Dok6, het complex dat gepland is op het terrein van busbedrijf BAK in Oudorp, komt er. Dat laat het college van Alkmaar weten. Belanghebbenden hadden gelegenheid om bezwaar te maken tegen het plan. Maar dat is niet gedaan, blijkt nu: “Er zijn geen zienswijzen ingediend.”
BAK is een bekende naam in en om Alkmaar. Dat blijft zo: het busbedrijf verhuist naar Stompetoren en blijft dus behouden voor de gemeente Alkmaar. In Oudorp laat het bedrijf heel wat vierkante kilometers grond achter en daar kan op worden gebouwd. “Het is net lego”, zei wethouder Jasper Nieuwenhuizen er eerder over, bij de presentatie van de plannen.
Wonen, werken, zorg, groen, parkeren: Dok6 is een compleet plan. Een klein dorpje in de stad eigenlijk. Het maakt deel uit van de grote stadsvernieuwing die gaande is op industrieterrein Oudorp, dat in de toekomst een dichtbebouwde stadswijk zal zijn, gelegen aan het kanaal.
De 232 woningen zijn voor een deel bestemd voor doelgroepen die zorg nodig hebben. Die doelgroepen kunnen nu dus uit gaan kijken naar een nieuw huisje, want Dok6 komt er echt, blijkt uit de brief van het college: “De omgevingsvergunning wordt definitief verleend.”
Paardensprongen, rokades en het herdersmatje: wie met deze termen vertrouwd is, kent duidelijk zijn weg op het schaakbord. Het eeuwenoude spel blijft fascineren. Ook in Schoorl kunnen liefhebbers van het schaakspel elkaar nu vinden, want vanaf dinsdagmiddag 17 september wordt er wekelijks geschaakt in wijksteunpunt De Sanderij.
Voor het schaakspel is nog altijd veel interesse, merken ze ook in Schoorl. Nieuwe generaties maken zich dit spel, dat zo’n lange geschiedenis heeft en omgeven is door mysteries, steeds weer eigen. De verwachting is dan ook dat jong én oud op de dinsdagmiddagen in De Sanderij met de stukken zullen schuiven. “Het is geen les”, laat de organisatie wel nog weten. “Kennis van de regels is noodzakelijk.”
De schaakmiddagen in de Sanderij beginnen om 14:00 en duren tot 16:00. Dinsdagmiddag 17 september is de eerste. Deelname is gratis en opgeven is niet nodig, al wordt dat wel op prijs gesteld. Daarvoor kunnen mensen contact opnemen met Carla Meliefste via c.meliefste@welzijnbergen.nl of via 072-5095267 (tussen 9:00 en 12:00).
Het leegstaande hotel Parkzicht is een beeldbepalend pand in het centrum van Bergen – met planken voor de ramen. Maar mogelijk komt aan die situatie snel een einde. De gemeente Bergen onderzoekt of het vroegere hotel kan worden ingericht als opvanglocatie voor statushouders.
Dat heeft het college van de gemeente Bergen woensdag bekendgemaakt. Daarmee zouden twee slepende kwesties kunnen worden opgelost: de zoektocht naar huisvesting voor statushouders in de gemeente, en de door velen als weinig sierlijk ervaren leegstand in het hotel.
“De gemeente Bergen is op zoek naar passende locaties voor gekoppelde statushouders”, legt het college uit. Dat zijn mensen met een verblijfsvergunning, die een leven kunnen gaan opbouwen in Nederland. Door het COA zijn ze gekoppeld aan gemeenten. (tekst gaat door onder de foto)
In het interne onderzoek van de gemeente naar zo’n ‘passende locatie’ kwam de naam van het Parkhotel/Pension Erica in Bergen Centrum al gauw bovendrijven. “De gemeente en de eigenaar van het Parkhotel zijn op dit moment met elkaar in gesprek over de mogelijkheden voor het gebruik van het Parkhotel als doorstroomlocatie voor statushouders”, verduidelijkt het college.
De houten planken en dichte deuren zouden dan tot het verleden gaan behoren. Een positieve ontwikkeling, vindt het college: “Met de eventuele heringebruikname van deze zichtlocatie in het centrum van Bergen zullen de planken voor de ramen verdwijnen, wat ten goede komt aan de uitstraling van het centrum van Bergen.”
Geschrokken was hij, liet wethouder Jasper Nieuwenhuizen vorige week blijken in de Alkmaarse raadszaal. Daar werd gesproken over de Molen van Piet en over de bomen die op het bolwerk terugkomen als de huidige worden gekapt. Onder die bomen zouden zich ‘invasieve exoten’ bevinden. “Wij bestrijden invasieve soorten!”
“We gaan hier zeker nog naar kijken”, beloofde wethouder Nieuwenhuizen naar aanleiding van die kritiek. Want het was zeker niet de bedoeling om het monumentale bolwerk te beplanten met soorten die in Nederland niet thuis horen. Zulke bomen kunnen inheemse bomen verdringen en worden om die reden door overheden bestreden. De NVWA heeft een lijst van ongewenste soorten opgesteld, de Unielijst.
Woensdag werd duidelijk dat het leed op het bolwerk toch wel te overzien is. “Er is geconstateerd dat geen van de genoemde boomsoorten in het herplantplan en herinrichtingsplan, terugkomen op de Unielijst”, laat wethouder Nieuwenhuizen weten.
De kritiek van de PvdD blijkt te zijn gebaseerd op een ándere lijst: de Zwarte Lijst van Natuur & Milieu. Die lijst is weliswaar gebaseerd op de Unielijst die de gemeente Alkmaar volgt, maar gebruikt ook andere bronnen. En jawel: op basis van déze lijst zit er dan toch een door het college uitgezochte boom in het beklaagdenbankje. (tekst gaat door onder de foto)
Robinia pseudoacacia. Zo heet de boom waar het uiteindelijk om blijkt te gaan. “Deze boomsoort staat op de zwarte lijst,” bevestigt de wethouder. Dat komt “omdat deze onder bepaalde omstandigheden snel vermeerdert op de wortel en daarmee wortelopdruk veroorzaakt”, voegt hij daar nog aan toe.
Wie de gevreesde ‘valse acacia’ opzoekt op online encyclopedie Wikipedia leest daar: “Deze boom is een exoot in West-Europa en kan door uitbundige groei de biodiversiteit verstoren.” Hier klinken de zorgen van het PvdD-raadslid in terug.
Wethouder Nieuwenhuizen ziet evenwel geen bedreiging in de bomen die hij op het bolwerk wil laten planten. Omdat de robinia ‘solitair’ zal worden geplant, dus niet in combinatie met andere robinia’s, is het risico anders berekend. Op het bolwerk blijft de boom dan ook van harte welkom: “De robinia pseudoacacia zal opgenomen blijven in de bomenlijst van aan te planten bomen in de gemeente Alkmaar.”
Alkmaarders hebben er dit jaar over mogen stemmen: een algemeen vuurwerkverbod met oud en nieuw. Dat verbod komt er nu ook, want de referendumuitslag was duidelijk genoeg. Maar de uitvoering van het verbod, die blijft voor vragen zorgen, zo bleek dinsdag wel weer in het stadhuis van Alkmaar. “We hebben grote zorgen over het handhaven.”
Haast geruisloos moet Alkmaar om twaalf uur ‘s nachts aan 2025 beginnen. Een champagnekurk, een klinkend glas, misschien wat muziek: dat is de jaarwisseling nieuwe stijl, als het aan het college ligt. Met een lasershow in Alkmaar Noord en De Rijp, dat wel, maar dus echt zónder vuurwerk. Daarmee moet recht worden gedaan aan de uitslag van het referendum van juni.
Maar de commissie die dinsdagavond over de uitwerking van het verbod debatteerde in het stadhuis had er toch niet heel veel fiducie in, zo bleek. “We moeten de stem van onze inwoners volgen”, begon Jelle Wittebrood van referendumpartij Forum voor Democratie nog. Maar uiteindelijk neigt hij toch naar ‘pas beginnen met het vuurwerkverbod op het moment dat er alternatieven geregeld zijn’.
Handhaven is nauwelijks mogelijk, schetste Wittebrood. “Een boa ziet een vuurpijl omhoog vliegen, komt de straat in, en ziet kinderen met vuurwerk staan”, schetste hij de situatie. Wat moet die bijzonder opsporingsambtenaar doen, wierp Wittebrood op – het bezít van vuurwerk is niet verboden. (tekst gaat door onder de foto)
Ook andere partijen haalden aan dat vuurwerkbezit, en zelfs vuurwerkverkoop, helemaal niet verboden zullen worden. “Een beetje jammer”, noemde Dominique Dubois-Veenhuis van BAS dat. “Je kunt het kopen, maar je verbiedt het. We kunnen het gewoon niet vatten.”
“Dat ben ik hartstochtelijk met u eens”, reageerde burgemeester Anja Schouten. Ze legde uit dat zaken als vuurwerkverkoop en vuurwerkbezit niet door de gemeente aan banden kunnen worden gelegd. Dat moet de landelijke politiek doen. “Lokaal kunnen we het niet regelen.” Alkmaar lobbyt daarom in Den Haag voor een landelijk verbod, maar dat is een proces van de lange adem.
Meerdere partijen willen weten wat er dan wél aan handhaving kan worden gedaan. Gaat Alkmaar bonnen uitdelen, vroeg VVD-fractievoorzitter John van der Rhee zich af. Jazeker, reageerde de burgemeester: “Handhaving gaat bekeuringen uitschrijven”, bevestigde ze. Maar: “Je moet het wel geconstateerd hebben.” Het blijft dus moeilijk. (tekst gaat door onder de foto)
Kritiek was er ook op de alternatieve shows die wethouder Christian Schouten heeft voorbereid. Eén lichtshow in De Mare en één in De Rijp, dat is echt niet genoeg, stelt de Alkmaarse VVD. “Zo’n lichtshow is het nét niet”, constateerde Van der Rhee zuinigjes, die de vergelijkbare lichtshow van de kermis een ‘anticlimax’ noemde. “Dit is niet goed genoeg en het is te weinig gespreid.”
Ook andere partijen vonden de twee shows onvoldoende. “Wij vinden het ook wat magertjes”, merkte John Hagens van Leefbaar Alkmaar op. Een scenario waarin mensen in een nacht met weinig OV een lange tocht moeten ondernemen voor een lasershow noemde John an der Rhee zelfs ‘potentieel levensgevaarlijk’.
Wethouder Christian Schouten legde uit dat er dit jaar niet veel ruimte was voor andere alternatieven. “We hebben gekozen voor één in de stad, één in de dorpen”, zei de wethouder. In plaats van een lichtshow een echte vuurwerkshow, dat zat er gewoon niet in. “De vergunningtermijn daarvoor is veertien weken. Onrealistisch om dat te kunnen klaarspelen.” (tekst gaat door onder de foto)
En dus wordt de jaarwisseling voor Alkmaar een experiment. Dat het ook écht geruisloos zal gaan, als de laatste seconden van 2024 zijn afgeteld, dat verwacht eigenlijk niemand. “Het is de grootste veiligheidsoperatie die we hebben in het jaar”, bracht burgemeester Anja Schouten dinsdagavond nog maar eens in herinnering. “Alléén handhaving gaat hier niet het verschil maken.”
Vooraf is het niet helemaal te voorspellen hoe die operatie verloopt, of er ook echt gelegenheid is tot handhaven, of het meevalt of tegen. Dat zal op het moment zelf pas duidelijk worden. In de woorden van de burgemeester: “De nacht zal het leren.”
Heel veel meningen, heel veel discussie, en al heel lang geen zekerheid of wat er nou precies gebouwd gaat worden. De vernieuwing van het Plein in Bergen blijft voor beroering zorgen. De gemeente zegt toe aan de slag te gaan met de verschillende ideeën die nu zijn verzameld.
Duizend ‘zienswijzen’ werden er deze zomer ingediend, schreef Streekstad Centraal eerder. Bij nader onderzoek bleken die niet bij duizend mensen vandaan te komen. Het gaat om zevenhonderd inwoners die hun mening gaven, sommige betrokken burgers deden dat dus met meer dan één zienswijze.
Verder laat de gemeente optekenen dat niet alle ingediende zienswijzen ook negatief zijn over toekomstige nieuwbouw aan het Plein. Wel werd duidelijk dat veel Bergenaren gebruik hebben gemaakt van een vooraf ingevulde zienswijze door de kritische Bewonersvereniging Bergen Centrum.
De commissie die zich met de centrumvernieuwing, en vervolgens de gehele gemeenteraad, zullen dit najaar met de zienswijzen aan de slag gaan. Dan worden de volgende stappen gezet op weg naar een nieuw Bergens dorpscentrum.
Historici en taalkundigen konden hun geluk niet op toen in Alkmaar eerder dit jaar oeroude stukjes perkament tevoorschijn kwamen. Vergeten woorden uit de vroegste geschiedenis van de Engelse taal bleken te worden bewaard in het Regionaal Archief aan de Bergerweg. Maar nog mooier werd het toen deze stukjes perkament naast een Haarlems fragment konden worden gelegd.
Dat gebeurde deze week, toen wetenschappers in Alkmaar bij elkaar kwamen om de fragmenten nog eens nader onder de loep te nemen. De universiteiten van Leiden en Warschau zullen de vondst, die in januari dit jaar ook op Streekstad Centraal in het nieuws was, uitgebreid onder de aandacht gaan brengen op een internationaal congres.
Bijzonder aan de Alkmaarse vondst is namelijk dat er in het Noord-Hollands Archief te Haarlem – dus niet eens zo ver weg – óók zo’n fragmentje aanwezig was. Sterker nog: het Haarlemse fragment komt van hetzelfde stuk perkament als het Alkmaarse. (tekst gaat door onder de afbeelding)
Woensdag waren beide fragmenten eindelijk weer samen. Daarmee werd de geschiedenis voor heel even teruggedraaid, een geschiedenis die van het oorspronkelijke boek maar weinig heel heeft gelaten. Ook elders in Europa zijn er stukjes van teruggevonden, bijvoorbeeld in Polen en Duitsland. En mogelijk ligt er nog wel meer in archieven hier en elders. Zulke vondsten worden online met elkaar verbonden op het platform Fragmentarium.
Het Alkmaarse archiefstuk was afkomstig uit een boekenkaft. Het boek dat erme gekaft was, kwam uit de bibliotheek van de Grote Kerk, de ‘Librije’, legde Lisette Blokker van het Regionaal Archief eerder uit aan Streekstad Centraal. De stukjes perkament bleken uiteindelijk bijna duizend jaar oud te zijn.
Met behulp van Thijs Porck, hoofddocent middeleeuws Engels aan de Universiteit Leiden, kon de tekst worden geïdentificeerd als Oudengels en worden vertaald. Het boekje was bedoeld om Engelstaligen Latijn te leren.
In het Regionaal Archief Alkmaar worden oeroude stukjes perkament bewaard, met daarop Engelse woorden uit de begindagen van deze wereldtaal. Taalkundige Thijs Porck weet alles over Oudengels en vertaalde de Alkmaarse fragmenten. Op maandag 21 oktober geeft hij er een lezing over in het archief.
De Alkmaarse vondst baarde in januari dit jaar internationaal opzien. De fragmenten, overblijfselen van een oud lesboek Latijn, bleken bijvoorbeeld een tot dan toe onbekend Oudengels woord te bevatten. Ook het verhaal achter het boek blijkt welhaast sprookjesachtige proporties hebben, zo bleek uit het gesprek dat Streekstad Centraal toen met Thijs Porck had.
Thijs Porck is universitair hoofddocent middeleeuws Engels in Leiden. Vanuit die deskundigheid zal hij zijn licht laten schijnen op de Alkmaarse fragmenten en hun bijzondere taal.
De publiekslezing is op maandag 21 oktober. De lezing begint om 15 uur en is voor iedereen gratis toegankelijk. Aanmelden kan via info@archiefalkmaar.nl of 072 850 82 00.
Eindeloze bossen. Heide, droge vegetatie. Gemeenten als Bergen, Castricum en Heiloo zijn mede door hun natuurlijke karakter zo aantrekkelijk, maar al die natuur kan óók een kostenpost worden als het gaat om brandveiligheid. Om natuurrijke gemeenten te helpen vraagt de Provincie Noord-Holland bijna een miljoen euro van het Rijk.
944.984 euro. Met dat bedrag hoopt de provincie een flinke geldpot te vullen, waar gemeenten met veel natuur gebruik van kunnen maken. Zo kan die natuur worden beschermd tegen brand. “Vanwege klimaatverandering heeft Nederland vaker te maken met droge periodes”, verklaart de Provincie Noord-Holland. “Met het toenemende risico van natuurbranden is extra inzet nodig.”
Het geld kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het aanleggen van bluswatervoorzieningen. Daar wil onder meer Castricum werk van maken. De gemeente Schagen wil met brandsingels de reactor in Petten beter gaan beschermen. (tekst gaat door onder de foto)
Bergen wil verder aan de slag met de overgang van naaldbos naar loofbos. Een loofbos, met meer begroeiing op de bodem, is ‘minder brandbaar’, legt de provincie uit. Juist in Bergen en Schoorl is al veel geïnvesteerd na de serie bosbranden enkele jaren geleden.
Het gevraagde geld is al gereserveerd door het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Dat zette in totaal 8 miljoen opzij. Noord-Holland hoopt dus een deel van dat budget te kunnen gaan gebruiken voor de eigen natuur.
Een deel van de Hoogeweg, aan de zuidkant van Heiloo, zal maandag 9 september even autovrij zijn. De weg wordt dan namelijk opengebroken voor werkzaamheden aan elektriciteitskabels. Opvallend is dat nog niet duidelijk is hoe lang deze werkzaamheden gaan duren. “De aannemer zet erop in de afsluiting zo kort mogelijk te laten duren.”
Het gaat om het deel van de Hoogeweg tussen de Vennewatersweg en de Kapellaan. Daar moeten stroomkabels worden omgelegd. Omdat het vooraf moeilijk in te schatten is hoe eenvoudig die kabels worden bereikt, kan de gemeente nu nog niet zeggen hoe lang het werk gaat duren.
“Dit wordt duidelijk zodra de weg open ligt”, laat de gemeente Heiloo weten. Als de kabels slecht bereikbaar zijn kost dat nu eenmaal veel extra tijd. Wel wordt er dus alles aan gedaan om de overlast te beperken.
Tijdens de afsluiting blijft de Hoogeweg wel gewoon toegankelijk voor wandelaars, fietsers en bromfietsers. Auto’s kunnen omrijden via de Kennemerstraatweg of, aan de andere kant van de spoorlijn, via de Westerweg.