid… “Ja, dan moet je improviseren”, weet Christiaan uit ervaring. Zijn grotemensencollega Lars Voskuil is dan wel een voorbeeld, want die kan goed praten, ziet Christiaan. “En veel oogcontact maken, daar ga ik ook op letten.”
Openingen, handjes schudden, misschien eens ergens het startschot geven: het is geen hondenbaan, kinderburgemeester zijn. Het is juist leuk, vinden Vajèn, Vigo en Christiaan. Ze hopen er ook andere kinderen voor te interesseren.
Naar één gebeurtenis kijken ze alle drie reikhalzend uit. Ze hoeven er niet eens heel lang op te wachten, volgende maand is het al zo ver. Ze doen er verder niet geheimzinnig over. Het allerleukste? “De intocht van Sinterklaas!”
In de stromende regen is dinsdagochtend begonnen met de veelbesproken bomenkap rond de Molen van Piet. Om te kunnen draaien heeft de molen op het Alkmaarse Bolwerk wind nodig, gelijkmatige wind – en daar was de laatste jaren een groot gebrek aan. Nu gaan er vijftien bomen neer om de wind weer vrij spel te geven. “Op 8 oktober draaien, dat zou echt gaaf zijn!”
Onder een paraplu maakte wethouder Jasper Nieuwenhuizen er dinsdag toch nog een beetje een officieel moment van. Geen boomplanting, maar toch echt bomenkap. Het is voor een goed doel, hield de wethouder de aanwezigen voor. “Het is herfst, we moeten wat láten. Maar er komt iets heel moois voor in de plaats. Het wordt fotogeniek.”
Hoe fotogeniek, dat liet Paul Weidema van Stadswerk072 zien. Alles wordt anders, met de molen als stralend middelpunt. “Als je er zo naar kijkt valt het niet zo op”, wijst hij op de visualisatie van het plan. “Maar ook het pad komt een stuk anders te liggen.” (tekst gaat door onder de foto)
Zo moet het worden: de molen van Piet als stralend middelpunt. (beeld: Stadswerk072)
De hoge bomen, die komen echt niet meer terug. “Anders staan we hier over zestig jaar wéér”, grapte de wethouder. Wel komen er heesters, stinsenplanten en kleurige voorjaarsbloeiers. Goed voor de biodiversiteit, al die nieuwe beplanting, herhaalde de wethouder nog maar eens – óók de beklaagde valse acacia.
Maar voor het zover is moeten er eerst vijftien bomen wijken. “Dat doet pijn, het doet altijd pijn”, gaf de wethouder grif toe. Zo’n reus van een boom, geveld, in stukken gezaagd, opzij geschoven: fraai is het niet. Maar het kón niet anders, zonder gelijkmatige wind is een molen ten dode opgeschreven. De wethouder roemde de samenwerking met Stichting ANIMO, die alles op alles zette om er iets moois van te maken, ook al betreurde de stichting de kap.
“Dit park, het bolwerk, is óók een monument. Het is een ontwerp van Zocher, een bekende landschapsarchitect”, vertelde wethouder Nieuwenhuizen. “We brengen de lijnen van Zocher terug. Het wordt een nóg mooier plaatje.” (tekst gaat door onder de foto)
Houtbewerker André van Rijswijck nam ook een kijkje bij de bomenkap. Wethouder Nieuwenhuizen zorgde voor de paraplu, want die was nodig. (foto: Streekstad Centraal)
De bomenkap levert een behoorlijke hoeveelheid hout op. Dat hout, dat krijgt een nieuwe bestemming. “Het gaat niet de oven in,” beloofde de wethouder, Kunstenaar André van Rijswijck van de Stadsfabriek neemt de dode bomen maar wat graag over om er iets bijzonders van te maken. Kaasplankjes, bijvoorbeeld, of nieuwe speeltoestellen voor in Alkmaarse speeltuinen.
“Ik wil zo’n boom in water leggen”, vertelt Van Rijswijck enthousiast. Hij is benieuwd wat dat op gaat leveren – “ik weet ook niet alles” – en heeft er bij de Stadsfabriek de ruimte én het water voor. Dat wordt wel een project van jaren, houden de mannen van Stadswerk hem voor. Het ‘wateren’ van hout is een traditionele methode om het hout stabieler te maken.
Ambities genoeg dus: een mooi park, een mooi nieuw pad, en mooi hout. Maar de grootste ambitie is toch wel die van molenaar Cees. “Eind van de week zijn de bomen weg, toch? Dan moet het kunnen. Dan gaan we op 8 oktober draaien!”
Boekenliefhebbers zijn op zaterdag 12 oktober van harte welkom in de Vrijheidskerk in Alkmaar. Daar vindt dan namelijk een boekenmarkt plaats. Die wordt georganiseerd door Toonkunstkoor Alkmaar, een muziekgezelschap dat met de opbrengst van de markt weer nieuwe optredens kan voorbereiden.
“Je kunt er voor zacht prijsje boeken op de kop tikken”, laat de organisatie weten. Maar het Toonkunstkoor zou het Toonkunstkoor niet zijn als er niet óók een beetje muziek in het evenement zou zitten. Zo worden er ook platen en cd’s aangeboden op de markt.
Het Toonkunstkoor Alkmaar bestaat dit jaar 150 jaar. Het gezelschap treedt twee keer per jaar op in de Grote Kerk, met een professioneel orkest en opvallende solisten. De boekenmarkt is inmiddels ook een traditie en voor veel muziekliefhebbers een goed moment om even bij te praten.
De boekenmarkt vindt plaats op zaterdag 12 oktober in de Vrijheidskerk, aan de Hobbemalaan. De markt begint om 11:00 uur en duurt tot 15:00 uur. De entree is gratis.